Pakistan. Geen ‘revolutie’ maar strijd tussen machtshongerige politici

Imran Khan
Imran Khan

Op dit ogenblik is er in Pakistan een belangrijke mobilisatie van oppositiepartijen, vooral rond de partij van voormalige cricket-ster Imran Khan (de PTI, partij voor rechtvaardigheid). Imran Khan riep op tot een ‘vrijheidsmars’ op Islamabad. Deze mobilisatie vindt internationaal weerklank in alle media. Wij publiceren een verklaring van onze Pakistaanse zusterorganisatie, de Socialist Movement Pakistan.

Arbeidersklasse kan echte revolutie en verandering brengen

Verklaring van de Socialist Movement Pakistan

Pakistan is eens te meer in de greep van een nieuwe politieke crisis. De afgelopen dagen namen de politieke instabiliteit en de chaos toe. De media staan vol discussies over de toekomst van de huidige regering van Nawaz Sharif. Zelfs de ‘democratie’ wordt in vraag gesteld. De situatie is gespannen, volatiel en er heerst een zekere anarchie. De strijd binnen de heersende klassen zet het hele ‘burgerlijke bewind’ op de helling.

De arbeidersklasse, de vakbonden en de socialisten kunnen niet gewoon als toeschouwers hiernaar kijken. De ondemocratische en reactionaire rechtse krachten willen hun asociale agenda opleggen. De democratie en het burgerlijke bewind zijn in gevaar. Dit is een kapitalistische democratie die wordt gedomineerd door kapitalisten en feodale heersers, het is geen ideale democratie voor de werkende bevolking. Maar dat betekent niet dat we mogen toelaten dat ondemocratische krachten het leger uitnodigen om de macht te grijpen.

De arbeidersklasse en de armen in dit land hebben moedig gestreden en maakten enorme opofferingen voor hun democratische, politieke en syndicale rechten. De geschiedenis toont aan hoe opeenvolgende militaire regimes de democratische en vakbondsrechten van de werkende bevolking steeds opnieuw onder vuur namen. De arbeidersbeweging, socialisten, linkse partijen en arme boeren moeten opstaan en een revolutionaire strijd voeren voor sociale verandering en voor het afschaffen van het bestaande rotte en repressieve systeem.

De regeringspartij PML-N en zijn bondgenoten vormen de heersende fractie die met de laatste verkiezingen van 11 mei 2013 aan de macht kwam. Zij beschouwen zichzelf als de democratisch verkozen legitieme heersers van het land. Anderzijds is er de PTI onder leiding van Imran Khan die samen met bondgenoten beweert dat de laatste verkiezingen vervalst waren en dat de PTI eigenlijk had gewonnen.

Een jaar later beslist de PTI plots om nieuwe verkiezingen te eisen en werd een protestbeweging opgestart. Het gaat duidelijk om een machtsstrijd tussen twee rivaliserende fracties van de heersende klasse. Deze strijd heeft de werkende bevolking en de armen niets te bieden. De PTI vertegenwoordigt twee delen van de samenleving. Enerzijds geniet de partij de steun van de rijken en de hogere middenklasse uit de rijkste wijken van de grote steden. Anderzijds is er steun van de meest conservatieve en extreemrechtse religieuze lagen van de plattelandsbevolking in de provincie KPK [de vroegere Noordwestelijke Grensprovincie met een groot stammengebied dat grenst aan Afghanistan en bekend staat als een bolwerk van de Taliban]. De overgrote meerderheid van de PTI-leiders zijn grote feodale heersers, zakenlui en industriëlen.

De centrale leiding van de grote kapitalistische en feodale partijen in dit land, waaronder de PML-N, de PPP [Pakistani People’s Party, de partij van wijlen Benazir en Zulfikar Ali Bhutto] en de PTI, behoort steevast tot dezelfde kapitalistische en feodale elite. Bijna 200 families domineren de parlementaire politiek in het land. Nog eens 800 families spelen de rol van kleinere partner in het behoud van de dominantie in hun respectieve regio’s. De PTI is onder de 1000 machtigste families uitgegroeid tot de tweede meest gesteunde partij in KPK en Punjab, waar de PML-N nog de favoriete partij is. De PPP is de derde partij in beide provincies, maar nog steeds de grootste in de provincie Sindh.

De partij van Imran Khan, de PTI, riep op tot een ‘vrijheidsmars’ op de onafhankelijkheidsdag, 14 augustus. De mars begon in Lahore en trok naar Islamabad met als doel om de regering ten val te brengen en nieuwe verkiezingen af te dwingen. Imran Khan kondigde aan dat hij een miljoen mensen wou mobiliseren. Tegelijk werd een tweede mars opgezet, aangekondigd door de in Canada gevestigde religieuze leider dr. Tahir-ul-Qadri, om een ‘groene revolutie’ naar het land te brengen en een ‘echte democratie’ onder zijn leiding te vestigen. Zowel Imran Khan als Qadri beweren dat ze opkomen voor de rechten van de bevolking en dat ze echte verandering in het land willen. Imran Khan wil een nieuw Pakistan onder zijn leiding en Qadri wil de regering omverwerpen met een revolutionaire mars.

Beide marsen hebben de werkende bevolking en de armen niets te bieden, ze zullen hen geen fundamentele verandering brengen. Beide leiders en hun respectieve partijen zijn gekende bondgenoten van het establishment en aldus verdedigers van het status quo. Beiden maken deel uit van de heersende elite en de belangen ervan. Beide partijen en hun bondgenoten hebben een rechtse ideologie en agenda.

Pakistan is een van de weinige landen in de wereld waar het woord ‘revolutie’ zijn ware betekenis en begrip heeft verloren. Het woord ‘revolutie’ is tot op het bot gediscrediteerd. Het werd zoveel misbruikt door de feodale en de kapitalistische elite dat het geen betekenis meer heeft. De meest corrupte en rotte politici en religieuze leiders hebben allen verklaard dat ze zogezegd een revolutie in het land willen. Iedere belangrijke politieke leider is een zelfverklaarde revolutionaire leider die zogezegd opkomt voor verandering. En dat terwijl het dezelfde leiders zijn die de voorwaarden creëerden voor de ellende die de werkende bevolking en de armen kennen. Deze zogenaamde revolutionaire leiders zijn deel van het probleem, niet van de oplossing. Al deze leiders zullen het doelwit zijn van een oprechte revolutionaire beweging van de arbeidersklasse en de armen die zich keren tegen het reactionaire asociale beleid.

De arbeidersklasse en armen in dit land zullen een revolutie nodig hebben om een einde te maken aan het rotte en corrupte kapitalistische en feodale systeem. Zowel de kapitalistische democratie als de militaire dictaturen hebben de problemen van de werkende massa’s niet kunnen oplossen. De arbeidersklasse moet voor sociale verandering en arbeidersdemocratie opkomen om sociale, economische en politieke vrijheid en rechten te kennen. Zonder de socialistische omvorming van de samenleving en de vorming van een democratisch verkozen arbeidersregering, kunnen de arbeidersklasse en de armen in dit land niet bevrijd worden van de uitbuiting, repressie en onrechtvaardigheid die eigen zijn aan dit brutale systeem.

Het leven wordt bijna ondraaglijk voor de arbeidersklasse en de armen. Het neoliberale economische bloedbad sinds de jaren 1990 hefet de armen armer gemaakt en de rijken rijker. De kloof tussen rijk en arm is tot ongeziene proporties gegroeid. De huidige rechtse regering van Nawaz Sharif voert een hard neoliberaal beleid van de vrije markt. Het resultaat is dat de gewone bevolking in steeds ergere ellende leeft. De armoede, werkloosheid, inflatie en honger nemen toe. Gezondheidszorg, onderwijs, transport, huisvesting en andere diensten worden erg duur en zijn niet meer betaalbaar voor de werkende massa’s. De energiecrisis heeft alle grenzen overschreden en raakt het dagelijkse leven bijzonder sterk.

De regering beweert dat de economische indicatoren verbeterd zijn en dat de economie na bijna zeven jaar terug begint te groeien. Maar de sociale indicatoren tonen de erge staat van de gewone bevolking. De verbetering in de economie dringt niet door tot het leven van de arbeidersklasse en de armen. Zoals bij vorige periodes van economische groei zal het ook nooit tot de gewone bevolking doordringen. De economie is zodanig gestructureerd dat de heersende klasse steeds de vruchten kan plukken.

Zowel Imran Khan als Qadri hebben geen alternatief economisch programma. Ze hebben niet uitgelegd hoe ze de beloofde verandering en revolutie denken te realiseren. Verandering zal er niet komen met vage en demagogische slogans of utopische gedachten. Radicale verandering en echte revolutie tegen het rotte systeem zijn pas mogelijk met een duidelijk socialistisch radicaal programma en een massale revolutionaire beweging van de arbeidersklasse onder haar eigen revolutionaire leiding.

Socialisme is de weg vooruit. De nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder de democratische controle van de arbeiders en een socialistische planeconomie zullen een einde maken aan uitbuiting, repressie en sociale en economische onrechtvaardigheid en ongelijkheid. Een regering van arbeiders en boeren onder de democratische controle van de werkende bevolking zal werk maken van de socialistische omvorming van de samenleving waarbij er geen plaats is voor uitbuiting, repressie of discriminatie. Het zal ook een einde maken aan het religieuze extremisme en het geweld om eindelijk vrede te brengen in de samenleving.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie