Economie. De corona-recessie is begonnen

Verklaring van het internationaal uitvoerend orgaan van ISA (International Socialist Alternative)

De coronaviruspandemie heeft honderdduizenden mensen besmet en duizenden het leven gekost. De meeste wetenschappelijke en medische deskundigen waarschuwen dat de situatie ongetwijfeld nog veel erger zal worden en dat er wereldwijd miljoenen mensen zullen sterven. Deze crisis toont zowel de uiterste onbekwaamheid van het kapitalistische systeem om een gezondheidscrisis van deze omvang aan te pakken als de heldhaftige inspanningen van gezondheidswerkers, wetenschappers, leraren, brandweerlieden en vele anderen, vaak vrijwilligers, die hun eigen leven riskeren en lange uren werken om het virus in te dammen en te bestrijden.

Zij moeten dit doen in een situatie van permanente nood, die nog wordt verergerd door een tekort aan tests, sanitaire voorzieningen, ziekenhuisbedden en personeel. Dit is in hoge mate het gevolg van het neoliberale offensief dat de afgelopen decennia is gevoerd tegen de gezondheidszorg en andere openbare diensten. Dit heeft geleid tot de geleidelijke invoering van neoliberale managementbeginselen, waaronder “lean production” (waarbij alles tot het absolute minimum wordt teruggebracht), en tot de volledige privatisering van voormalige openbare diensten en nationale gezondheidsstelsels.

Zo beschikte Italië in 1975 over 10,6 ziekenhuisbedden per 1.000 personen, tegenover 2,6 nu. In 2011 waren er 6,9 verpleegkundigen en vroedvrouwen per 1.000 mensen, tegenover 5,8 in 2017. In Frankrijk is het aantal ziekenhuisbedden per 1.000 personen van 11,1 in 1981 afgenomen tot 6,5 in 2013.

Omdat sommige westerse mediacommentatoren en politici troost zoeken in de hoop dat het begin van de zomer de uitbraak zal temperen, vergeten ze vaak dat hun zomer de winter op het zuidelijk halfrond is! De enorme ongelijkheden, de slechte sanitaire en gezondheidsvoorzieningen en de hoge bevolkingsdichtheid die in veel delen van de neokoloniale wereld heerst, kunnen leiden tot een nieuwe cyclus van menselijk lijden op een nog grotere schaal, mocht het virus daar wortel schieten.

Na een periode van ontkenning en openlijke verdoezeling hebben regeringen, internationale instellingen en politici zich ‘aangesloten’ bij de strijd. In veel landen die door het virus zijn getroffen, worden scholen, bars en restaurants gesloten. Sport en culturele activiteiten zijn afgelast. Massabijeenkomsten worden verboden.

Frankrijk heeft een gedeeltelijke lockdown uitgeroepen. Bars en restaurants zijn gesloten en een demonstratie van honderden demonstranten van gele hesjes, waarvan sommige met een beschermend masker, is zaterdag door de politie in Parijs gestopt en door de autoriteiten als onverantwoordelijk voorgesteld in het kader van de epidemie. Macron stond er echter op dat de lokale verkiezingen de volgende dag zouden doorgaan.

Italië staat onder volledige lockdown, maar net als in bijna alle andere landen blijven de meeste bedrijven ongestraft hun gang gaan, wat de andere genomen maatregelen zinloos maakt en illustreert hoe regeringen in dienst van de bazen staan. Dit is de context voor een golf van wilde stakingen en walkouts die internationaal is uitgebroken tegen de roekeloze poging van de kapitalistische klasse om hun winstmarges te behouden, met totale minachting voor mensenlevens en de gezondheid van de werknemers. In heel Italië zijn er stakingen geweest van industriële arbeiders, postbeambten in Groot-Brittannië, buschauffeurs in Frankrijk en België, arbeiders uit de autosector in Canada, enz. Nu de Europese Commissie door de gebeurtenissen wordt ingehaald, ligt ook de veelgeprezen “vrijheid van verkeer” in de EU en de interne markt aan flarden.

Epidemieën en pandemieën komen steeds vaker voor in het wereldwijde kapitalisme

Epidemieën en pandemieën zijn niet uitzonderlijk, de geschiedenis is ermee bezaaid. Naar schatting is de Europese bevolking gehalveerd door de Justiniaanse Pest (550 – 700AD). Plagen maken geen deel uit van onze cultuur, maar worden erdoor veroorzaakt. De Zwarte Dood verspreidde zich in het midden van de 14e eeuw in Europa, vergemakkelijkt door de groei van de handel langs de Zijderoute, alvorens 30% van de Europese bevolking te decimeren. Geïnfecteerde mensen moesten veertig dagen binnen blijven en er werd een bundel stro aan de gevel van hun huis gehangen, zodat de mensen konden zien dat de bewoners besmet waren. Schepen die vanuit besmette havens in Venetië aankwamen, moesten 40 dagen voor de landing voor anker gaan. De Spaanse griep (1918-1920) besmette naar schatting 500 miljoen mensen over de hele wereld en leidde tot 50-100 miljoen doden. Volgens de vorig jaar gepubliceerde studie van de Wereldbank zou een soortgelijke epidemie vandaag leiden tot een ineenstorting van het mondiale BBP met ongeveer 5%, een recessie die veel dieper is dan die van 2009 (-2%).

Sinds deze historische voorbeelden hebben ongekende wegenbouw, ontbossing en ontwikkeling van de landbouw, evenals het wereldwijde reizen en de handel, de mensheid nog vatbaarder gemaakt voor ziekteverwekkers zoals het coronavirus. Studies hebben aangetoond dat dergelijke opkomende ziekten in de laatste halve eeuw zijn verviervoudigd, grotendeels als gevolg van de verstoring van het ecosysteem door menselijke activiteiten. Tussen 2011 en 2018 telde de Wereldgezondheidsorganisatie maar liefst 1.483 epidemieën in 172 landen. In de recente geschiedenis haalden hiv (dat aids veroorzaakt) en de ebola-epidemie de krantenkoppen voor het doden van honderdduizenden mensen, vooral in sub-Sahara Afrika.

Vanwege de gelijkenis met Covid-19 wordt veel verwezen naar de uitbraak van SARS (Severe Acute Respiratory Syndrome) in Zuid-China tussen november 2002 en juli 2003, die 8.098 infecties veroorzaakte, met 774 gerapporteerde sterfgevallen in 17 landen tot gevolg. Deze epidemie had echter, net als HIV en ebola, slechts een zeer beperkt effect op de wereldeconomie (-0,1%).

Deze keer zal het anders zijn

Tijdens de SARS-epidemie was China, dat 4% van de wereldeconomie vertegenwoordigde, nog niet het economische zwaargewicht dat het nu is (17% van het mondiale BBP). Het heeft sinds de crisis van 2008 de groei in de wereld grotendeels gestimuleerd en is een belangrijke leverancier en afnemer geworden voor alle continenten. Het absorbeert 14% van de uitvoer uit de EU, 6% minder dan 20 jaar geleden, en zorgt voor 20% van de invoer in de EU, een verdubbeling ten opzichte van 20 jaar geleden. De Duitse auto-industrie is bijvoorbeeld sterk afhankelijk van de Chinese markt: een op de vier BMW’s wordt daar verkocht en een derde van de jaarlijkse winst van VW wordt in China gerealiseerd. China’s Aziatische buren en veel mondiale grondstoffenproducenten (zoals Brazilië) zijn sterk afhankelijk van het Chinese productieritme. Ook bezoeken jaarlijks zo’n 8 miljoen Chinese toeristen Europa en nog veel toeristen trekken naar bestemmingen in Azië, waaronder Japan.

Hoewel er sinds 2008 sprake is van een gedeeltelijke omkering van de globalisering en de groei van de wereldhandel, betekent het sterk geïntegreerde karakter van de wereldeconomie en de toeleveringsketens, waarbij de productie van goederen en hun componenten over veel landen en continenten is gefragmenteerd, dat het stoppen van productie in het ene land zich vertaalt in een vertraging of verlamming van de productie in andere landen. Apple, dat een fabriek heeft in Wuhan, heeft al aangekondigd dat het op zoek is naar andere leveranciers.

De farmaceutische industrie is voor de productie van een belangrijk deel van de generieke geneesmiddelen en werkzame stoffen sterk afhankelijk van de Chinese chemische industrie. Op 27 februari meldde de Amerikaanse FDA (Food and Drug Administration) al het eerste drugstekort in verband met de uitbraak, en met de verstoring in de toeleveringsketen van de geneesmiddelen. Verdere soortgelijke tekorten zijn mogelijk. China is ook een belangrijke spil van veel andere sectoren. Deze onderlinge afhankelijkheid is een belangrijke aandrijfriem voor schokken over de hele wereld.

De wereldwijde recessie die begint zal waarschijnlijk voor altijd de naam COVID-19 dragen. De waarheid is echter dat het virus de aanleiding was van de recessie, maar niet de fundamentele oorzaak. Het coronavirus verscheen op een moment dat de wereldeconomie al aan het wankelen was. De wereldgroei in 2019 was slechts 2,9% vergeleken met 3,4% in 2018 en 3,6% in 2017, stelselmatig lager dan voor de Grote Recessie. Een belangrijke bron van zorg is het gebrek aan productiviteitsgroei. De stagnatie en de daling in de afgelopen tien jaar betekent dat de bescheiden groei van de arbeidsproductiviteit vooral wordt gedreven door de accumulatie van fysiek kapitaal (machines, gebouwen, kantoor- of magazijnbenodigdheden, voertuigen, computers, enz. die een bedrijf bezit), en niet zozeer door een grotere efficiëntie of innovatie.

De wereldeconomie heeft nooit echt de fundamentele zwakheden overwonnen die hebben geleid tot de Grote Recessie van 2008-2009. De productiviteitsniveaus bleven dalen, leeggelopen zeepbellen werden vervangen door andere, nog grotere zeepbellen en hoewel de rentetarieven werden verlaagd en er tonnen geld werden gedrukt, zijn de productieve investeringen in de reële economie nooit van de grond gekomen. De lonen werden laag gehouden, de huizenprijzen hoog en het inschrijvingsgeld, de gezondheidskosten enz. bleven stijgen. De kleine voordelen die het “herstel” met zich meebracht, kwamen voor een overweldigend deel ten goede aan de kapitalistische elite, waardoor de ongelijkheid nog groter werd. De enorme bedragen die in de financiële sector van de belangrijkste kapitalistische landen werden gepompt door middel van maatregelen als Quantitative Easing (QE) zijn grotendeels teruggegaan naar speculatie in plaats van naar productieve investeringen. In wezen bestond het beleid van de belangrijkste kapitalistische landen uit het verderop schoppen van het blikje door er steeds meer geld in te pompen.

Gevangen in een schuldenval

In 2008-2009 waren de kapitalisten sterk afhankelijk van de “opkomende” BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China), die toen in tegenstelling tot vandaag relatief dynamisch waren. Dit was zeker het geval voor China, dat investeerde in grootschalige infrastructuurprojecten en grote hoeveelheden grondstoffen importeerde. Vandaag is China om een aantal redenen niet in staat om deze rol te spelen. Naast de effecten van het coronavirus (waarop we verder terugkomen), de toegenomen inter-imperialistische spanningen en het gedeeltelijk stilvallen van zijn ‘Belt and Road’-programma, draagt China ook nog steeds de effecten van zijn gigantische op krediet gebaseerde herstelbeleid dat werd toegepast als reactie op de crisis van 2008 en daarna.

De totale schuld van China wordt geschat op meer dan 300% van het BBP, wat neerkomt op ongeveer 40.000 miljard USD, of ongeveer de helft van het mondiale BBP! Bovendien heeft de Chinese centrale bank misschien niet volledig controle over wat bedrijven als Tencent of Alibaba met hun geld doen. Als de groei zou vertragen en staatsbedrijven, provinciale of lokale overheden hun schulden niet betalen, kan dit leiden tot een vermenigvuldiging van faillissementen en besmetting van de banksector. Door de bijzondere staatskapitalistische structuur van China zou dit een grote systeemcrisis kunnen worden.

De schuld wordt beschermd door administratieve maatregelen die de kapitaalstroom in en uit het land controleren. Dit heeft een enorme impact op de Chinese investeringen en het beleid in het buitenland. Om deze schuld te voeden en de economie vooruit te helpen, heeft China spaargeld van zijn bevolking en inkomsten uit export nodig. Zonder groei kunnen de mensen minder geld op de banken zetten en een nog dieper wantrouwen jegens de overheid ontwikkelen. Voor de export kunnen China’s investeringsplannen in het buitenland de toegang tot lokale buitenlandse markten garanderen.

Bovendien speelt Hongkong ook een cruciale rol. Het werkt als een doorgeefluik voor financiële transacties tussen de nog niet volledig opengestelde Chinese economie en de open wereldeconomie. Met Hongkong zijn alle uitwisselingen met de open financiële wereld daarbuiten relatief eenvoudig. Zonder dit systeem, en met aanzienlijke delen van de Chinese economie die nog steeds onder strenge administratieve controle staan, zou alles moeilijker zijn. Dat brengt een strategische noodzaak met zich mee voor de huidige economische en politieke situatie in China. Peking moet Hongkong onder controle houden, terwijl het in economisch opzicht ook relatief vrij en open moet blijven, om te voorkomen dat het land geïsoleerd raakt.

China staat bij lange na niet alleen in zijn schuldencrisis. Een decennium van record-lage, of negatieve, rentetarieven heeft een recordhoeveelheid aan wereldwijde schulden opgestapeld, goed voor meer dan 322% van het mondiale bbp! Dat betekent dat eventuele zwakke plekken in het financiële systeem het potentieel hebben om een nieuwe schuldencrisis te veroorzaken. In de afgelopen tien jaar hebben bedrijven massaal geleend. De enorme stijging van de niet-financiële schulden van bedrijven in de VS is bijzonder opvallend. Dit heeft de zeer grote mondiale technologiebedrijven in staat gesteld om hun eigen aandelen te kopen en enorme dividenden uit te keren aan de aandeelhouders, terwijl ze in het buitenland contant geld opstapelen om belastingen te ontduiken. Het heeft ook kleine en middelgrote bedrijven in de VS, Europa en Japan, die geen substantiële winst hebben gemaakt, in staat gesteld te overleven in een ‘zombiestaat’.

Eind december 2019 bereikte het wereldwijde aandeel van niet-financiële bedrijfsobligaties een historisch hoogtepunt van 13.500 miljard dollar, het dubbele van het niveau van december 2008, vooral in de VS, waar de bedrijfsschuld sinds de financiële crisis bijna is verdubbeld. Het grootste deel van die schuld heeft de rating ‘BBB’, wat betekent dat ze worden gedegradeerd tot ‘junk levels’ als de economie hapert. Het meest recente mondiale financiële stabiliteitsrapport van het IMF onderstreept dit punt met een simulatie waaruit blijkt dat een recessie die half zo ernstig is als in 2009, ertoe zou leiden dat talloze bedrijven met schulden niet in staat zouden zijn om die schuld af te lossen. Als de verkoop ineenstort, de toeleveringsketens worden verstoord en de winstgevendheid verder daalt, zouden deze bedrijven met een zware schuldenlast kunnen instorten. Dat zou de kredietmarkten en de banken treffen en mogelijk een wereldwijde financiële ineenstorting veroorzaken.

De wereldhandel is een bron van zorg te midden van een versnelde ontglobalisering

Een van de meest opvallende kenmerken van de komende recessie is de versnelling van de omkering van de globalisering en een toename van het economisch en politiek nationalisme. Dit wordt weerspiegeld in politieke fenomenen in de hele wereld, waarbij regeringen in de belangrijkste machten van de wereld worden overgenomen door een golf van rechts-populisme. Terwijl de beperkte maar zeer belangrijke internationale samenwerking ertoe heeft bijgedragen dat de kapitalisten de Grote Recessie van 2008/9 in bedwang konden houden, is er vandaag geen sprake van dergelijke samenwerking, en in plaats daarvan is er de opkomst van wereldwijde inter-imperialistische tegenstellingen, die de wereldeconomie domineren en naar de afgrond duwen. Dit werd erg duidelijk in de wereldhandel.

Als het volume van de wereldhandel in het jaar 2000 als 100 wordt genomen, dan is het gestegen tot 117 in 2007, maar gedaald tot 105 in 2017. De Wereldhandelsorganisatie meldde vorig jaar een toename van de wereldhandel met 1,2%, minder dan de helft van de verwachte 2,6% vanaf april 2019. Ter vergelijking: de wereldhandel is van 1990 tot 2007 gemiddeld met 6,9% per jaar gegroeid, wat de groei van de wereldeconomie stimuleerde.

Bovendien begon Trump in 2018 zijn handelsoorlog, die een einde maakte aan de groei van de onderlinge afhankelijkheid van de Chinese en de Amerikaanse economie als centrale economische relatie van het wereldkapitalisme en plaats maakte voor een steeds meer vijandige relatie. Zelfs na de ‘fase één’-overeenkomst, die op 15 januari door de VS en China werd ondertekend, bedraagt het gemiddelde douanetarief tussen beide landen nu 19,3%, tegenover 3% voor het begin van de handelsoorlog. De “fase 1”-overeenkomst vertegenwoordigt geen noemenswaardige de-escalatie. Het is een overeenkomst tussen vertegenwoordigers van een kapitalistisch systeem in beroering en achteruitgang. Geen van beide partijen zal waarschijnlijk enige duurzame winst behalen en de werkenden en armen zullen dat ook niet doen.

De overeenkomst is tot stand gekomen omdat beide partijen steeds meer wanhopig op zoek waren naar een manier om het conflict tijdelijk te verlichten, waarbij de VS in een verkiezingsjaar zit en het Chinese regime met interne problemen te kampen heeft. Maar het is slechts een kwestie van wanneer en over welke kwesties de gevechten worden hervat.

Zelfs toen de VS en China de overeenkomst in het Witte Huis ondertekenden, bereidden de Amerikaanse ministeries nieuwe maatregelen voor tegen de Chinese telecomgigant Huawei, die door het Amerikaanse establishment is uitgekozen als doelwit, vooral vanwege zijn dominante rol in de 5G-technologie, de volgende generatie draadloze netwerken. De VS voeren ook de druk op de regeringen in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland op om Huawei uit hun 5G-infrastructuur te weren. Er zijn nog meer problemen in de relatie tussen de VS en China rond Taiwan, Hongkong en Xinjiang, de verhoogde militaire activiteit aan beide zijden van de Zuid-Chinese Zee en de groeiende trend naar financieel protectionisme.

Een pauze in de tariefoorlog tussen de VS en China kan ook de weg vrijmaken voor nieuwe handelsconflicten die de regering-Trump laat botsen met Europa, Japan en andere landen. In twee ronden, in 2018 en opnieuw vorig jaar, heeft Trump douanetarieven voor aluminium en staal uit de EU en voor 7,5 miljard dollar aan andere producten ingevoerd na een uitspraak van de Wereldhandelsorganisatie ten gunste van de VS omtrent Europese subsidies aan vliegtuigbouwer Airbus. Trump dreigt ook met tarieven tegen Italië en Groot-Brittannië over plannen om digitale bedrijven zoals Google en Facebook te belasten. De Franse regering heeft toegegeven aan de dreigementen van Trump rond een soortgelijk belastingvoorstel.

De EU en andere handelsmogendheden halen opgelucht adem dat de VS en China lijken af te zien van een verdere escalatie, maar schreeuwen tegelijk dat de “fase één” overeenkomst neerkomt op “gecontroleerde handel” in strijd met de beginselen van de “vrijhandel.” Dit is weer een nagel aan de doodskist van de WHO, die al verlamd is geraakt door het besluit van Trump van vorig jaar om de benoeming van rechters voor het geschillenbeslechtingssysteem van de WHO te blokkeren. Dit arbitragesysteem, dat is handelsconflicten onder controle moet houden, ligt nu aan duigen. Onder Trump heeft de Amerikaanse regering het multilateralisme resoluut opgegeven ten gunste van een bilaterale strategie om handelsovereenkomsten van staat tot staat te sluiten. Als grootste economie geeft dit de VS een voordeel, totdat nieuwe crises en schokken het machtsevenwicht veranderen, terwijl de bredere impact een meer gefragmenteerde en onstabiele wereldeconomie is.

Coronavirus leidt tot economische krimp in China

De eerste reactie van de Chinese autoriteiten toen het coronavirus begin december vorig jaar voor het eerst opdook in Wuhan en toen de nieuwe Covid-19 stam op 7 januari werd geïdentificeerd, was er een van criminele verwaarlozing. Ondanks het feit dat Beijing berichten ontving over de situatie en zelfs de Wereldgezondheidsorganisatie op 31 december in kennis stelde van het ontstaan van een nieuw type coronavirus, stemde de centrale regering in met de doofpotaffaire van de regionale regering en luidde zij pas op 20 januari aan de alarmbel. Drie dagen later legde Peking een draconische afsluiting op aan de provincie Wuhan en Hubei, na meer dan zes weken niet te hebben gehandeld. Het Chinese regime zat al eerder in de problemen. Tijdens de zesjarige regeringsperiode van Xi zijn de opgeblazen officiële groeicijfers gedaald tot 7%, na 30 jaar van gemiddeld 10% groei.

Waarnemers in China en internationaal erkennen nu wat onze kameraden op chinaworker.info eerder hebben uitgelegd, namelijk dat de macht van Xi veel beperkter is dan ze dachten. Meerdere crises in de betrekkingen tussen de VS en China, de economie en de volksopstand in Hongkong hebben de druk op Xi drastisch verhoogd en de machtsstrijd binnen de heersende elite weer aangewakkerd. Als gevolg daarvan werden lokale functionarissen die bang waren voor alles wat de Xi-dictatuur zou kunnen beschadigen of in verlegenheid zou kunnen brengen, volledig verlamd door de Corona-crisis en durfden ze niets te doen tenzij ze daartoe door Peking werden geïnstrueerd. Het nieuws van de uitbraak werd onderdrukt. Online informatie werd geblokkeerd. Handhaving van de “stabiliteit” was de hoogste prioriteit. Cruciale tijd om het virus in te dammen ging verloren en toen het oncontroleerbaar werd, werd de top van het regime gedwongen om de crisis direct onder controle te krijgen.

Drie dagen later werd de stad Wuhan (met 11 miljoen inwoners) afgesloten, met een verbod op alle uitgaande reizen. In de volgende drie dagen werd deze quarantaine en het uitreisverbod uitgebreid tot nog eens 20 steden, waarbij zo’n 60 miljoen mensen werden getroffen. Treinen, vliegtuigen, veerboten en bussen stonden stil en stations en tolwegen werden geblokkeerd door gewapende politie. De steden in quarantaine leken op oorlogsgebied, waarbij de bevolking geconfronteerd werd met ernstige ontberingen, een acuut tekort aan medische voorraden en lange wachtrijen om een dokter te zien in een ondergefinancierd en overweldigd ziekenhuissysteem.

Tientallen miljoenen arbeiders bleven zonder loon achter omdat fabrieken en kantoren werden gesloten. De nieuwjaarsvakantie werd in het grootste deel van het land met tien dagen verlengd en in sommige regio’s zelfs nog langer. Leraren werden niet betaald omdat scholen tot nader order gesloten moesten blijven. Miljoenen arbeidsmigranten uit de provincies in het binnenland waren overgeleverd aan nieuwe quarantaineregels en reisbeperkingen die zich over het hele land verspreidden. Het grootste deel van China kwam tot stilstand.

Peking ging toen in een acute schadebeperkingsfase en probeerde het personage van “Keizer” Xi te beschermen, waarbij alle schuld op de regering en de politie van Wuhan werd afgewenteld. De CCP zette zijn volledige arsenaal aan ‘stabiliteitsmaatregelen’ in met een massale propaganda- en PR-aandrijving, die een ‘volksoorlog’ tegen de epidemie afkondigde. De bouw van twee nieuwe ziekenhuizen in Wuhan in recordtempo, waarbij nog eens 13.000 bedden werden toegevoegd, was bedoeld om het gezag van het regime te versterken, maar in werkelijkheid was het veel minder dan wat nodig was. Er zijn schattingen van wel 190.000 geïnfecteerde mensen in Wuhan. De twee ziekenhuizen werden gebouwd door vooral migranten zonder arbeidscontract, zonder ziektekostenverzekering en zonder toegang tot medische behandeling in vreselijke en onveilige werkomstandigheden.

Jamil Anderlini van de Financial Times stelde: “Als het virus niet snel kan worden ingedamd, kan dit het Tsjernobyl-moment van China worden, wanneer de leugens en absurditeiten van de autocratie voor iedereen zichtbaar worden.”

Wat de economische maatregelen betreft, kondigde Peking een noodfinanciering van 12 miljard dollar aan om de epidemie te bestrijden. Maar in dezelfde week werd er 174 miljard dollar in de banksector en de aandelenmarkt gepompt om een ineenstorting van de markt te voorkomen. Naast hun angst voor een ineenstorting van de markt, toont dit ook aan dat het Chinese regime, net als de westerse kapitalistische mogendheden, een in dienst staat van het grootkapitaal en dat de winst voorgaat op het menselijk leven.

Ondanks de propaganda dat China de corona-crisis achter zich heeft gelaten, is de situatie verre van normaal. Begin maart was de officieel gerapporteerde “hervatting van het werk” in China ongeveer 60% voor kleine en middelgrote ondernemingen, en beduidend hoger voor grotere bedrijven. Het heropenen van een bedrijf betekent echter niet dat het op dezelfde capaciteit werkt als voordien. Bovendien is de roekeloze provocatie van een nieuwe uitbraak in China een mogelijkheid die inherent is aan de situatie, aangezien het op winst beluste regime zich haast om de economie weer in beweging te krijgen.

Dan Wang, van The Economist Intelligence Unit, verwacht dat 9 miljoen mensen in de Chinese steden dit jaar hun baan zullen verliezen door de gevolgen van het virus. Volgens het Chinese nationale bureau voor de statistiek is de industriële productie in de eerste twee maanden van dit jaar met 13,5% gedaald en is de dienstverlening met 13% afgenomen. De combinatie hiervan suggereert dat het BBP van China met 13% is gekrompen en dat het eerste kwartaal van dit jaar het eerste kwartaal van negatieve groei sinds 1976 zal zijn. Deze cijfers liggen ver onder de verwachtingen van de analisten, waarbij veel Chinese deskundigen hun verbazing uitspreken over het feit dat overheidsfunctionarissen dergelijke verwoestende cijfers rapporteren.

De eigenlijke schok kan nog groter zijn, want de lockdowns zijn grotendeels pas op 23 januari begonnen. Verdere cijfers lijken dit te bevestigen. Tijdens de uitbraak van het virus in januari en februari zouden ongeveer 5 miljoen mensen in China hun baan hebben verloren. De werkloosheid in de steden steeg tot 6,2% in februari. Deze officiële cijfers zijn slechts een ruwe indicator, aangezien zij alleen betrekking hebben op de werkgelegenheid in de steden. De meeste industriële werknemers in China zijn de 300 miljoen migranten uit de plattelandsgebieden die zonder contract werken en gediscrimineerd worden. Naar schatting is 30-40% van hen nog steeds werkloos en dat zal voor een langere periode zo blijven.

De detailhandelsverkopen daalden in januari en februari met 20,5% op jaarbasis en de investeringen in vaste activa daalden met 24,5%, tegen 5,4% groei toen de gegevens voor het laatst werden gerapporteerd. Deze gegevens, die op 16 maart werden vrijgegeven, laten zien hoe ernstig het virus de groei van de op één na grootste economie ter wereld heeft getroffen.

De machtsstrijd binnen de CCP en de heersende elite zal vrijwel zeker opnieuw opvlammen, gevoed door groeiende verdeeldheid over het bewind van Xi, maar uiteindelijk ook door nieuwe woede en radicalisering die in de maatschappij woedt. De pandemie heeft het falen van het regime aan het licht gebracht en enorme economische schade aangericht. Dit kan een nieuwe crisis ontketenen met mogelijk revolutionaire gevolgen. De taak van de marxisten, in het bijzonder van de aanhangers van ISA in China, is om de meest bewuste delen van de arbeidersklasse en de jeugd te helpen zich hier politiek op voor te bereiden. De humanitaire, economische en politieke crisis in China schreeuwt om de opbouw van een socialistisch en werkelijk democratisch arbeidersalternatief voor het autoritaire kapitalisme van de CCP.

Beurzen gaan van optimisme naar regelrechte paniek

Tot eind februari bleef de ‘economische wereld’ verrassend optimistisch. Op dat moment woedde de epidemie vooral in de provincie Hubei, die 4,5% van het Chinese BBP vertegenwoordigde. Er was over het algemeen een overschatting van de kracht van de dictatuur van Xi Jingping, haar capaciteit om schijnbaar eindeloze middelen te mobiliseren en haar controle over de bevolking. Hierdoor dachten ze waarschijnlijk dat het regime in staat zou zijn om er mee om te gaan. Zelfs na de afsluiting van de provincie Hubei en andere maatregelen, of misschien zelfs wel vanwege hen, dachten ze dat Covid-19 de wereldeconomie niet zou doen ontsporen.

Nog op 2 maart schreef de OESO in haar rapport ‘Coronavirus: the world economy at risk’: “In de veronderstelling dat de epidemiepieken in China in het eerste kwartaal van 2020 en de uitbraken in andere landen mild en binnen de perken zijn, zou de wereldwijde groei dit jaar met ongeveer 0,5% kunnen worden verlaagd ten opzichte van de verwachte groei in de economische vooruitzichten van november 2019”. En dan: “De vooruitzichten voor China zijn aanzienlijk herzien, met een groei die dit jaar onder de 5% gaat, alvorens te herstellen tot meer dan 6% in 2020”.

Tegen die tijd was het epicentrum van wat laat werd erkend als een pandemie al naar Europa verschoven. In de laatste week van februari heeft dit ertoe geleid dat de Europese beurzen gemiddeld tussen de 12 en 15% hebben verloren en dat verschillende Amerikaanse beurzen hun scherpste dalingen sinds 2008 hebben geboekt. Op 28 februari rapporteerden de beurzen wereldwijd hun grootste daling in één week sinds de financiële crisis van 2008. Dit leidde ertoe dat de ministers van Financiën en de directeuren van de centrale banken van de G7-landen een gezamenlijke verklaring publiceerden om de markten te kalmeren, waarbij zij beloofden dat zij alle passende instrumenten zouden gebruiken om de sociaaleconomische gevolgen van de uitbraak aan te pakken.

In de dagen daarna verlaagden een aantal centrale banken uit Maleisië, Australië, Indonesië en Mexico en andere landen hun tarieven of namen ze andere stimuleringsmaatregelen, maar de belangrijkste verrassing kwam van de Amerikaanse FED. Zij verlaagde haar tarief met 50 punten. In tegenstelling tot de Europese en Aziatische markten die meestal kortstondig waren gestegen, daalden alle Amerikaanse markten en daalde het rendement op 10- en 30-jarige Amerikaanse schatkistcertificaten tot een recordlaagtepunt.

Olieprijscrisis 

Er wordt gezegd dat een ongeluk nooit alleen komt. De daling van het aantal reizen en de lagere vraag naar olie in China als gevolg van de lock-out door het coronavirus hebben geleid tot een daling van de olieprijs. Het leidde ertoe dat het kartel van olieproducenten, de OPEC, een mogelijke verlaging van de productie besprak om dit tegen te gaan. Er werden plannen gemaakt om de olieproductie met 1,5 miljoen vaten per dag te verlagen tot het laagste productieniveau sinds de Irak-oorlog. Tijdens een bijeenkomst in Wenen op 5 maart 2020 slaagden de OPEC en Rusland er echter niet in overeenstemming te bereiken.

In een hevige economische oorlog om verminderde afzetmogelijkheden door zowel Saoedi-Arabië als Rusland werd vervolgens op 7 maart een verhoging van de olieproductie aangekondigd, waardoor de prijzen met nog eens 25% daalden. Op 8 maart kondigde Saoedi-Arabië onverwacht aan dat het de productie van ruwe olie verder zou verhogen en deze met een korting (van 6 tot 8 dollar per vat) zou verkopen aan klanten in Azië, de VS en Europa. De winning van ruwe olie in Saoedi-Arabië is veel goedkoper (18$ per vat) dan in Rusland (42$), laat staan de schalieolieproductie in de VS. Als Saoedi-Arabië de markt blijft overspoelen, zou het veel Russische, Amerikaanse en andere oliewinners uit de markt kunnen drukken.

De Russisch-Saudi-Arabische olieprijsoorlog, in combinatie met de groeiende paniek rond het coronavirus, leidde tot wat bekend werd als “Zwarte” of “Crash” maandag. Op die dag was er de grootste daling ooit van de Dow Jones op één dag en vele andere beurzen kenden ook een “berenmarkt” (d.w.z. wanneer de aandelenkoersen met minstens 20% dalen na een eerdere hoge koers). Het werd gevolgd door weer een lawine van aankondigingen van centrale banken en overheidsinterventies.

In de VS stelde Trump een fiscale stimulans voor in de vorm van een 0% loonbelasting. Vervolgens kondigde hij op 11 maart een tijdelijk reisverbod van 30 dagen aan tegen de 26 leden van het Schengengebied in Europa. De volgende dag werd “Zwarte Donderdag”, met een nog grotere daling van de Amerikaanse aandelenmarkten op één dag en nog een dag van internationale marktvernietiging. De Dow Jones registreerde zijn snelste overstap naar een berenmarkt in zijn 124-jarige geschiedenis. Tussen 17 februari en 13 maart verloor S&P 500 van Wall Street 27% van zijn waarde, FTSE 100 in Londen verloor 30% en Dax in Frankfurt 33%.

Op weg naar een diepe recessie

De beurzen zijn verre van een juiste afspiegeling van de exacte toestand van de economie. Ze geven echter wel een vertekend beeld van de richting waarin de economie zich beweegt. Vanaf eind februari begonnen economen en commentatoren openlijk de mogelijkheid van een recessie aan de orde te stellen. Hun belangrijkste vraag was echter welke vorm de recessie zou aannemen en hoe diep die zou zijn. Zou het een V-vormige recessie zijn, te beginnen met een steile daling als gevolg van de beperkingen die tijdens de piek van het virus zijn ingevoerd, om al snel de bodem te bereiken en plaats te maken voor een versterkte ommekeer?

Of zouden de eerste tekenen van herstel voorbarig zijn en leiden tot een tweede dip, een W-vormige recessie? Meestal roepen economen bij het aankaarten hiervan de overheid op om hulp te bieden, vooral aan kleine en middelgrote bedrijven, in de vorm van belastingkortingen, goedkope leningen of financiële hulp aan personeel dat uit het arbeidsproces wordt gehaald. Anders zouden deze bedrijven failliet kunnen gaan of werknemers ontslaan, wat de mogelijkheid van herstel ondermijnt en kan leiden tot een langere U-vormige recessie of zelfs tot een L-vormige recessie zonder kans op herstel op de korte tot middellange termijn.

De mogelijkheden om een dergelijk scenario te voorkomen worden met de dag kleiner. Op 13 maart kondigde JP Morgan aan dat zijn visie op de uitbraak van het coronavirus “de afgelopen weken dramatisch is geëvolueerd”. De plotselinge stopzetting van de economische activiteit door quarantaines, annuleringen van evenementen en sociale distantie naast wekenlange chaos op de financiële markten heeft tot de conclusie geleid dat de Amerikaanse en Europese economieën tegen juli door een diepe recessie worden getroffen.

Volgens ramingen zal het Amerikaanse BBP in het eerste kwartaal met 2% en in het tweede kwartaal met 3% krimpen, terwijl de eurozone met respectievelijk 1,8% en 3,3% krimpt. Dat zou rampzalig zijn. Tijdens de Grote Recessie van 2008-2009 bedroeg de daling van de productie in de VS ongeveer 4,5%. Voor China en Italië wordt de daling nu geschat op ongeveer 6,5% en deze kan oplopen tot 10%. Op het hoogtepunt van de grote recessie verloor de Amerikaanse economie 800.000 banen per maand en de werkloosheid bereikte een piek van 10%. Deze keer zal het nog veel erger zijn. In China zijn al miljoenen mensen werkloos geworden en er zullen er wereldwijd nog veel meer volgen. De heersende klassen zijn doodsbang voor de woede die dit kan uitlokken en die de opstanden en klassenstrijd die zich in het laatste deel van 2019 hebben voorgedaan op elk continent, kunnen doen herleven en uitbreiden.

Een reeks andere economen en instellingen, waaronder Goldman Sachs, zijn hun schattingen aan het herzien, en geen enkele ziet er veel optimistischer uit. Kenneth Rogoff, van de Universiteit van Harvard zei: “Een wereldwijde recessie lijkt vast te staan met een kans van meer dan 90%.” Olivier Blanchard, Peterson Institute, zei dat er “geen twijfel over bestaat dat de wereldwijde economische groei negatief zal zijn” voor de eerste zes maanden van 2020. De tweede helft zou afhangen van wanneer de piekinfectie wordt bereikt, zei hij, eraan toevoegend dat zijn “persoonlijke gok” was dat deze periode waarschijnlijk ook negatief zou zijn.

Het IMF definieert een wereldwijde recessie als een periode waarin de groei, normaal gesproken ongeveer 3,5 tot 4% per jaar, onder de 2,5% komt. Niet alle IMF-alumni zijn van mening dat deze definitie in de huidige omstandigheden verstandig is, maar ze hebben allemaal gezegd dat aan de voorwaarden voor een wereldwijde recessie wordt voldaan, ongeacht de precieze definitie. In 2009 is het mondiale BBP met 0,1% gedaald. Op dit moment is het OESO-scenario voor het geval dat de pandemie zich buiten China uitbreidt, 1,5% groei, maar dit zal binnenkort naar beneden moeten worden bijgesteld, mogelijk ver onder het niveau van 2009.

Gita Gopinath, de hoofdeconoom van het IMF, zei dat het weliswaar moeilijk te voorspellen was, maar dat dit niet leek op een normale recessie. Ze wees op gegevens uit China die een veel sterkere daling van de diensten laten zien dan een normale recessie zou voorspellen. Ze zei ook: “Dit zou een tijdelijke schok moeten zijn, als er een agressieve beleidsreactie is die kan voorkomen dat het verandert in een grote financiële crisis.” In veel opzichten kreeg ze toen eigenlijk dat agressieve beleid waar ze om vroeg…

Op 3 maart heeft de FED een renteverlaging van 0,5% toegepast in het licht van de “evoluerende risico’s voor de economische activiteit” van het coronavirus. Vervolgens kondigde ze op 12 maart plannen aan om de kwantitatieve versoepeling uit te breiden met 1,5 biljoen dollar om geld te injecteren in het banksysteem. Op 15 maart verlaagt de Fed de rente opnieuw met een volledig procentpunt, tot een streefcijfer van 0 tot 0,25%, en dat gaat gepaard met nog eens $700 miljard aan kwantitatieve verruiming. Op 16 maart echter stortte de beurs weer in, de Dow Jones met bijna 3.000 punten, oftewel meer dan 12%, zijn grootste puntenverlies op één dag in de geschiedenis. De bazooka van de FED was gericht op het opvangen van een aanhoudende financiële crash, maar vanuit het oogpunt van de versoepeling van de markten had het een tegenovergestelde effect en verergerde de crisis.

Wat er had moeten gebeuren, maar in veel grotere mate dan waartoe kapitalisten bereid zijn, werd aangegeven door Chris Zaccarelli, chief investment officer van de Independent Advisor Alliance: “Als er een geloofwaardig en specifiek fiscaal en volksgezondheidsbeleid wordt gevoerd om de economische en volksgezondheidsrisico’s in te dammen, dan zal je een bodem in de aandelenmarkt beginnen te zien.” Dat werd bevestigd toen de zwaar bekritiseerde Trump-administratie eindelijk een aantal beperkte maatregelen aankondigde om de toegang tot tests te verbeteren. En opnieuw toen Trump verklaarde dat de coronapandemie een nationale noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid was en $50 miljard aan overheidsuitgaven vrijgaf voor tegenmaatregelen, of toen Nancy Pelosi verklaarde dat het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden een wet zou aannemen met inbegrip van uitbreiding van het ziekteverlof, die Trump onderschreef ondanks aanvankelijk verzet. Deze acties lagen aan de basis van de korte momenten waarop de aandelenmarkten hun neerwaartse spiraal onderbraken.

Dit is niet omdat de markten of de gevestigde orde plotseling medelijden voelen met arbeidersgezinnen. Sommige van de meer cynische zien zelfs kansen in de pandemie, zoals de ‘short-selling’ speculanten die hebben winst maakten door te gokken op dalende aandelenkoersen op de beurs. Anderen berekenen dat wanneer veel oude, onproductieve mensen sterven, dit de productiviteit zal verhogen omdat meer jonge en productieve mensen zullen overleven.

Het is deels omdat het virus ook hun eigen gezondheid en rijkdom bedreigt, maar vooral omdat ze bang zijn voor de sociale stuiptrekkingen die het kan veroorzaken als ze als te ongevoelig en hebzuchtig worden beschouwd. Zelfs de OESO pleit nu voor extra fiscale steun voor gezondheidsdiensten, met inbegrip van voldoende middelen om te zorgen voor voldoende personeel en testfaciliteiten. Zij stelt ook tijdelijke steun voor, zoals geldoverdracht of een werkloosheidsverzekering, voor werknemers die met onbetaald verlof zijn, en door te garanderen dat virusgerelateerde gezondheidskosten voor iedereen worden gedekt, zo nodig met terugwerkende kracht. Om dezelfde redenen staan sommige banken toe dat mensen hun hypotheken uitstellen en nemen zelfs rechtse regeringen speciale maatregelen, zoals het verlenen van bijzonder ziekteverlof of het toestaan van “technische werkloosheid” met een gedeeltelijke vergoeding voor loonverlies.

Vertegenwoordigers van de heersende klassen stellen dat we ons in een “oorlogssituatie” bevinden en dat dit uitzonderlijke maatregelen vereist, die onze vrijheden steeds meer inperken. Ze voeren het soort economische maatregelen in dat ze weken geleden direct zouden hebben afgewezen en overwegen zelfs het wapen van de nationalisatie, zoals de rechtse Franse premier heeft aangekondigd en dat sindsdien een terugkerend thema is geworden. Opvallend genoeg deed hij dit voorstel niet alleen om bedrijven van de ondergang te redden, maar ook als een dreigement voor degenen die zich niet aan de sanitaire regels houden.

Natuurlijk combineren de heersende klassen alle maatregelen met een oproep tot nationale eenheid, die helaas door veel vakbondsleiders, waaronder linkse syndicalisten, maar al te gemakkelijk worden geslikt. Hoewel het idee dat dit een externe vijand is, zal een vijandige “invasie” die we allemaal moeten stoppen via nationale eenheid een impact hebben op brede lagen van de samenleving, waarbij nu al een groeiend aantal arbeiders en jongeren de hypocrisie doorzien. Dit is vooral het geval bij de industriële arbeiders die sociale zelfisolatie als noodzakelijk en verantwoordelijk aanvaarden, maar zich afvragen waarom ze moeten blijven werken en dit vaak zonder adequate bescherming.

Deze “oorlogssituatie” zal een keerpunt zijn. De heersende klassen zullen proberen om uit deze crisis elke mogelijkheid aan te grijpen om democratische rechten af te schaffen. Werkenden en armen daarentegen zullen door sommige van de maatregelen hebben geleerd dat neoliberale economische concepten terzijde kunnen worden geschoven.

Hoewel socialisten alle maatregelen verwelkomen die de macht van de profiteurs beperken en de openbare diensten en de levensstandaard versterken, leggen we uit dat op basis van een op winst gericht kapitalistisch systeem dergelijke maatregelen niet zullen volstaan om de ernst van de situatie op te vangen. Alleen door het winstsysteem te vervangen door een democratische socialistische planning en democratisch openbaar eigendom als motor van een andere economie, kunnen de middelen van de wereld effectief worden gemobiliseerd om aan de behoeften van de mensheid te voldoen. Hoewel kapitalistische regeringen zich kunnen wenden tot ‘socialisme voor de rijken’ – een beleid dat in feite de publieke sector plundert om de winsten van een minderheid te beschermen – zijn ze niet in staat tot de omvang van de overheidsinvesteringen, de coördinatie en de planning die de situatie vereist.

Europa in het oog van de storm

De Europese Commissie heeft haar groeicijfers herzien van 1,4% voor 2020 in februari tot -1% in de tweede week van maart en vervolgens tussen -2 en -2,5% halverwege maart. Dat is na jaren van zeer trage groei, waarbij Italië nog ver achterblijft bij het niveau van voor 2008. Italië had al de op twee na grootste staatsschuld ter wereld in relatieve termen (135% van het bbp), die nauw verweven is met zijn toxisch banksysteem. De waarde van de bankaandelen is sinds medio februari gehalveerd. Een kredietcrisis lijkt zo goed als zeker en het spookbeeld van een “doom loop” van de staatsbanken dreigt. Een “doom loop” is het dilemma waarmee de regelgevers te maken hebben wanneer zij toestaan dat binnenlandse banken worden geliquideerd terwijl deze banken ook de grootste kopers van de schuld van hun land zijn. Als er geen instellingen meer overblijven om de schuld van een land te kopen, raakt de overheid samen met zijn banken in de problemen.

De Italiaanse economie is groot genoeg om een wereldwijde crisis te veroorzaken als ze niet goed wordt beheerd. Volgens Ashoka Mody, de voormalige adjunct-directeur van het IMF in Europa, is er een dringende firewall van 500 tot 700 miljard euro nodig om het risico van een financiële kettingreactie via het internationale systeem te vermijden. Hoewel de ECB, de Europese Commissie en de EU-lidstaten de diepte van de komende crisis lijken te beseffen, is er nog een lange weg te gaan voordat zij bereid zijn en instemmen met de financiering van dit soort interventies. Het IMF daarentegen mist eenvoudigweg de nodige middelen voor een dergelijke massale operatie.

In de context van de eerder genoemde wereldwijde tendens naar politiek en economisch nationalisme, die de afgelopen jaren door Europa is getrokken, moeten de politieke obstakels voor het beschikbaar stellen van “bailouts” zoals in 2010 aan de in moeilijkheden verkerende perifere lidstaten niet worden overschat.

De Europese landen, zeker in de eurozone, hebben sinds enkele jaren een zwakke groei gekend, die sinds vorig jaar sterk is verslechterd. De locomotief, de Duitse economie, vertraagde vorig jaar tot 0,6% groei. De industriesector verkeert sinds de tweede helft van 2018 in een recessie. Deze sector is sterk blootgesteld aan de vertraging van de wereldhandel. In 2019 is de Duitse industrie met 5,3% gekrompen, terwijl de autofabricage met 25% is gedaald. Terwijl Duitsland aan de lage kant van de groei in de eurozone staat, bedroeg de groei in de hele eurozone in 2019 slechts 1,2% en zou deze al voor het uitbreken van de pandemie dalen tot 0,8%.

Het zal nu veel erger zijn. Bovendien zou er tegen het einde van het jaar nog steeds een no-deal Brexit kunnen ontstaan. Dat is op dit moment verre van de belangrijkste zorg, maar het zou een aanzienlijke negatieve invloed hebben op de groei en leiden tot verdere volatiliteit. Op dit moment staat de coronapandemie echter in het middelpunt van de belangstelling. Elke lidstaat neemt eigen initiatieven, de grenzen worden gesloten, het vrije verkeer wordt beperkt en de interne markt komt onder grote druk te staan. Land na land verklaart zijn eigen versie van lock-downs en lock-outs.

De ECB kan niet anders dan haar onmacht erkennen. Geconfronteerd met de economische gevolgen van Covid-19 geeft zij toe dat het de nationale staten en de Europese begrotingsautoriteiten zijn die de sleutels tot de situatie in handen hebben. De rente van de ECB staat al vier jaar op nul. De rente waartegen commerciële banken geld kunnen storten bij de ECB is al negatief (-0,5%). Een verdere verlaging zou slechts een marginaal effect hebben. De ECB en de nationale centrale banken kunnen alleen commerciële banken met voldoende liquiditeit overspoelen om een vermindering van de kredietverlening aan bedrijven en huishoudens te voorkomen. Om dit te doen zal de ECB haar langlopende leningen aan commerciële banken verhogen, tegen een negatief tarief van -0,75%. Met andere woorden, de commerciële banken zullen worden gesubsidieerd. De ECB zal ook de kwantitatieve versoepeling met €120 miljard uitbreiden.

Dit zal niet voldoende zijn om de investeerders gerust te stellen en evenmin zullen de commerciële banken, zelfs wanneer ze gesubsidieerd worden door negatieve rentetarieven, bereid zijn om geld te lenen aan bedrijven die zo verzwakt zijn door de ineenstorting van hun verkopen. De ECB doet daarom een beroep op de nationale staten om bij het verstrekken van leningen overheidsgaranties aan particuliere ondernemingen te verstrekken. Zij doet een beroep op de nationale staten om ambitieuze en gecoördineerde begrotingsmaatregelen te nemen. Onderzoekers van het Bruegel-instituut hebben de belangrijkste maatregelen geschetst die moeten worden geactiveerd: belangrijke aanvullende middelen voor de nationale gezondheidsstelsels; diverse maatregelen ter ondersteuning van huishoudens, vrije beroepen, bedrijven en lokale gemeenschappen; en macro-economische maatregelen ten belope van 2,5 procent van het BBP die moeten worden gefinancierd door een toename van de begrotingstekorten. Pierre Wunch, gouverneur van de Belgische nationale bank, lichtte toe: “Vandaag worden we geconfronteerd met een grote schok, die tijdelijk zou moeten zijn, we moeten alle mogelijke marges gebruiken door middel van selectieve en tijdelijke maatregelen om het failliet gaan van bedrijven en het verlies van banen zoveel mogelijk te beperken. We moeten dit openhartig en zonder aarzeling doen.”

De Europese Commissaris voor economie, Gentiloni, benadrukte dat de stimulans van de Commissie de lidstaten de mogelijkheid biedt om honderden miljarden euro’s te gebruiken voor de bestrijding van het coronavirus. Dat zal meer dan nodig zijn. De Europese begrotingsregels zullen worden versoepeld, met inbegrip van de heilige Maastrichtnormen, en alle uitzonderingen op het stabiliteitspact zullen volledig worden toegepast. Dit is volgens Gentiloni nodig om de financiële markt het vertrouwen te geven dat de EU-landen deze keer alles zullen doen om een diepe recessie te voorkomen. De Duitse minister van Financiën, Scholz, beloofde onbeperkte steun aan Duitse bedrijven, die blijkbaar kan oplopen tot 500 miljard euro. Ook Frankrijk, Zweden, Spanje, Denemarken en andere Europese landen kondigden aanzienlijke stimulansen aan.

Italië kondigde aan 25 miljard euro extra uit te geven aan de begroting om de betaling van schulden aan bedrijven op te schorten en hen te helpen bij het betalen van werknemers die tijdelijk zijn ontslagen als gevolg van de lockdown. De EU-commissie heeft ook nog eens 37 miljard euro uit haar begroting vrijgemaakt om bedrijven te helpen en heeft 1 miljard euro gegeven om de Europese Investeringsbank te helpen. De regels voor overheidssteun aan bedrijven worden afgezwakt, evenals de mogelijkheid om de BTW tijdelijk te verlagen en de inning van belastingen uit te stellen. De Spaanse regering heeft zelfs besloten om faciliteiten van particuliere zorgverleners op te eisen om de pandemie aan te pakken. Zoals in elke grote crisis moet het kapitalisme, na de zogenaamde verdiensten van de vrije markt te hebben verheerlijkt, door de staat worden gered om zijn wonden te verbinden en verdere ineenstorting te voorkomen.

Voor velen zal het duidelijk zijn dat deze beperkte “oorlogsconcessies” van de ECB en de Europese Commissie hen niet minder anti-werknemer of anti-arm maken. De vijandige houding van de bevolking ten opzichte van deze instanties neemt alleen maar toe. De Italiaanse bevolking is geschokt door de oorspronkelijke weigering van de Franse en Duitse autoriteiten om cruciale sanitaire en medische hulp voor Italië voorbij hun grenzen te laten gaan. Dit is gebruikt door het Chinese regime dat extra hulp en medische adviseurs aan Italië beloofde (dat door China al werd gebruikt als steunpunt in de eurozone door zijn deelname aan het ‘Belt and Road’-initiatief).

De Europese Unie, een neoliberaal, asociaal project dat onder een “progressief” vernisje van vrij verkeer en Europeanisme wordt gepresenteerd, is keer op keer op de proef gesteld. De ontwikkelende diepe recessie, die een lawine aan faillissementen van bedrijven zal veroorzaken, miljoenen in werkloosheid en economische ontberingen zal drijven, de levensstandaard zal ondermijnen en zo de vraag zal onderdrukken en het herstel zal bemoeilijken, zal echter de ultieme test zijn. De EU is nooit in staat gebleken de nationale tegenstellingen van het continent op beslissende wijze te overwinnen en de mondiale economische en geopolitieke context versterkt de toch al sterke centrifugale tendensen binnen het continent. Het is zeer onwaarschijnlijk dat de EU deze test in haar eigenlijke vorm zal overleven.

Er komt grote klassenstrijd

Een diepe recessie, mogelijk zelfs een depressie, kan voor een tijdje een verlammend effect hebben op de klassenstrijd, omdat arbeiders en hun gezinnen een “defensieve” houding aannemen, door de angst om het weinige dat ze hebben te verliezen. Bovendien is het mogelijk dat de massa van de bevolking niet onmiddellijk het verband zal begrijpen tussen de misdaden van het kapitalisme en de verspreiding van het coronavirus. De heersende klasse zal de komende catastrofe presenteren als een “daad van God”, een of andere natuurramp die niemand had kunnen vermijden of voorspellen en die we allemaal moeten slikken, samen met de nodige “offers”.

Ze zullen ook de vlammen van nationalistische en xenofobe reacties aanwakkeren, problemen wijten aan een “buitenlands” virus, en dit projecteren op migranten, vluchtelingen, enz. Dit kan gedurende een bepaalde periode een weerklank vinden bij een deel van de bevolking.

Uiteindelijk zal dit echter niet de dominante reactie zijn van arbeiders, vrouwen, jongeren en de onderdrukten over de hele wereld. Zelfs op korte termijn zullen massale werkloosheid en aanvallen op de levensstandaard de massale woede aanwakkeren. In combinatie met het criminele wanbeleid van de heersende klasse ten aanzien van het coronavirus en het streven naar winst ten koste van de gezondheid en het welzijn van de werknemers, zal dit in het tijdperk van Covid-19 tot sociale explosies leiden.

Deze generatie is anders. Hoewel het ontbreekt aan de massale organisaties en de politieke ervaring en vooruitzichten van de vorige generaties, is het een generatie die wordt getekend door extreme leef- en werkomstandigheden, zonder enige zekerheid. Al enige tijd haat zij het establishment en de ongelijkheid van het systeem.

Deze generatie, of althans een deel daarvan, heeft de ervaring van de Grote Recessie meegemaakt en heeft een voortdurend beleid van liberalisering, besparingen en privatisering gekend, waarvan de mislukking op dramatische wijze aan het licht komt. Het is ook een generatie met ervaring in de strijd, recent in de prachtige en voortdurende wereldwijde klimaatopstand, die gekenmerkt wordt door een beginnend inzicht dat het systeem onverenigbaar is met de behoeften van de planeet en een wijdverbreide openheid voor revolutionaire ideeën. Een nieuwe wereldwijde economische crisis zal het failliet van het kapitalistische systeem verder aantonen en zal de kiem leggen voor revolutionaire socialistische conclusies die door miljoenen mensen moeten worden getrokken.

De ervaring van deze crisis zal ook niet verloren gaan voor de arbeidersklasse. Het is bijvoorbeeld zeer onwaarschijnlijk dat gezondheidswerkers zullen accepteren dat ze gewoon teruggaan naar de normale situatie zodra de curve van de pandemie is omgeslagen. Bovendien zullen deze en alle essentiële werknemers, wanneer ze de strijd aangaan, een enorme steun van de bevolking krijgen. Hoewel sociaal isolement door velen is geaccepteerd als een verantwoordelijke houding tijdens de pandemie, heeft het ook een onmiskenbaar gevoel van solidariteit gecreëerd, vooral met degenen die ten prooi zijn gevallen aan ziekte en ontberingen, of die het grootste risico lopen. Deze solidariteit kan in de komende periode een wapen van de arbeidersklasse worden – ook gekenmerkt door een stevige strijd om wie de rekening van deze crisis zal betalen: zal dit weer de arbeidersklasse zijn?

Deze crisis is in veel opzichten een cruciaal keerpunt. We zullen verschillende stadia doorlopen naarmate de crisis zich ontwikkelt, maar in het algemeen zal de situatie zeer open zijn. Eisen die voorheen als moeilijker werden beschouwd, zullen worden geaccepteerd als realistisch en haalbaar, zoals een algemene arbeidstijdverkorting zonder loonverlies, de organisatie van de werkplek en de democratie van de gemeenschap. Een socialistisch programma, gebaseerd op de nationalisering en democratische planning van belangrijke sectoren van de economie, zal een veel grotere weerklank vinden dan in het verleden. De coronacrisis toont, net als de klimaatcrisis, op levendige wijze de behoefte aan internationale socialistische planning, op basis van een nieuw regime van mondiaal partnerschap en samenwerking, wat onmogelijk is in het door hebzucht gedreven kapitalistische systeem.

Net als in elke andere crisis in de kapitalistische geschiedenis zal het systeem echter manieren vinden om zichzelf te behouden als er geen alternatief wordt gebouwd. De opbouw van een internationale revolutionaire socialistische kracht, die groeit en zich ontwikkelt als onderdeel van de komende strijd, die voortvarend tussenkomt en een gezamenlijke strijd voor de socialistische transformatie van de samenleving op internationale schaal verdedigt, is van het grootste belang, als de mondiale arbeidersklasse wil vermijden dat het weer de prijs van deze zoveelste crisis betaalt.

 

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie