Hoe erg is het? De acute dreiging van de klimaatcrisis 

In de twee jaar sinds de grote wereldwijde klimaatstakingen van 2019 heeft Covid-19 de klimaatcatastrofe overschaduwd. Toch is het coronavirus op zichzelf een veroordeling van de kapitalistische productiewijze die ecosystemen vernietigt en biologische en ecologische gevaren creëert die de ontwikkeling van onze hele biosfeer – het leven op aarde – bedreigen.

Dossier Jonas Brannberg (Zweden) en Blythe Serrano (Verenigde Staten) uit de brochure ‘Kapitalisme doodt de planeet’

De waarschuwingen over de wijze waarop de kapitalistische productiewijze het vermogen van de aarde onder druk zet om alle uitdagingen aan te kunnen, komen in een steeds hoger tempo. Het afgelopen jaar hebben we een recordaantal tropische stormen gezien in Midden-Amerika en Zuidoost-Azië, extreme hitte in Siberië en bosbranden in Australië en Noord- en Zuid-Amerika. 2020 was, ondanks het afkoelende weerfenomeen La Niña, het warmste jaar ooit.

Even bedreigend als de klimaatverandering zijn de bedreigingen die uitgaan van de snelle sterfte van soorten, overbemesting en de explosieve verspreiding van plastic en andere verontreinigende stoffen. Volgens klimaatonderzoekers hebben we de “veilige zone” al verlaten voor vier van de negen “planetaire grenzen” die de aarde in de stabiele klimatologische toestand houden waarin zij zich de afgelopen 11.700 jaar (het zogenaamde Holoceen) bevond.

Planetaire grenzen Het concept van “planetaire grenzen” wordt gebruikt om de “veilige werkruimte voor de mensheid” te definiëren: binnen die grenzen blijven is noodzakelijk om “duurzame ontwikkeling” te garanderen. De grenzen zijn klimaatverandering, verlies van biodiversiteit, biogeochemische veranderingen, verzuring van de oceanen, landgebruik, zoet water, aantasting van de ozonlaag, gebruik van aërosolen en chemische verontreiniging.

Marx en de metabole kloof

Toen Karl Marx en Friedrich Engels, de grondleggers van het moderne socialisme, in de 19e eeuw het kapitalisme bestudeerden, zagen zij al de tegenstrijdigheid tussen het systeem en de natuur. Marx schreef dat het kapitalisme een metabolische kloof had gecreëerd tussen de menselijke samenleving en de natuur. Hij gaf een voorbeeld van hoe voedingsstoffen van het platteland naar de steden werden getransporteerd en later als afval in zee spoelden, met bodemuitputting tot gevolg.

Marx en Engels konden echter slechts de eerste glimp opvangen van wat een volledige transformatie zou worden van de relatie van de mensheid tot de natuur. In de jacht van het kapitalisme op steeds grotere winsten zijn de ecosystemen en natuurlijke grondstoffen van de aarde behandeld als gratis producten, waarbij grondstoffen, voedselproducten en andere hulpbronnen uit de natuur zijn opgezogen terwijl de vervuiling weer in de grond, de zee en de lucht werd achtergelaten. Met behulp van fossiele brandstoffen is de “fotosynthetische” barrière doorbroken: het kapitalisme heeft eenvoudigweg meer “productie” aan de natuur onttrokken dan zij kan geven.

Het is niet altijd gemakkelijk te zien wanneer geleidelijke veranderingen kwantiteit in kwaliteit veranderen (een geheel nieuwe toestand). Pas de laatste jaren zijn onderzoekers tot de conclusie gekomen dat de aarde halverwege 1900 het zogenaamde Holoceen al verlaten had.

Het Antropoceen (of kapitalisme-oceen)

We leven nu in wat het Antropoceen (het tijdperk van de mens) wordt genoemd, ook al is “Kapitalismeoceen” een betere omschrijving. Dat betekent dat we leven in een tijdperk waarin de mensheid, onder het kapitalisme, de belangrijkste kracht is geworden in de verandering van het leven op aarde. Het evenwicht in het systeem van de aarde, dat gedurende 2,6 miljoen jaar door middel van evenwichten en terugkoppeling van een verscheidenheid van levensvormen de gemiddelde temperatuur tussen -5 en +2 heeft weten te handhaven, wordt nu als gevolg van het kapitalisme ernstig bedreigd.

Gedurende het grootste deel van de menselijke geschiedenis is de aarde – of beter gezegd het deel van de aarde waarop leven kan bestaan – waarschijnlijk als min of meer oneindig beschouwd. In feite gaat het om een uiterst klein fragment van de natuurlijke wereld waarin wij leven. In het heelal zijn er minstens twee triljoen sterrenstelsels, en in ons eigen melkwegstelsel zijn er tot 400 miljard sterren. Rond één van deze sterren, onze zon, draait de aarde, met een dunne laag leven van slechts 20 km op en boven haar oppervlak.

Met een kapitalistisch systeem dat de afgelopen decennia een turbo-impuls heeft gekregen, is deze biosfeer van het leven ernstig aangetast. Het zijn niet alleen temperatuurveranderingen die de toestand waarin onze beschaving bestaat, dramatisch dreigen te veranderen. Het leven op aarde wordt ook bepaald door de circulatie in de atmosfeer (zoals de straalstromen, waarvan veranderingen de extreme koudegolf in Texas in februari 2021 veroorzaakten), door de circulatie van water via waterdamp, neerslag en oceaanstromingen, de ijskappen, de bodem, de ozonlaag, de circulatie van voedingsstoffen, enzovoorts. Met onze intrede in het Antropoceen beïnvloedt de menselijke samenleving niet alleen de dynamiek van al het leven op aarde, maar ook het hele aardsysteem: de oceanen, het ijs, de aarde, de atmosfeer en het klimaat.

Gevaarlijk verlies van biodiversiteit

Nooit in de geschiedenis van de planeet, sinds haar ontstaan 5 miljard jaar geleden, is de diversiteit van het leven zo groot geweest als tijdens het meest recente geologische tijdperk. Dit is dialectisch verbonden met de klimatologische omstandigheden. Stabiele klimatologische omstandigheden hebben de voorwaarden geschapen voor de ontwikkeling en diversificatie van het leven – maar de diversiteit van het leven heeft ook het aardsysteem gestabiliseerd en een “elastische” biosfeer geschapen – die in staat is veranderingen en onzekerheid op te vangen.

Onder het kapitalisme is deze diversiteit snel uitgehold. Sinds 1970 heeft het kapitalisme volgens het Wereld Natuur Fonds (WWF) 60 procent van de zoogdier-, vogel-, vis- en reptielenpopulaties weggevaagd. Gemiddeld wordt één op de vier onderzochte dieren en planten bedreigd, wat betekent dat ongeveer één miljoen soorten met uitsterven worden bedreigd.

Dit verlies aan biodiversiteit bedreigt ons rechtstreeks, bijvoorbeeld door de vermindering van het aantal bestuivende insecten, wat de voedselproductie bedreigt. Maar het dreigt ook de klimaatverandering te versnellen en maakt het moeilijker voor de planeet om zich aan te passen. Door de kapitalistische landbouwindustrie zijn bijvoorbeeld 90% van de lokale gewassen, die zich kunnen aanpassen aan de klimaatverandering, verloren gegaan toen grote multinationale ondernemingen andere gewassen met een hoog rendement introduceerden.

In de afgelopen decennia is 50% van het land op aarde in gebruik genomen voor landbouw, steden, wegen en andere infrastructuur. Vandaag is het veranderende landgebruik verantwoordelijk voor 14% van de uitstoot van broeikasgassen. Een voorbeeld hiervan vinden we in het rapport van de “Rainforest Foundation Norway”, die onlangs verklaarde dat slechts een derde van de regenwouden in de wereld onaangeroerd blijft.

Het gecombineerde gewicht van de huidige menselijke bevolking is 10 keer groter dan dat van alle wilde zoogdieren. Als we het gewicht van de voor menselijke consumptie gefokte veestapel daarbij optellen, maken de wilde zoogdieren slechts 4% van het totale gewicht uit. Het is echter het kapitalisme dat het probleem vormt, niet ‘de mensen’ of de mensheid in abstracto.

De rijkste 1 procent is de afgelopen 25 jaar verantwoordelijk geweest voor meer dan twee keer zoveel uitstoot van broeikasgassen als de armste helft van de wereld. De armste helft van de wereldbevolking heeft zijn uitstoot in diezelfde periode in feite helemaal niet verhoogd.

Omslagpunten

Bijzonder bedreigend is de klimaatverandering is dat het waarschijnlijk niet zal gaan om een louter geleidelijke verandering met stijgende kooldioxideniveaus in de atmosfeer. Wetenschappers hebben een aantal kritieke ‘omslagpunten’ voor het klimaat geïdentificeerd die, als ze worden bereikt, tot versnelde en mogelijk onomkeerbare effecten leiden. Sommige van die omslagpunten zijn misschien al gepasseerd.

In een paper uit 2019 met als titel “Climate tipping points – too risky to bet against” in het wetenschappelijke tijdschrift Nature, hebben wetenschappers een aantal kritieke omslagpunten voor het klimaat geïdentificeerd. Sindsdien is de wetenschappelijke gemeenschap er steeds zekerder van geworden dat deze omslagpunten zich binnen ons leven zullen voordoen.

Om de ergste gevolgen van de klimaatverandering af te remmen, zullen drastische en onmiddellijke maatregelen nodig zijn om de koolstofuitstoot te verminderen. We moeten duidelijk zijn: actie op de vereiste schaal en binnen het vereiste tijdsbestek is niet mogelijk onder het kapitalisme, een systeem dat gebaseerd is op de macht en de winsten van grote ondernemingen, die ze nooit vrijwillig zullen opgeven. De enige manier om de ergste gevolgen van de klimaatverandering te vertragen is het opbouwen van een onafhankelijke massabeweging van arbeiders en jongeren die strijden voor een einde aan de winning van fossiele brandstoffen, voor een Groene New Deal, en dit koppelen aan de strijd voor een socialistische transformatie van de samenleving.

Punten waarop geen terugkeer mogelijk is

Er zijn drie belangrijke omslagpunten waar wetenschappers al tientallen jaren voor waarschuwen, die verschrikkelijke gevolgen hebben als ze worden gepasseerd.

Eén van deze omslagpunten is het smelten van de West Antarctische ijskap. Als deze ijsplaten uit elkaar vallen, zal het ijs dat ze op hun plaats houden vrij in zee stromen, waardoor de zeespiegel met 1,5 tot 4 voet zal stijgen. Als de hele West-Antarctische ijskap instort, zou de zeespiegel 10 voet stijgen, waardoor alleen al in de Verenigde Staten meer dan 12 miljoen mensen moeten verhuizen en bijna heel New Orleans onder water komt te staan. De gevolgen zullen vergelijkbaar zijn in kuststeden over de hele wereld, en hele eilandnaties worden bedreigd.

Een ander belangrijk kantelpunt is de transformatie van het Amazonewoud in een savanne (grasland), wat kan plaatsvinden als 20-25% van het regenwoud wordt vernietigd. Nu al is ongeveer 18% gekapt. Dit zou rampzalig zijn voor de 30 miljoen voornamelijk inheemse mensen die afhankelijk zijn van de betrouwbare regenval die door het bos wordt geproduceerd, en het zou ook resulteren in een aanzienlijk verlies aan biodiversiteit. De omvorming van de Amazone tot grasland zou leiden tot meer droogte en dus een groter risico op bosbranden. Het droge seizoen is in de afgelopen 50 jaar al met een maand verlengd.

Een derde kritieke omslagpunt is de mogelijke instorting van de Golfstroom (onderdeel van de AMOC – Atlantic Meridional Overturning Circulation), die 20% van de overtollige warmte die zich aan de evenaar ophoopt, transporteert naar de poolgebieden op het noordelijk halfrond en ook een sleutelrol speelt bij het bepalen van de weerpatronen. Deze stroming vertraagt in een alarmerend tempo en zal naar verwachting met 45% vertragen tegen het jaar 2100, ook al beweegt zij zich nu al op haar traagste snelheid in ten minste 1600 jaar. Klimaatwetenschapper Tim Lenton waarschuwt dat de voortdurende vertraging van de Golfstroom een ravage zal aanrichten in de weerpatronen op het noordelijk halfrond en een escalatie van extreem weer zal veroorzaken, mogelijk nog binnen deze eeuw: “West-Europa zou zich moeten proberen aan te passen aan een totaal ander klimaat. Grote moessons kunnen verschuiven, op een slechte manier, bijvoorbeeld in India en West-Afrika.”

Andere mogelijke omslagpunten die verwoestende gevolgen voor het aardsysteem zouden hebben en de klimaatverandering versnellen, zijn het ontdooien van de permafrost (“permanent” bevroren vaste grond), het smelten van de ijskappen op aarde, het afbranden van de boreale bossen en veranderingen in de straalstroom. In het laatste IPPC-rapport wordt geconcludeerd dat het Noordpoolgebied tegen 2050 in de zomer ijsvrij zal zijn, wat er ook wordt gedaan.

Onlangs is het verontrustende bericht verschenen dat de permafrost sneller ontdooit dan geraamd, met grote emissies van het broeikasgas methaan als gevolg. Als dit het geval is, betekent dit dat een derde van het “broeikasgasbudget” dat ons onder de 1,5°C opwarming moet houden, al verdwenen is.

Elk van deze omslagpunten afzonderlijk vormt een alarmerende escalatie van de klimaatcrisis. Maar nog verontrustender is de voorspelling van wetenschappers dat cascade-effecten gemeengoed kunnen zijn, d.w.z. dat één omslagpunt andere zal uitlokken. Het Amazonewoud bijvoorbeeld herbergt maar liefst 100 miljard ton koolstof, waarvan een groot deel rechtstreeks in de atmosfeer zou vrijkomen, waardoor de temperatuur van de planeet zou stijgen en nieuwe omslagpunten ontstaan. Het resultaat kan een cascade van omslagpunten zijn die onze aarde in een ‘broeikasaarde’ veranderen – zelfs als de kooldioxide-uitstoot wordt verminderd. Dit zal natuurlijk tijd vergen – misschien wel honderden jaren – maar het probleem is dat wanneer we een omslagpunt bereiken, we niet weten of er nog een weg terug is.

De laatste jaren zijn de klimaatwetenschappers er steeds zekerder van geworden dat deze omslagpunten zich zullen voordoen – en snel. Tim Lenton stelt dat “de interventietijd die ons nog rest om het omslagpunt te voorkomen, al tot nul kan zijn geslonken, terwijl de reactietijd om tot een netto-nulemissie te komen in het beste geval 30 jaar bedraagt.” Hoewel dit potentieel catastrofaal kan zijn, suggereert recent onderzoek dat het wellicht mogelijk is deze omslagpunten tijdelijk te overschrijden zonder permanente schade aan te richten. Maar als er niet snel drastische maatregelen worden genomen, blijft een ramp onvermijdelijk.

Onderdeel van de crises van het kapitalisme

De klimaatcrisis kan niet los worden gezien van de andere crises van het kapitalisme: de economische, sociale en politieke crises. Ze wijzen allemaal op een systeem in verval waarvan de tegenstrijdigheden steeds sterker worden en dat crises veroorzaakt die allemaal op elkaar inwerken.

Zo wakkert de klimaatverandering conflicten aan die tot oorlog leiden en samen met de klimaatverandering zelf miljoenen mensen dwingen hun huizen te verlaten. Volgens Oxfam moesten in de afgelopen tien jaar jaarlijks 20 miljoen mensen vluchten als gevolg van de klimaatverandering. Als de samenleving niet van koers verandert, zal de toekomst nog veel slechter zijn. Afhankelijk van verschillende scenario’s voor bevolkingsgroei en opwarming, wordt geschat dat over 50 jaar 1-3 miljard mensen te maken kunnen krijgen met Sahara-achtige omstandigheden. Nu al leidt de klimaatverandering, net als de Covid-pandemie en andere crises, tot grotere klasse- en genderongelijkheid.

Hoewel de beperkende maatregelen als gevolg van de pandemie een vermindering van de klimaatemissies met ongeveer 7% in 2020 betekende, wijst weinig erop dat dit het begin is van duurzame verandering. Integendeel, de stimulusmiddelen die de staten naar de kapitalisten hebben gesluisd om de economie overeind te houden, zijn in veel grotere mate naar de fossiele-brandstofindustrie gegaan dan naar hernieuwbare energie. Net voor de G7-top in juni 2021 onthulde The Guardian dat de G7-landen tijdens de pandemie 189 miljard dollar aan de fossiele-brandstofindustrie hadden gegeven, veel meer dan de 147 miljard aan groenere alternatieven. De cijfers voor de G20-landen zijn nog slechter.

Het besef van de ernst van de situatie, de existentiële dreiging waarmee we worden geconfronteerd, de diepte van de “metabolische kloof” waarvan Marx slechts het begin zag, maakt het gemakkelijk te begrijpen dat het probleem niet kan worden opgelost door “alleen maar” over te schakelen op elektrische auto’s, zonnepanelen te installeren, of individuele gewoonten zoals minder of geen vlees eten. Dit komt niet in de buurt van de verandering die nodig is.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie