Sri Lanka. Provinciale verkiezingen doorkruisen plannen van de president

Door Siritunga Jayasuriya, algemeen secretaris van de United Socialist Party (Sri Lanka)

De provinciale verkiezingen in de Westelijke en Zuidelijke provincies van Sri Lanka eind maart toonden een opvallend resultaat in vergelijking met vorige verkiezingen. De verkiezingen werden vervroegd nadat beide provincieraden werden ontbonden volgens een ‘stappenplan’ van president Rajapakse. Hij wilde aantonen dat de bevolking in het zuiden van het land met een grote meerderheid achter hem staat. Hij dacht dat dit de rechtse oppositiepartij UNP en andere oppositiekrachten zou verzwakken en dat hij vervolgens de Grondwet kon aanpassen om een derde termijn als president mogelijk te maken en vervolgens presidentsverkiezingen te houden. De regering dacht dat de oppositiepartijen vooral onderling zouden kibbelen.

Om dit plan erdoor te krijgen, ging het regime van Rajapakse over tot een massale mediacampagne waarin de publieke opinie werd opgezet tegen de door de VS ingediende resolutie voor de VN Mensenrechtencommissie. In die resolutie werd een internationaal onderzoek voorgesteld naar de schendingen van de mensenrechten in de eindfase van de oorlog in het noorden van het land. De resolutie werd door het regime voorgesteld als een samenzwering van de imperialisten en zogenaamde antiregeringsverraders die ‘regimeverandering’ willen. De bevolking in het zuiden werd gevraagd om president Rajapakse te beschermen.

De regering wist op voorhand dat de stemming over de VN-resolutie in Genève op 27 maart zou plaatsvinden. De volgzame Verkiezingscommissie gaf toe aan het plan van de regering. Deze verkiezingen waren dan ook van groter belang dan andere. De regering had door haar eigen optreden van deze verkiezingen een soort referendum gemaakt.

Van de data van de nominaties tot die van de verkiezingen, alles werd door de president en andere leiders van de heersende coalitie in kaart gezet. Daarbij werd op geen enkel ogenblik rekening gehouden met de problemen van de gewone bevolking. Er werd bewust ingespeeld op patriottisme waarbij de kiezers werden gevraagd om de leider die “het terrorisme versloeg en het land heeft gered” te steunen. Er werd steeds herhaald dat er gevaar was door de resolutie in Genève als onderdeel van een samenzwering om het regime omver te werpen.

Propaganda tegen de VS maakt geen indruk

Op de verkiezingsdag ging Rajapakse stemmen in Madamulana in zijn district Hambantota. Hij verklaarde dat de mensen met deze verkiezingen duidelijk moesten maken dat ze zich uitspreken tegen de resolutie die in Genève werd gestemd. Daarmee overtrad hij schaamteloos alle kieswetten. Deze verklaring op de ochtend van de verkiezingen werd breed verspreid via alle media. De minister van Buitenlandse Zaken G.L. Peiris vond ondertussen een nieuwe wiskundige formule uit om te verklaren dat de VS een nederlaag had geleden in Genève. Hij stelde dat de resolutie slechts 23 voorstemmen haalde bij 12 tegenstemmen en 12 onthoudingen en dat Sri Lanka bijgevolg met 24 stemmen een overwinning had behaald.

Deze context is belangrijk om de resultaten van de verkiezingen in het zuiden te analyseren. De bevolking in het zuiden volgde de oproep van Rajapakse en zijn regering niet. Hij bleef meer dan een week in zijn geboortestreek om de kiezers daar warm te maken voor zijn partij. De afgelopen jaren werden grote infrastructuurwerken gedaan in het district Hambantota met de bouw van een internationale haven, een luchthaven, een sportstadion,… Deze werden allemaal naar de president genoemd:  ‘Rajapakse haven’, ‘Rajapakse luchthaven’,… Maar dit volstond niet om het gewenste effect te bekomen. Er was een opmerkelijke daling van het aantal stemmen voor Rajapakse.

Het aantal mensen dat in het district Hambantota ging stemmen nam af van 70,2% naar 66,8%, zelfs nadat de president persoonlijk tussenkwam. In de zuidelijke provincie haalde de heersende coalitie in 2009 bij de vorige provinciale verkiezingen 804.071 stemmen. Nu waren dat er nog 699.408 of 104.663 stemmen minder. Het aantal verkozenen daalde van 38 tot 33. In de westelijke provincie ging de regeringscoalitie van 1.404.440 stemmen in 2009 naar 1.363.675 stemmen vandaag. Het aantal zetels daalde van 68 tot 56.

Een nieuwe situatie

De resultaten wijzen erop dat de triomftocht van Rajapakse tot een einde komt. Het begon met de verkiezingsoverwinning bij de presidentsverkiezingen van 2005 en daarna kwam er een momentum met een nog gemakkelijkere overwinning bij de daaropvolgende presidentsverkiezingen vlak na de nederlaag van de Tamil Tijgers in 2009. Het hoogtepunt van de triomf kwam er bij de parlementsverkiezingen van 2010. Inmiddels stellen veel mensen vast dat hun sociale en economische problemen niet zijn verdwenen en dat de regering die thema’s niet langer kan verdringen met racisme en oorlogshysterie.

Dit vormt een belangrijk keerpunt. De opmars van het regime van Rajapakse staat onder druk en er is een nieuwe samenstelling van de antiregeringskrachten. Er waren betogingen in Weliweriya Ratupaswala om de sluiting van een fabriek die het water vervuilt te eisen. Tijdens de verkiezingen gingen duizenden mensen in Dematagoda, Colombo, over tot een bezetting van de straat om te protesteren tegen het feit dat ze uit hun huis gezet worden voor zogenaamde ontwikkeling. In Avissawella Thunnana was er protest tegen watervervuiling door een rubberfabriek. Bij dat protest kwam een politieagent om het leven. Mensen beginnen collectief naar voor te komen om hun rechten te verdedigen en om blijk te geven van hun ongenoegen met het huidige systeem.

Het beeld van Rajapakse als een ongenaakbare rots begint te verbrokkelen. Tegelijk moeten we het karakter van de oppositiepartijen begrijpen. De belangrijkste oppositiepartij is de pro-kapitalistische UNP. Die is erin geslaagd om een volledige aftakeling van haar stemmenaantal te vermijden, maar de partij slaagde er niet in om het vertrouwen van de massa’s terug te winnen. Ook op een ogenblik dat de bevolking zich tegen het regime keert, lukt dat niet. De UNP haalde slechts een minimale score en slaagde er niet in om de stemmen van minderheden aan te trekken.

De UNP haalde vijf zetels in de stad Colombo waar het kandidaten van de regering versloeg. Maar het Democratic People’s Front onder leiding van Mano Ganeshan en met de officiële steun van de TNA (Tamil National Alliance) haalde 44.156 stemmen en won twee zetels. Dat geeft aan dat een meerderheid van de Tamils die in Colombo wonen voor het DPF stemden. De overgrote meerderheid van de Singalese boeddhisten in de voorwijken van Colombo stemde voor andere niet-regeringspartijen. Het resultaat van Mano is vergelijkbaar met de overwinning van Vigneshwaran in het noorden in september. Het resultaat van het DPF kan gezien worden als een stap van de Tamils om hun eigen identiteit naar voor te schuiven, waarbij ze afstand nemen van de belangrijkste kapitalistische partijen van zowel de regering als de oppositiepartij UNP.

Nieuwe samenwerkingsverbanden

Het Muslim Congress, dat deel uitmaakt van de regering, probeerde de moslimbevolking eens te meer te bedriegen maar slaagde daar niet in. De partij haalde amper 20.183 stemmen  en een verkozene. Een opvallend onderdeel van deze verkiezingen was dat geen enkele Tamil- of moslimkandidaat van de regeringscoalitie verkozen raakte. Dat is een indicatie van het feit dat de regering van Rajapakse niet enkel door de bevolking in het noorden en het oosten wordt verworpen, maar ook door de Tamils en moslims in de metropool Colombo.

De Democratische Partij van voormalige legerleider Sarath Fonseka haalde 7,9% in de westelijke provincie en 6,2% in de zuidelijke provincie. Dat is een uitdrukking van een antiregeringsstem van diegenen die het interne geruzie van de UNP beu zijn. Daarnaast heeft een deel van de meer chauvinistische en militaristische lagen voor de partij van Fonseka gestemd.

De chauvinistische JVP speelde een centrale rol in de verkiezingsoverwinning van Rajapakse in 2005 en was een enthousiaste verdediger van de oorlog. De afgelopen periode lag de partij in de touwen, maar met deze verkiezingen is er een herstel. De partij haalde zelfs in de burgerlijke media heel wat aandacht. Er kwam een nieuwe partijleider, Somawansha Amarasinghe werd vervangen door Anura Kumara Dissanayaka. Die probeerde meteen om enkele oude ‘zonden’ weg te vegen. Hij is daar tot op zekere hoogte succesvol mee.

De JVP verdedigt een kleinburgerlijke Singalese ideologie inzake de nationale kwestie. De partij probeert zich voor te doen als een ‘schone’ nieuwe kracht die ingaat tegen omkoperij en corruptie en dit in naam van de Singalese boeddhistische massa’s. Het nieuwe partijprogramma, ‘Onze visie’, werd door boeddhistische religieuze leiders voorgesteld in Kandy. Het nieuwe programma bevat een achterlijke Singalese boeddhistische ideologie die centraal staat bij de JVP.

De JVP haalde enkele goede resultaten bij deze verkiezingen, maar de hoop van jongeren op een socialistische toekomst met de JVP zal een flinke deuk krijgen in de komende crisis. De stemmen voor de JVP zijn op een obscure wijze ook een indicatie van het feit dat een deel van de anti-kapitalistische radicaliserende massa’s een links alternatief willen uitbouwen.

Het antwoord van het regime

Het regime probeert van repressie gebruik te maken nu het de greep op de macht wat verloor. In het noorden wordt een ‘tijgerfobie’ gecreëerd waarbij harde repressieve maatregelen zijn aangekondigd. Ruki Fernando en Fr. Praveen Mahesan zijn dan wel vrijgelaten, hun democratische rechten zijn sterk aan banden gelegd. Er is geen vrijheid in zicht voor Jeya Kumari en haar dochter Vibhushika die in Kilinochchi werden opgepakt. Mensen worden opgepakt onder antiterrorismewetten en voor onbeperkte tijd vastgehouden. Er is in de praktijk een militair bewind in het noorden met de regering die campagne voert tegen de zogenaamde terugkeer van de Tamil Tijgers. De regering heeft 16 organisaties in het land verboden onder het mom dat ze met de LTTE verbonden zijn. Dat is onderdeel van de regeringscampagne.

Voor het regime van Rajapakse is inspelen op Singalese boeddhistische nationalistische gevoelens de enige overlevingsoptie. De regering heeft aangekondigd dat het geen internationaal onderzoek onder de voorwaarden van de resolutie van Genève zal toelaten. Dat kan verregaande gevolgen hebben voor het land en leiden tot een crisis in de internationale relaties. De textielindustrie van Sri Lanka heeft het al hard te verduren omdat de vrijhandelsakkoorden GSP+ met de EU zijn opgeschort. De harde positie van de regering over Genève kan nieuwe problemen veroorzaken.

Het is mogelijk dat Rajapakse zal gaan voor vervroegde verkiezingen na een aanpassing van de grondwet. Maar zelfs dat zou niet gemakkelijk zijn voor zijn regime. De oppositie neemt immers toe.

United Socialist Party

Bij deze verkiezingen heeft de staat gangstermethoden toegepast. Omkoperij, corruptie en geweld domineerden. De United Socialist Party nam aan de verkiezingen deel met een duidelijk socialistisch programma. We kregen geen media-aandacht. We haalden 605 stemmen in Galle en 739 in Kaluthara. Die stemmen zijn voor voorbode van een bredere steun in de komende periode.

De regering wordt geconfronteerd met enorme moeilijkheden. We moeten niet wachten om te bouwen aan een antikapitalistische kracht die verschillende linkse organisaties, actieve werkenden en jongeren verenigt met vertegenwoordigers van de arme boeren- en vissersgemeenschappen. Daartoe is het essentieel om te bouwen aan een nationale organisatie van de werkende bevolking en de vakbonden. USP kan een beslissende rol in dit proces spelen.


Socialisme.be had naar aanleiding van de provinciale verkiezingen in Sri Lanka een gesprek met Siritunga. Dit interview publiceren we later vandaag of morgen.  

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie