2011. Het jaar dat de verworpenen der aarde ontwaakten

Het afgelopen jaar zal de geschiedenis ingaan als een keerpunt. Dit was het jaar dat revolutie opnieuw op de agenda kwam te staan. Er werd een einde gemaakt aan oude vormen van dictatoriale regimes. Eenduidigheid over alternatieven is er nog niet, maar de kracht van massabewegingen werd aangetoond. Dictators die nog in het zadel zitten, zijn bij deze gewaarschuwd voor wat in 2012 kan gebeuren.

Deel 1 van ons jaaroverzicht


Van wanhoop tot massaal verzet

Het begon eind 2010 met lokaal protest in Tunesië. Een straatverkoper in het stadje Sidi Bouzid stak zichzelf in brand uit protest tegen de uitzichtloosheid en de aanhoudende repressie. De wanhoopsdaad van Mohamed Bou’azizi, die op 4 januari overleed, was een uitdrukking van een druppel die een overvolle emmer ongenoegen deed overlopen. De massa’s verloren hun angst om in verzet te gaan, ze wisten dat ze niets te verliezen hadden behalve de ketenen van hun onderdrukking.

Het Tunesische regime werd jarenlang geprezen als een van de meest stabiele in de regio en een uitstekend land voor kapitalistische investeerders. Het massale protest leidde tot wat onmogelijk werd geacht: Ben Ali moest vluchten. Die dictator probeerde eerst met toegevingen en vervolgens met een nieuwe golf van repressie het verzet de kop in te drukken, maar niets mocht baten. De massa’s waren hun angst om in verzet te gaan verloren, arbeiders legden het volledige raderwerk stil met hun stakingsacties. De betogers eisten democratische rechten en een regering die hen echt vertegenwoordigt. Zoals wij meteen stelden, was het omverwerpen van Ben Ali slechts een eerste stap in de revolutie en moest verder worden gegaan.

De strijd in Tunesië kreeg al gauw een verlengstuk in de hele regio. Er werd gestart met acties in onder meer Algerije en Egypte, maar in de loop van het jaar bleef quasi geen enkel land in Noord-Afrika en het Midden-Oosten onaangetast, overal werd geprotesteerd. Een Egyptenaar twitterde: “Iedere Arabische leider kijkt angstig uit naar Tunesië, terwijl iedere Arabische burger hoopvol en solidair naar het land kijkt”.

Eind januari, minder dan een maand na het uitbreken van de massale beweging in Tunesië, nam het verzet in Egypte opstandige proporties aan. We schreven daarover: “De gebeurtenissen ontwikkelen met een duizelingwekkende snelheid. Dat komt omdat de massa’s op het politieke terrein komen. De komende uren en dagen zullen cruciaal zijn en het is mogelijk dat Moebarak moet verdwijnen.” Er kwamen betogingen met meer dan een miljoen deelnemers die allen vastberaden waren: ‘we blijven tot Moebarak weg is’. Deze beweging kwam niet uit de lucht vallen, de afgelopen jaren waren er belangrijke aanzetten van massaprotest.

Ook het regime van Moebarak deed er alles aan om het verzet de kop in te drukken, daarbij werd niet geaarzeld om geweld te gebruiken. Het mocht niet baten, de arbeiders legden het werk neer en Moebarak moest aftreden. Het massale protest op het Tahrirplein en de breed gedragen stakingsbeweging zorgden ervoor dat nog een dictator moest buigen.

De revoluties in Tunesië en Egypte waren vooral een spontaan gegeven met indrukwekkende voorbeelden van zelforganisatie. Wij stelden: “De afgelopen periode werd gekenmerkt door de eerste elementen van een situatie van dubbelmacht waarbij de wijkcomités en bedrijfscomités een tegenmacht vormden en de macht van het regime betwistten. Er is nu een reëel gevaar dat de Tunesische revolutie aan de massa’s wordt ontnomen en dat met de medeplichtigheid van de internationale instellingen.”

De beweging kende ook navolging in Jemen, Bahrein, Jordanië, de Palestijnse gebieden, Syrië, Libië en zelfs in Israël. Het werd een heuse regionale opstand. Tot in China werd revolutiebesmetting gevreesd. Wij schreven dat het nodig was om niet enkel de dictaturen omver te werpen, maar het volledige kapitalistische systeem. We waarschuwden: “Het omverwerpen van de dictaturen is maar een eerste stap. Het afdwingen van democratische rechten zou een belangrijke stap vooruit zijn. Maar overblijfselen van de oude regimes blijven intussen overeind, in het bijzonder in het vroegere staatsapparaat. Dat blijkt uit de blijvende invloed en de repressie van politie en leger in Egypte en Tunesië.” Dit was nog maar het begin van het revolutionaire proces.

Imperialisme wringt zich terug op het voorplan

De bewegingen in Tunesië en Egypte kwamen voor de imperialisten en hun commentatoren als een verrassing. Het leidde tot het verdwijnen van bondgenoten en dit nog voor er nieuwe bondgenoten werden gecreëerd om de touwtjes over te nemen. Een belangrijke zwakte in de bewegingen was de afwezigheid van een revolutionaire leiding die de beweging richting kan geven om tot socialistische verandering te komen zodat de sociale eisen en de democratische bekommernissen zouden worden gerealiseerd. Die afwezigheid is een complicatie voor de revoluties, bijna een jaar na het uitbreken van het protest is het nog steeds niet tot een volledige breuk met de oude regimes gekomen. Anderzijds is er geen terugkeer naar zoals het vroeger was. De massa’s hadden hun angst verloren en dat blijft een stempel drukken op een situatie die explosief blijft.

In Libië zag het imperialisme een kans om zelf een actieve rol te spelen in het proces van revolutionaire bewegingen. Het gebrek aan een sterke arbeidersbeweging maakte dit mee mogelijk. Er werd een no fly zone afgekondigd en het imperialisme kwam militair tussen om een volgzamer regime in het zadel te hijsen. Wij stelden: “Het gaat enkel om puur economische en politieke berekeningen die aan de basis liggen van de beslissing van de imperialistische machten.” Wij verwierpen de imperialistische tussenkomst en stelden dat de revolutie het werk moet zijn van de arbeiders en arme massa’s zelf. Ons verzet tegen de imperialistische interventie, betekende uiteraard niet dat we ook maar enige steun zouden geven aan dictator Khadaffi. Het imperialisme kwam tussen om hun voormalige bondgenoot Khadaffi aan de kant te schuiven en te vervangen door een meer betrouwbare bondgenoot.

Wereldwijde impact

2011 is niet enkel het jaar dat revolutie terug op de agenda werd geplaatst. Het is ook het jaar dat het internationale karakter van verzet en revolutie op een fantastische wijze tot uiting kwam. Er waren in het verleden natuurlijk al eerdere voorbeelden, ook in het recente verleden met onder meer de anti-oorlogsbeweging en het verzet tegen de neoliberale globalisering. Maar in 2011 werd het vanzelfsprekend dat protest in het Midden-Oosten verzet elders stimuleerde en inspireerde.

Ook de Verenigde Staten kenden een beweging van massaal protest tegen het besparingsbeleid. Op het begin van het jaar werd al een aanzet gegeven door tienduizenden betogers in Wisconsin tegen de besparingsplannen van ‘Hosni’ Walker, de conservatieve gouverneur die door de actievoerders naar Hosni Moebarak werd genoemd.

Het protest in de VS kende in 2011 een sterke opleving met bezettingsacties onder de noemer ‘Occupy’. Het idee kwam van de bezetting van onder meer het Tahrirplein in Egypte. Deze beweging waaide onder meer via de Zuid-Europese verontwaardigden, indignado’s, ook over naar de rest van de wereld met onder meer een internationale actiedag op 15 oktober. Het verzet tegen het besparingsbeleid was uiteraard opvallend aanwezig in het zuiden van Europa met stakingen in Griekenland, acties in Spanje en Portugal,… maar ook elders in Europa was er massaal ongenoegen met grote betogingen en stakingsacties in onder meer Groot-Brittannië.

Wat brengt 2012?

In Egypte en Tunesië moet nog steeds een volledige breuk met het oude regime van onderdrukking en uitbuiting gemaakt worden. Het zal er op aankomen om de arbeidersbeweging en de armen politiek te organiseren in een brede nieuwe partij en dit rond een programma van socialistische verandering. Iedere poging om tot democratie en sociale vooruitgang te komen zonder te breken met het kapitalisme, is gedoemd om te mislukken. Een revolutionair proces verloopt niet rechtlijnig, maar kent hoogtepunten en vertragingen. Als geen stappen vooruit worden gezet, dan is er ruimte voor nieuwe complicerende factoren. Dat zagen we bij de verkiezingen in beide landen waarbij islamisten, die geen centrale rol speelden in de revolutie, het initiatief in handen namen. Het afgelopen jaar kwam Osama Bin Laden om het leven, maar de strategie van terrorisme om tot verandering te komen, werd eerder al verworpen. De massabewegingen toonden aan hoe dictators wel kunnen bestreden worden. Het protest zal nu niet zomaar terug verdwijnen, de geest is uit de fles en geraakt er niet zomaar terug in. Na een opstandig 2011 moet werk worden gemaakt van een revolutionair 2012 waarin niet alleen dictators het toneel moeten verlaten maar ook het systeem dat deze dictators creëerde.

De impact van de revoluties in Tunesië en Egypte en de bewegingen in de rest van de regio van het Midden-Oosten en Noord-Afrika zal ook in 2012 aanwezig blijven. Mogelijk zal 2011 slechts de geschiedenis ingaan als het startpunt van een revolutionaire golf. Op het einde van 2011 zagen we ook massaal protest tegen de ‘democratische’ dictatuur van Poetin in Rusland. Er zijn nog andere dictators die voor hun toekomst mogen vrezen. Laat ons hopen dat enkele extreme gevallen zoals Nazarabajev in Kazachstan of Rajapakse in Sri Lanka de volgende doelwitten zullen zijn. Maar ook dichter bij huis zal de reële impact van de revolutionaire golf zich concreter beginnen laten voelen. In Europa wordt de burgerij stilaan wanhopig, iedere poging om de crisis binnen te perken te houden, mislukt. Het besparingsbeleid maakt slachtoffers en het ongenoegen groeit. Ook hier bestaat het antwoord van de elite op het ongenoegen uit het afbouwen van democratische rechten. De revolutionaire golf van 2011 heeft haar eerste stappen in Europa al gezet, na die eerste stapjes zou het wel eens sneller kunnen lopen dan doorgaans wordt gedacht.


Meest gelezen op marxisme.be

Diepgaande analyses en theoretische stukken vind je terug op de website marxisme.be. Hieronder een overzicht van de 15 meest gelezen artikels van 2011 op deze site.

  1. Wereldcongres van het CWI. Opbouw van onze organisatie
  2. Een terugblik op de Suez-crisis van 1956
  3. Als een miljard Chinezen springen… Nieuw boek over ecologische ramp in China
  4. Recensie. “De eeuwige terugkeer van het fascisme”. Rob Riemen brengt enkel vaak weerkerende clichés
  5. Wereldcongres van het CWI. Fragiele groei en crisis in Latijns-Amerika
  6. Abram Leon: Hoe het jodendom de geschiedenis kon overleven
  7. Recensie. “Het grote ontwerp”. Stephen Hawking en Leonard Mlodinow over het universum
  8. Tunesië, Egypte,… Welke perspectieven en welk programma voor de massa’s?
  9. Egypte. Jarenlange arbeidersstrijd vormde de basis voor revolutie vandaag
  10. “We leven in een politieke wereld”. Bob Dylan en de communistische partij
  11. China tussen kapitalisme en planeconomie
  12. Massaal protest in het Midden-Oosten en Noord-Afrika: Hoe verder met de revolutie in Egypte?
  13. De dringende taken voor de Tunesische revolte
  14. Kapitalisme in crisis – Wereld in verandering
  15. Chinese regime bang van ‘Jasmijn-revolutie’
Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie