Gisteren werd in het staalcentrum van Flémalle nabij Luik een personeelsvergadering van metallo’s van ArcelorMittal gehouden. Nadien trokken zowat 500 arbeiders naar Namen om er te betogen. Ze werden er vervoegd door arbeiders van Caterpillar. Het doel van de betoging was om druk te zetten op de Waalse politici vooraleer de Task Force voor werkgelegenheid haar conclusies zou brengen. Maar valt er uit die hoek wel iets te verwachten? En hoe kunnen we echte druk zetten?
Een delegatie van de metaalarbeiders sprak met de parlementairen. Toen ze daar verslag van uit brachten en verklaarden dat alle partijen de strijd van de metallo’s wilden ondersteunen, reageerden veel betogers verontwaardigd. Natuurlijk zullen de gevestigde politici niet openlijk zeggen dat ze de arbeiders verwensen! Maar wat zullen ze nu concreet doen om de getroffen arbeiders te helpen? Kunnen we geloof hechten in politici die een besparingsbeleid voeren en al jarenlang verantwoordelijk zijn voor een neoliberaal beleid?
Toen de sluiting van de warme fase in oktober 2011 werd aangekondigd, werd de de eis van de nationalisatie opgeworpen. Die eis kreeg intussen een brede steun. Een peiling van LaLibre/RTBF gaf aan dat 43% van de Belgische bevolking te vinden is voor een ‘nationalisatie/regionalisatie om de activiteit voort te zetten’ (36% in Vlaanderen, 52% in Brussel en 53% in Wallonië). Jammer genoeg is deze optie nooit echt ernstig genomen. Er is een Task Force opgezet door de Waalse regering. Het doel van die studiegroep is officieel om na te gaan hoe werkgelegenheid kan behouden worden, maar in feite is het voornaamste doel om de aandacht van de meest radicale eisen af te leiden.
Toen de vertegenwoordigers van ABVV en ACV verslag uitbrachten van hun ontmoeting met de parlementsleden, wilden heel wat arbeiders de discussie aangaan over hoe we die politici na woorden tot daden kunnen dwingen. Er werd geroepen: “We laten ons niet doen. OK, maar hoe?” Het was moeilijk om een exact idee te hebben van wat er leefde onder de arbeiders, ondanks het zichtbare ongenoegen kregen ze de micro niet om tussen te komen. Het bleef hierdoor bij geroep.
Velen hadden het over een gebrek aan duidelijk perspectief voor de strijd en koppelden daar meteen de erg beperkte aanwezigheid op de actie aan. Het lot van de Luikse staalsector gaat duizenden mensen op directe wijze aan. Is het egoïsme zo sterk verspreid dat slechts enkele honderden in actie komen? Of is die aanwezigheid eerder een resultaat van een zekere gelatenheid en ontgoocheling na eerdere uitstappen naar Namen, Straatsburg of Brussel? Sinds het begin vanh et conflict in oktober 2011 hebben velen het gevoel dat ze in een uitzichtloze tunnel zitten zonder enig licht aan het einde. Zonder duidelijk actieplan en debat over de strategie die nodig is, wordt ook niet gebouwd aan een echte krachtsverhouding. De strijd kan een tijdlang teren op woede en het gevoel dat het noodzakelijk is om iets te doen, twee elementen die zeker aanwezig zijn onder de metallo’s, maar het wordt hoogtijd om de strijd ernstig te organiseren. Zoniet dreigt de harde kern uit te dunnen en geïsoleerd te geraken, ook bij de arbeiders van ArcelorMittal zelf.
Er was dus een grote frustratie aanwezig in Namen. Gecombineerd met schandalige politieprovocaties leidde dit tot enkele confrontaties. De reactie van de politie op enkele arbeiders die met verf en blikjes gooiden, was totaal buiten proportie en bijzonder gewelddadig. Een arbeider moest met bebloed gezicht en een oogwonde door het waterkanon afgevoerd worden (inmiddels raakte bekend dat hij zijn oog verloren is). En daarna volgden de media natuurlijk met hun criminalisering van de arbeiders. De arbeiders keerden terug naar de bussen toen de vrijlating van een opgepakte kameraad was bekomen.
En nu?
In Namen werden twee nieuwe data aangekondigd. Om 30 maart is er een ‘Mars voor werk’ in Luik en op 4 april volgt een actie van alle arbeiders van ArcelorMittal in Europa.
Terwijl er materiaal van het gemeenschappelijk vakbondsfront is voor de betoging van 30 maart, werden er jammer genoeg geen pakketjes met pamfletten en affiches met de militanten meegegeven. Dat hadden ze nochtans kunnen gebruiken om onder collega’s te verspreiden maar ook onder familie en vrienden, van de cafetaria van de lokale voetbalploeg tot de directe buren. Op 30 maart zal er voor het eerst sinds december 2011 een lokale betoging in Luik zijn om de metallo’s te ondersteunen. Het is een gelegenheid die met beide handen moet gegrepen worden. Waarom geen solidariteitsaffiches verspreiden onder de betogers en in de hele regio? Laat ons de strijd niet tot de fabriek beperken, maar nagaan hoe we de bevolking kunnen betrekken. Er is immers een brede solidariteit voor de metallo’s.
Zo lang na het begin van de strijd hebben veel arbeiders een mening over hoe de strijd al gevoerd si. Waarom geen algemene vergaderingen op de verschillende sites organiseren om ook de arbeiders aan het woord te laten? Het zou ook een uitstekende gelegenheid zijn om diegenen te mobiliseren die onderweg hebben afgehaakt.
- Voor democratische personeelsvergaderingen en de uitwerking van een actieplan met betrokkenheid van alle arbeiders !
- Voor de bezetting van de sites zodat ze omgevormd worden tot zenuwcentra van een massale campagne voor de nationalisatie van de staalsector onder arbeidersklasse, waarbij de bezetting een eerste stap in die richting is! Organiseren, mobiliseren, bezetten en onteigenen om te nationaliseren!