Sri Lanka. VN-resolutie zal niet volstaan

9lankaAnalyse door TU Senan, coördinator Tamil Solidarity

Genocide. Dat was het verdict van het Permanent Volkstribunaal over de rol van de Sri Lankese regering bij het bloedbad tijdens de slotfase va de burgeroorlog. De waarde van het verdict is beperkt tot propaganda, deze uitspraken worden immers niet erkend door de ‘internationale gemeenschap’ van de wereldregeringen. Opvallend was de hoeveelheid van bewijsmateriaal. In maart volgt een debat over Sri Lanka op de VN Mensenrechtenraad in Genève.

Er zal bij de VN niet gepraat worden over een politieke oplossing en al evenmin over de nationale hoop van de Tamilbevolking van Sri Lanka. Het zal nochtans niet aan bewijsmateriaal ontbreken. Wel ontbreekt het aan ‘politieke wil’. Dat wordt niet bepaald door een oprechte interesse in ‘rechtvaardigheid’ maar wel door de concurrerende economische belangen in de regio.

Verschillende economische belangen bepalen de resolutie in maart

De Chinese regering beschikt over vetomacht in de VN en wil in maart verder discussiëren over een vrijhandelsakkoord met Sri Lanka. China wil tot een kaderovereenkomst komen voor het einde van 2014. De Chinees-Sri Lankese handel is sinds 2005 met 306% gegroeid. Volgens de Centrale Bank van Sri Lanka kwam in 2012 19% van de totale import, voor een waarde van 3,64 miljard dollar, uit China.

Een ander belangrijk land dat de regionale politiek in Zuid-Azië, en zeker de sociaal-economische positie van Sri Lanka, bepaalt, is India. De handel met India was in 2001 amper 672 miljoen dollar waard, maar het is meer dan vervijfvoudigd tot 4,08 miljard in 2012. Er is kritiek van Indische kapitalisten die vrezen dat Sri Lanka uit de Indische invloedssfeer weg raakt. De Indische grote bedrijven willen de banden aanhalen en investeren in Sri Lanka. Ze verwachten immers dat het ‘Grote Spel’ van deze eeuw in de Indische Oceaan zal beslecht worden.

Zowel China als India investeren sterk in infrastructuurprojecten. India bouwt aan belangrijke spoorlijn terwijl China een grote autoweg aanlegt. De Chinezen lopen ver op de Indiërs voor in de competitie om wapens te leveren aan het regime en de banden met de heersende familie van Rajapakse nauwer aan te halen. De huidige economische crisis en de daling van de groei in India en China zullen de pogingen van de Indische regering om een greep op de Sri Lankese economie te behouden moeilijker maken. De Chinese reus kan zelfs bij een beperkte groei kleine economieën zoals die van Sri Lanka gemakkelijk onder controle houden. Dat houdt de economie van Sri Lanka overigens overeind, zonder deze elementen zou de crisis veel harder toeslaan.

Zelfs met de zogenaamde ‘Pacific turn’ (de bocht naar de Stille Oceaan) van de VS, ziet het er naar uit dat de westerse imperialistische machten voorlopig in het verliezende kamp zitten. Ze hebben de Indische en Chinese economieën nodig om de wereldeconomie overeind te houden. Tegelijk proberen ze een grotere controle op de regio te verwerven, vooral om de toenemende Chinese invloed in te dijken. Maar de kleine economieën van Azië vallen als vliegjes als China een hand uitsteekt.

De Europese Unie blijft de belangrijkste exportpartner voor Sri Lanka. Er wordt voor 2,23 miljard pond geëxporteerd naar de EU, dat is goed voor 26,8% van de totale export van het land. Het IMF hielp de Sri Lankese economie kort na het bloedbad van mei 2009 met een lening van 2,6 miljard dollar. Maar algemeen is er een daling van de handel met de EU terwijl de export en import van en naar China aangroeien. China kan de grootste handelspartner worden indien er dit jaar effectief een vrijhandelsakkoord tussen China en Sri Lanka wordt gesloten.

De strijd om de controle over de Sri Lankese economie wordt op verschillende manieren gevoerd. Inbreuken op de mensenrechten door het huidige regime en de blijvende nationale kwestie voor de Tamilbevolking zijn twee elementen die een belangrijke rol zullen blijven spelen. De Chinese steun versterkt het huidige regime en draagt bij tot de opgedreven militarisering van het land. Om de Chinese invloed in Sri Lanka te stoppen, zal het huidige regime moeten verdwijnen.

Een sterke resolutie tegen Sri Lanka vanop de VN Mensenrechtenraad zou een effect hebben. Maar wellicht komt er een resolutie die zich beperkt tot het uiten van ‘bezorgdheid’ over het huidige regime. En zelfs indien er een andere regering zou komen, betekent dit vandaag dat de pro-Westerse oppositiepartij UNP aan de macht zou komen. Dat kan de krachten die een ‘sterke’ resolutie willen misschien wel overtuigen. Maar het is niet voldoende voor de grote groepen van Tamilsprekende mensen in Sri Lanka.

Politieke oplossing?

De reden waarom de Tamilbevolking een internationaal onafhankelijk onderzoek eisen, is verschillend van diegenen die er op een ‘humanitaire’ basis voor pleiten. We willen inderdaad gerechtigheid. Maar dat is niet ingegeven door wraakgevoelens. De eis van de Tamils voor gerechtigheid is verbonden met de eis voor een politieke oplossing die tegemoet komt aan de nationale aspiraties. Zonder dergelijke oplossing kan er geen gerechtigheid zijn.

Dat is waarom de eis van het recht op zelfbeschikking een belangrijk onderdeel is van de eis van gerechtigheid.

De politieke discriminatie op het eiland kent een lange geschiedenis. De ene na de andere regering heeft de onderdrukking van de Tamilbevolking verdergezet. Dat gebeurde om steun te behouden onder de Singalese bevolking in het zuiden van het land. Door de aanvallen op alle minderheden in het land, zijn de democratische rechten in het algemeen sterk uitgehold. De zwakke kapitalistische staat ging de strijd met arbeiders en minderheden aan om zich te versterken, maar daartoe is nu een bijna tirannieke controle nodig.

Er wordt algemeen aangenomen dat het huidige regime steeds meer dictatoriale kenmerken aanneemt en niet door verkiezingen alleen kan verdwijnen. Het autoritaire Chinese regime wil een langdurige greep op Sri Lanka en het leeuwendeel van de investeringen gebeurt door bedrijven die grotendeels onder de controle van de heersende familie van Rajapakse staan. De UNP aan de andere kant staat zwakker dan ooit in haar geschiedenis. Er zijn grote tegenstellingen binnen de UNP waardoor het voortbestaan ervan onzeker is. Het opvoeren van de dictatoriale macht van de familie-Rajapakse zal de UNP en de rest van de oppositie verder verzwakken.

‘Als er een nagel in je voet zit, heb je een andere nodig om het eruit te krijgen’, aldus een Tamil-spreekwoord. Dat wordt gebruikt om te pleiten voor een alternatieve oppositiekracht op basis van Singalees nationalisme om het heersende Singalese nationalisme te bestrijden. Wanhopig wordt gedacht dat het samenbrengen van boeddhistische monniken, de nationalistisch JVP en de vroegere generaal Fonseka (die ook van oorlogsmisdaden wordt beschuldigd) ertoe kan leiden dat er een oppositie ontstaat waarmee Rajapakse een nederlaag kan toegebracht worden. Het is een verkeerde strategie. Sommigen stellen dat Chandrika Kumaratunga een betere president zou zijn dan JR Jayewardene, andere stellen dat Rajapakse beter zou zijn dan Chandrika. Er is geen enkele garantie dat de gesuggereerde kandidaat, Sajith Premadasa of gelijk welke boeddhistische monnik, voor een ander beleid dan Rajapakse zou staan.

We zullen het kwade niet met ander kwaad verslaan. Er is geen ‘minder kwaad’ dat niet tot het ‘kwade’ behoort. De mensen in Sri Lanka krijgen de keuzen tussen gedood worden door een machete of door een bijl. Het doel is echter om te overleven en democratische rechten af te dwingen. Dat zal niet bekomen worden door de regering te vervangen. Niet alleen de Tamils maar alle werkenden en armen in het land weten maar al te goed dat de ene na de andere regering hen verraden heeft. Voor echte verandering in het leven en de vooruitzichten is meer nodig dan regimeverandering.

Wat er komt na dit regime is een evidente vraag als het bestaande regime onder vuur ligt. Het is uiteraard niet mogelijk om dit regime weg te halen of van karakter te laten veranderen door een resolutie in Genève te stemmen. Zelfs indien de VN Mensenrechtenraad overgaat tot het goedkeuren van een ‘sterke resolutie’ tegen het regime, dan nog zou het niet in staat zijn om dat ook af te dwingen. Er is niet alleen het obstakel van het vetorecht van China of India. Er is ook de vaststelling dat de VN geen beslissende acties kan ondernemen. Moest dat wel het geval zijn, dan waren de problemen in Iran, Syrië, Israël/Palestina of Noord-Korea toch al lang opgelost? Zelfs een externe militaire interventie zou niets veranderen, het zou de bestaande problemen enkel groter maken. Een dergelijke optie moeten we ten stelligste verwerpen.

Voor een echte grondwetgevende vergadering

Omdat deze regeringen en de VN als orgaan geen oplossing kunnen aanbieden, moeten we elders zoeken en bouwen. Er is nood aan een campagne voor een politieke oplossing die een uitdrukking vormt van de politieke en sociaal onderdrukte bevolking van Sri Lanka. Dat betekent het organiseren van een democratisch verkozen grondwetgevende vergadering.

Deze eist beperkt zich niet tot de vraag om een ‘nieuwe grondwet’ op te stellen, ook al is er een grondwettelijke crisis in het land. Iedere regering in het land heeft aan de grondwet geprutst om de eigen levensduur te rekken. We hebben nu een sterke positie voor de president en de mogelijkheid om een dictatuur verder te zetten. Zelfs de hoogste magistraat van het land is aan de kant geschoven om plaats te maken voor een volgzame dienaar van de ‘koninklijke familie’. Het zogenaamde 13de amendement, dat de Tamils in het noorden en het oosten van het land meer zeggenschap zou geven, dreigt uit de grondwet te vallen. Veel zouden de instellingen in het noorden en oosten overigens niet te zeggen hebben, de leider van de noordelijke regering kan niet eens zelf beslissen over de samenstelling van zijn regering.

Er zijn een aantal kwesties die vandaag niet opgelost zijn in Sri Lanka. Democratische rechten, waaronder vakbondsrechten en de rechten van arme boeren op grond, zijn van belang voor alle werkenden, boeren en armen. De plantage-arbeiders in de bergen leven nog steeds onder eeuwenoude voorwaarden die destijds door het Britse Rijk werden opgelegd. Ze hebben nog steeds amper toegang tot basisvoorzieningen en hun kinderen moeten soms nog kilometers wandelen om toegang tot onderwijs te hebben.

De moslim minderheid in Sri Lanka gaat gebukt onder verschrikkelijke aanvallen door fascistisch aandoende groepen van extremistische boeddhisten en andere chauvinistische krachten. De discriminatie en doden van de jaren 1990 zijn nog niet vergeten, er kwam evenmin een vorm van compensatie voor. Werkende en arme moslims zitten vast met een rotte en corrupte leiding. De mensen uit deze gemeenschappen moeten politieke autonomie krijgen zodat ze over voldoende veiligheid en economische welvaart kunnen beschikken.

De nationale aspiraties van de Tamils in het noorden en het oosten van het land moeten ingelost worden. Dat kan door een degelijk debat met aanvaardbare oplossingen in een oprechte, vertegenwoordigende en democratische Grondwetgevende Vergadering die ook verantwoording moet afleggen. Er zouden doorheen het land verkiezingen moeten zijn voor deze Grondwetgevende Vergadering. Er moet bovendien een garantie zijn aan de minderheden dat hun behoeften zullen aangepakt worden. De Tamil-vertegenwoordigers zouden bijvoorbeeld een vorm van federale regeling kunnen genieten, maar ook een referendum over onafhankelijkheid behoort tot de mogelijkheden. De Grondwetgevende Vergadering zou een volledige en open discussie moeten voeren om tot een oplossing te komen die voor iedereen aanvaardbaar is.

Sommigen zullen terecht vragen of we in 1972 deze weg al niet opgegaan zijn en daaraan de vraag koppelen wat dat ons heeft opgeleverd? De Grondwetgevende Vergadering die toen door de coalitieregering werd opgezet kon de oorzaken van de problemen niet aanpakken. Dat was omwille van verschillende problemen. De regering had haar voorwaarden zelf met twee jaar verlengd. Er was in mei 1972 een boycot in Tamilgebieden. Op de dag van de invoering werden kopies ervan verbrand door studenten. Het leidde uiteindelijk tot de Vadukkoddai-resolutie van 1976 waarmee alle Tamilpartijen onder een gemeenschappelijke koepel kwamen. Daarmee begon een nieuwe fase in het Tamil-nationalisme. De daaropvolgende nederlaag voor de regering in de verkiezingen van 1977 was historisch. De Tamil partij TULF werd de belangrijkste oppositiepartij. De LSSP, de arbeiderspartij die de belangen van de werkenden en minderheden had verraden, kwam deze nederlaag nooit te boven. De rechtse UNP veranderde de grondwet om haar greep op de macht te verlengen. Er kwam een neoliberaal offensief in de jaren 1980 en tegelijk was er een opkomst van gewande oppositie in de vorm van de LTTE.

Dat is niet de weg die we vandaag voorstellen. Het huidige regime aan de kant schuiven, betekent dat het volledige klassen- en kastensysteem dat vandaag bestaat plaats maakt voor een revolutionaire grondwetgevende vergadering – revolutionair in de zin dat het deel uitmaakt van een massastrijd voor een andere samenleving. Deze vergadering zou samengesteld worden door verkiezingen op lokaal niveau, in de werkplaatsen en de wijken, en op regionaal niveau. Er zouden democratische vertegenwoordigers van de werkenden, boeren en armen uit alle delen van de samenleving worden aangeduid. Zo’n vergadering zou niet de macht van de meerderheid gebruiken om de oprechte eisen van andere delen van de samenleving te onderdrukken. Er zou gezocht worden naar aanvaardbare oplossingen, ook voor de nationale aspiraties van de Tamilbevolking.

De strijd in Sri Lanka opbouwen

De eis van een revolutionaire grondwetgevende vergadering zal uiteraard niet aanvaard of toegepast worden door het huidige regime of de regeringen uit andere landen die dit regime beschermen. We mogen geen utopische illusie koesteren dat dit soort eis kan ingelost worden door brutale kapitalistische regeringen. Het zal het werk moeten zijn van massastrijd. Een einde maken aan het huidige regime van Sri Lanka zal ook slechts mogelijk zijn door massastrijd. Dit stelt de kwestie van een nieuwe orde, nieuwe regels en een nieuwe samenleving.

We moeten de strijd tegen het regime opbouwen in Sri Lanka en dit ondersteunen vanuit de rest van de wereld, met de andere ‘internationale gemeenschap’, die van de werkenden en armen die ook geraakt worden door de onderdrukking van dictatoriale regimes of regeringen gedomineerd door de belangen van de grote bedrijven. De Verenigde Naties zijn samengesteld door regeringen die het kapitalistische status quo verdedigen. Deze instelling zullen we er niet van overtuigen om opkomende klassenstrijd te versterken of te steunen. Zowel de VN als de EU zullen geen rol spelen in het vinden van een oplossing op lange termijn.

Het Indische kapitalisme heeft in het verleden het ongenoegen van de Tamilbevolking van de deelstaat Tamil Nadu gebruikt om de eigen belangen in Sri Lanka te verdedigen. De militaire interventie die in 1987 plaatsvond, kan vandaag mogelijk niet zomaar herhaald worden. Maar gelijkaardige pogingen van directe betrokkenheid om de zakelijke belangen en politieke inmenging te verdedigen, zijn niet uitgesloten. Het ongenoegen en de woede in Tamil Nadu zijn erg groot. De kwestie van Tamil Eelam (het ‘thuisland’ voor de Sri Lankese Tamils) ligt er bijzonder gevoelig, wellicht meer dan ooit voordien. De woede wordt nog versterkt door de enorme corruptieschandalen in alle grote Indische partijen. Er staat een vulkaan van woede op uitbarsten in Tamil Nadu. Een verdere escalatie van de inbreuken op de mensenrechten in Sri Lanka kan leiden tot een uitbarsting. Deze woede zou hierdoor snel navolging krijgen in het noorden en oosten van Sri Lanka, onder meer op basis van de gemeenschappelijke cultuur en taal. Dit kan een nieuwe vonk van strijd in de regio ontsteken. Maar het biedt ook een achterpoortje voor de reactionaire Indische regering om zich directer in Sri Lanka te moeien en zich daar voor te doen als de verdedigers van de Sri Lankese Tamils.

Wie het regime wil bestrijden en een oplossing op lange termijn wil bekomen, moet hier rekening mee houden. Onze strijd moet onafhankelijk gevoerd worden. Dat betekent dat we niet ten prooi mogen vallen aan de belangen van de Indische regering of de belangen van gelijk welke andere regering die het kapitalisme verdedigt en daarvoor waar nodig niet aarzelt om dictaturen te steunen.

Deze strijd zal geen offensieve strijd tegen een gemeenschap zijn. De eis voor het recht op zelfbeschikking is geen offensieve eis tegen de Singalese arbeiders en armen. Het is een verdediging van de democratische rechten van de Tamils en van hun nationale aspiraties. Deze strijd moet mee gevoerd worden door werkende en arme Singalezen en moslims. Het beleid van het regime van Rajapakse treft ook die werkenden en armen. Een massale campagne voor de rechten van Tamils kan ook nuttig zijn voor anderen die opkomen voor democratische rechten.

In dit kader moet een initiatief genomen worden om iedere strijdbare kracht onder de arbeiders en armen in onze strijd te betrekken. Dat is niet gemakkelijk, maar het is geen utopische droom. Er bestaat geen alternatief voor wie een oplossing op lange termijn wil. Een belangrijke sociale verandering waarbij de onderdrukking van arbeiders, vissers en kleine boeren wordt beëindigd, zou in het voordeel van de overgrote meerderheid van de bevolking van Sri Lanka zijn.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie