Op 3 december is er een nieuwe klimaatbetoging naar aanleiding van de klimaattop COP28 in Dubai. Een goed moment om naar de eisen van de beweging voor klimaatrechtvaardigheid te kijken. Eén van de voorstellen die naar voren komt, is die van degrowth. Ontgroeien en minder consumeren, is dat. We spraken hierover met Alain Mandiki, LSP-activist en syndicalist.
Interview door Constantin (Luik) uit maandblad De Linkse Socialist
We zijn ondertussen toe aan de 28ste klimaattop van de VN, maar er lijkt niets te veranderen. Hoe komt dit?
“Het nieuwste rapport van UNEP (United Nations Environment Programme) laat zien dat we afstevenen op een opwarming van de aarde tot 3°C, terwijl de afspraken van Parijs als doel hadden om de opwarming te beperken tot bij voorkeur 1,5°C en maximaal 2°C boven het pre-industriële niveau. Bovendien is er, ondanks alle beloften van de industrie om koolstofneutraliteit te bereiken tegen 2050, een toename van investeringen in de fossiele brandstoffensector.”
“Dit alles illustreert het falen van de heersende klasse om het klimaatprobleem via de opeenvolgende COP’s te beheersen. Ondertussen wordt de koude oorlog tussen de VS en China intensiever. Dat leidt tot een proces van deglobalisering en het dwingt elke nationale burgerij om haar eigen belangen voorop te stellen en zich aan te sluiten bij het imperialistisch blok dat de bescherming van die belangen het best garandeert. Deze nieuwe situatie heeft de neiging om de ruimte voor nieuwe multilaterale overeenkomsten sterk te beperken, terwijl de reeds bestaande overeenkomsten hun volledige ontoereikendheid hebben bewezen.”
En hoe staat het met de klimaatbeweging?
“De beweging van 2019 bracht enkele indrukwekkende mobilisaties die het klimaat zeker en vast op de agenda zetten. Niemand kan er nog omheen. Grote oliebedrijven als Total proberen zichzelf een ‘groener’ imago aan te meten, onder meer door mechanismen van koolstofcompensatie – die in zekere zin een vorm van koloniale verhoudingen bevatten – en door campagnes van greenwashing.”
“Als we echter kijken naar het traject van de opwarming van de aarde en de gegevens hierover analyseren, moeten we erkennen dat de mobilisaties er niet fundamenteel in geslaagd zijn om de lijnen te verleggen. Dit is een van de lessen van de beweging: massamobilisatie op zich is niet genoeg om de situatie te veranderen in de mate die nodig is.”
“De beweging is nu haar draai aan het zoeken. Er is een zekere radicalisering rond meer activistische groepen, zoals Code Rouge of Extinction Rebellion. Aan de andere kant probeert de beweging uitwegen te vinden via meer institutionele inspanningen, zoals de rechtszaken tegen regeringen die soms leiden tot veroordelingen wegens klimaatinactiviteit. Verenigingen laten zich kritisch uit over wetgevende initiatieven zoals de ‘natuurherstelwet’. De institutionele oplossingen blijven vrij beperkt en bieden geen oplossing voor de urgentie van de situatie. De radicalisering van een deel van de beweging en de zoektocht naar institutionele oplossingen illustreren dat de beweging oplossingen in alle richtingen zoekt.”
“De beweging is niet meer dezelfde als tien jaar geleden. Er wordt gezocht naar verbinding. Termen als ‘ecofeminisme’ of ‘dekoloniale ecologie’ en slogans als ‘einde van de maand, einde van de wereld: zelfde strijd’ illustreren dit. Er is een groeiend begrip dat het volledige systeem verantwoordelijk is voor de klimaatsituatie. Er is tegelijk echter geen duidelijk begrip van hoe dit systeem werkt. Wij willen de discussie over het karakter van het kapitalistisch systeem helpen verdiepen.”
Het concept ‘degrowth’ ontstond in de jaren 1970. Het kwam voort uit een deel van de ecologiebeweging en komt op voor minder productie van materiële goederen en voor minder consumptie. De afgelopen jaren werd het begrip overgenomen door een deel van de klimaatbeweging. Hoe zie jij dat?
“Het is een illustratie naar de zoektocht naar antwoorden. Ook hier evolueert de beweging. Tien jaar geleden was een van de slogans ‘meer banden, minder goederen’ (‘Plus de liens, moins de biens’). Dat drukte een idealistische kritiek uit op de consumptiemaatschappij en de impact van productie op de natuur. Vandaag is de kritiek van degrowth radicaler. Het is niet alleen een kritiek op consumentisme en productivisme, maar op het volledige systeem. Dat is een positieve ontwikkeling.”
“We moeten echter voorzichtig zijn aangezien degrowth als concept een theoretisch containerbegrip is. Het wordt gebruikt door het hele politieke spectrum, van extreemrechts over spiritualistische groepen en de ‘deep ecology’ trend tot linkse antikapitalisten als Kohei Saito en Jason Hickel. Die laatsten hebben een algemene kritiek op het kapitalisme.”
“Degrowth brengt een kritiek op het volledige systeem, maar de vaagheid van het concept verhindert ons om de mechanismen van het systeem volledig te begrijpen en daarom ook om er effectief tegen in te gaan. Marxisten bekritiseren de productiewijze op basis van een begrip van het functioneren ervan.”
“Het kapitalisme is volgens ons een systeem dat fundamenteel schadelijk is voor de mensheid, de natuur en de relatie tussen beiden. In dit systeem is de productie niet gericht op sociale behoeften, maar op de accumulatie van kapitaal in handen van een kleine minderheid. Dat is waarom het kapitalisme een grote accumulatie van goederen voortbrengt. Het systeem verandert alles in waren. Handelswaar is vooral een kristallisatie van een sociale relatie van uitbuiting. Vanaf zijn ontstaan heeft het kapitalisme er alles aan gedaan om de mens en de natuur te onderwerpen. Het afbakenen en toe-eigenen van grond door grootgrondbezitters leidde tot de tegenstelling tussen stad en platteland, maar ook tot destructieve handelsrelaties voor de volkeren van landen die onderworpen waren aan het juk van slavernij en koloniale overheersing, waar de monocultuur voor de export het model was. Het is dit wetenschappelijke begrip van het kapitalisme dat we in de beweging willen brengen.”
Het marxisme legt veel nadruk op de noodzaak om de productiekrachten te ontwikkelen. Als we kijken naar de ecologische balans van ‘socialistische’ landen in het verleden, is het begrijpelijk dat sommigen zich vragen wat de relevantie van een marxistische analyse rond klimaat is. Is degrowth ook niet een kritiek op het marxisme?
“De ervaring van het Oostblok, eigenlijk van de stalinistische karikatuur van socialisme, heeft een hele generatie weggeleid van het marxisme. Ze zagen immers enkel de dogmatische en verwrongen karikatuur. In de Sovjet-Unie waren er heel wat ecologische rampen. De kernramp in Tsjernobyl is er maar één voorbeeld van. Veel rivieren en meren werden vervuild. Bureaucratische planning hield geen rekening met de band tussen mens en natuur. In de Chinese Volksrepubliek zorgde de ‘campagne van de vier plagen’ ook voor een grote verstoring van het ecologische evenwicht.”
“Dit illustreert dat het stalinisme niet in staat is om ecologische problemen aan te pakken. Nu het ideologische gewicht van het stalinisme weg is, geeft dit ons de gelegenheid om opnieuw te kijken naar de werkelijke bijdragen van het marxisme aan de politieke ecologie.”
“Het concept van de metabole breuk speelt bijvoorbeeld een fundamentele rol in het denken van Marx. Vanaf het begin van zijn werk zien we dat de band tussen mens en natuur absoluut fundamenteel is.”
“Toen Marx de overgang van de feodale naar de kapitalistische productiewijze analyseerde, merkte hij op dat producenten voor het eerst in de menselijke geschiedenis fysiek werden losgekoppeld van de productiemiddelen. Het doel van het afbakenen van grond was om boeren van hun land te beroven. Het resultaat was de eerste vervreemding van de arbeider van zijn gereedschap. Als gevolg daarvan werden mensen gedwongen om hun arbeidskracht te verkopen om te overleven. Dit leidde onder meer tot de scheiding tussen stad en platteland.”
“Voorheen was er een zekere harmonie tussen mens en natuur, mogelijk gemaakt door de heropname van afval dat voortkwam uit het productieproces door de bodem, waardoor er een soort natuurlijke cyclus was. De plattelandsvlucht en de massale industrialisering hebben echter een hele reeks natuurlijke cycli doorbroken. De vernietiging van de stikstofcyclus veroorzaakt bijvoorbeeld een hele reeks ecologische problemen. De vruchtbaarheid van het land vermindert. Bovendien heeft de kloof tussen stad en platteland geleid tot een opeenhoping van vervuiling en afval in stedelijke centra.”
“De discussie over de ontwikkeling van de productiekrachten is een van de meest besproken en interessante discussies. De stalinisten hebben er een karikatuur van gemaakt, maar wat Marx hiermee bedoelde en wat in het Communistisch Manifest tot uitdrukking komt, is dat we voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid een stadium hebben bereikt waarin sociale, economische en ecologische crises niet worden veroorzaakt door onderproductie maar door overproductie. Dit is te wijten aan het kapitalisme, dat, om al zijn interne tegenstrijdigheden op te lossen, de sociale en natuurlijke obstakels die in zijn weg staan overwint. Vandaag komt het er niet zozeer op aan om het aantal op de markt gebrachte goederen te vergroten, maar om op een rationele manier en in overeenstemming met de behoeften te produceren. We willen ook dat het leven van mensen niet langer vervreemd is. Daarom willen we af van de loonverhouding. We willen dat de tijd die besteed wordt aan het produceren van wat nodig is, beperkt wordt tot het strikte minimum, zodat we kunnen genieten van wat ieder van ons aangenaam vindt en we een gelukkig leven kunnen leiden. Dit is wat Marx de overgang van het rijk van de noodzaak naar het rijk van de vrijheid noemde.”
Je gaat er dus vanuit dat er geen fundamentele oplossing is binnen het kapitalisme. Er rest ons echter weinig tijd. We kunnen toch niet wachten op een ander productiesysteem om de klimaaturgentie aan te pakken? Zou degrowth een goed vertrekpunt zijn om er direct aan te beginnen?
“Het argument van de tijd moet niet lichtvaardig worden opgevat. Er is een urgentie. Er is het probleem van de CO2. Van de negen planetaire grenzen die niet overschreden mogen worden om de voorwaarden voor menselijke ontwikkeling in stand te houden, zijn er al zes overschreden en de drie andere gaan ook die weg op.”
“Tegelijk wordt het argument van de urgentie al te vaak misbruikt om ons de ontoereikende maatregelen te laten aanvaarden die de heersende klasse bereid is om te geven. Het argument is dan dat elke kleine maatregel beter is dan helemaal niets. Het zijn dit soort redeneringen die ons naar de afgrond brengen waar we ons nu bevinden.”
“Naast het probleem van de opwarming van de aarde, is de volledige relatie tussen mens en natuur problematisch onder het kapitalisme. Dit systeem is niet in staat om te reageren op alle tegenstrijdigheden op verschillende fronten.”
“We zien dit in België met de PFAS-crisis. Fabrikanten wisten al jaren dat een te hoge concentratie van dit product gevaarlijk was. Om de winststroom niet af te remmen, deden ze niets en brachten zo de lokale bevolking in gevaar. Toen het schandaal van de 3M-fabriek in de Antwerpse regio bekend raakte, kwamen de gevolgen niet zozeer bij de eigenaars terecht, maar bij het personeel dat jobs verloren zag gaan.”
“Het toont een van de belangrijkste zwaktes in de benadering van degrowth. Die benadering benadrukt de noodzaak om consumptie en productie te verminderen, maar analyseert niet de tegenstellingen in de samenleving. Een recent Oxfam-rapport toont aan dat de 1% rijksten op de planeet evenveel CO2 uitstoten als de 66% armsten. Dit is een uitdrukking van het feit dat de samenleving in klassen is opgedeeld. We moeten de vraag stellen welke klasse de confrontatie met de tegenstrijdigheden van het kapitalisme kan aangaan om de economische, sociale en ecologische problemen aan te pakken. De kapitalisten zijn niet te vertrouwen. De vele schandalen inzake volksgezondheid en milieu veroorzaakt door hun winstzucht maken duidelijk dat ze totaal niet in staat zijn om iets in het algemeen belang te doen.”
“Er zullen radicale maatregelen moeten worden genomen om de concentratie CO2 in de atmosfeer te verminderen en zo te voorkomen dat de gemiddelde temperatuur met meer dan 1,5° Celsius stijgt.”
“We weten dat er nood is aan grootschalige herbebossing in aaneengesloten gebieden en we weten dat ecosystemen die door de kapitalistische productiemethoden zijn vernietigd terug moeten worden opgebouwd. Er moeten dus een hele reeks beperkingen aan de productie opgelegd worden. Dan zijn er nog de sociale noden. De afgelopen veertig jaar werden gekenmerkt door een explosie van ongelijkheid en tekorten. Die zijn er ook in de zogenaamd ‘rijke landen’, maar zeker in de neokoloniale landen, waar de ontwikkeling van het kapitalisme achterloopt en de sociale noden enorm zijn. Dit betekent dat we niet alleen moeten werken aan het verenigbaar houden van het leven in de maatschappij met de natuur, maar dat er zich ook een hele reeks sociale verplichtingen opdringen.”
“Om dit te doen, hebben we geen andere keuze dan de economie op een rationele manier te plannen, zodat we democratisch kunnen beslissen hoe we de noodzakelijke ecologische transitie kunnen maken. Dit is onmogelijk zonder de belangrijkste sectoren van de economie te nationaliseren. We moeten over de middelen en instrumenten beschikken om onze economie koolstofvrij te maken.”
Om deze ecologische transitie te bereiken, is het zeker dat bepaalde sectoren hun activiteiten sterk zullen moeten beperken, zoals bijvoorbeeld de olie-industrie. Maar is het niet redelijk om tegelijk ook de activiteit van sectoren zoals het openbaar vervoer net drastisch uit te breiden?
“Absoluut. In feite erkennen de meeste linkse voorstanders van degrowth dit. Het zou oneerlijk zijn om het politieke project van de linkse degrowth beweging gelijk te stellen aan een recessie die nadelig is voor de sociale meerderheid als geheel. Het dwingt ons echter wel om de vraag te stellen wat er fundamenteel mis is met het kapitalisme. Het probleem beperkt zich niet tot de groei van het BBP. Het gaat om het fundamentele doel van het kapitalisme, namelijk de accumulatie van goederen om ze te verkopen en winst te maken. Grondstoffen zijn bovenal een sociale relatie van productie en uitbuiting. En dit is het probleem. In een socialistische samenleving zou de discussie over groei op een heel andere basis plaatsvinden, omdat het doel in de eerste plaats zou zijn om aan sociale behoeften te voldoen. Sociale behoeften zijn ook milieubehoeften, want het is de sociale meerderheid die lijdt onder de gevolgen van klimaatverandering.”
Het opbouwen van een maatschappij waar sociale behoeften voorrang krijgen op winst, zal een enorme strijd vergen. Hoe kunnen we de krachtsverhouding opbouwen die ons daartoe in staat stelt?
“We moeten putten uit recente ervaringen. De mobilisaties van 2019 waren historisch. Ze hebben niet gewerkt. Niet omdat de mobilisatie zinloos was, maar omdat de vraag van de macht niet goed werd gesteld. Waar ligt de macht? In de sociale productieverhoudingen. Daarom vertrekt onze strategie van de klassentegenstellingen. We moeten inspelen op deze fundamentele tegenstelling van het kapitalisme. Feit is dat als arbeiders stoppen met werken, de kapitalist het proces van kapitaalaccumulatie niet kan voortzetten. Daarom is de staking nog steeds het beste wapen dat we hebben. Staken alleen is niet voldoende. We moeten de kwestie van het opnieuw toe-eigenen van de productiemiddelen voor de behoeften van de maatschappij op de agenda zetten. Het is duidelijk dat zo’n beweging niet in één dag opgebouwd kan worden. Elke keer dat we mobiliseren, is dat een kans om de mensen om ons heen ervan te overtuigen dat een ander systeem nodig is en dat er een alternatief bestaat in de vorm van democratische socialistische planning.”