Grote voedingsbedrijven gaan met de winsten lopen

Naar aanleiding van de boerenprotesten stelde de website van VRT onlangs: “Niet alleen politiek, ook burger kan nadenken over landbouw: zijn wij bereid meer te betalen voor ons eten?” Het is een stelling die vaak terugkomt: de boeren een betere prijs betalen voor hun producten zou enkel kunnen indien de consument fors meer betaalt in de winkel. Dat zou bovenop de prijsstijgingen van de afgelopen periode komen.

Het is een poging om verdeeldheid te zaaien tussen werknemers en boeren. Bovendien gaat die stelling ervan uit dat enkel de eindprijs voor de consument de prijs bepaalt die de boer krijgt. Dat gaat voorbij aan alle tussenstations (van voedingsbedrijven over agri-business tot supermarkten) en aan de rol van de internationale marktwerking. Marktprijzen zijn gebaseerd op de sociaal noodzakelijke arbeidstijd voor de producten, maar dan op wereldniveau. Dit vertegenwoordigt niet de productiekosten van een kleine producent. Daarom zijn ze verplicht om soms onder de kostprijs te verkopen.

De voedingssector doet het ondertussen uitstekend. Unilever bijvoorbeeld maakte in 2023 ruim 7 miljard euro winst. De supermarktsector doet het eveneens uitstekend met miljoenenwinsten, in 2022 bijvoorbeeld was Ahold-Delhaize goed voor 2,5 miljard euro winst. In de winstcijfers steekt 2022 er bovenuit. Graaiflatie was vorig jaar het woord van het jaar, maar een jaar eerder de praktijk van het jaar. Het loslaten van de coronamaatregelen werd aangegrepen om de prijzen fors op te trekken, de start van de oorlog in Oekraïne bijna twee jaar geleden versnelde dat proces.  

Econoom Olivier Malay van de ULB, en verbonden aan het ACV, onderzocht de winsten van Belgische voedingsbedrijven als aardappelverwerker Clarebout en pastaproducent Soubry. Hij stelde vast: “In België hebben zeven grote bedrijven hun winst sterk zien toenemen. De prijsverhogingen van voedingsmiddelen komen dus niet uit de lucht vallen.” Malay becijferde dat de Belgische voedingsbedrijven in 2022 maar liefst 33,2% meer winst boekten, waarbij de stijging geconcentreerd is bij de 200 grootste bedrijven. De zeven grootste bedrijven zagen hun winst verzesvoudigen! Dit is een wereldwijd fenomeen. Volgens de VN-Conferentie inzake Handel en Ontwikkeling verdubbelde de winst van de vier grootste voedingsbedrijven (ADM, Bunge, Cargill en Dreyfus) op twee jaar tot 13 miljard dollar.

Dit is de belangrijkste verklaring waarom voeding zoveel duurder werd, vorig jaar bedroeg de voedingsinflatie in België 12,3%. Bedrijven gingen ervan uit dat prijsverhogingen niet zouden leiden tot een verlies aan marktaandeel en al helemaal niet aan winst. Voor de aandeelhouders zijn de winsten en de dividenden wat telt, niet de koopkracht van de werkende klasse of het inkomen van de boeren. Het personeel in de voedingssector en de supermarkten weet maar al te goed wat de winsthonger van hun bazen betekent voor de werkenden. Bij Delhaize zagen we nog hoe het personeel in de uitverkoop gezet werd om de winsten te vergroten.

Het boerenprotest gaat om het recht op een degelijk inkomen. Het toont dat protest de publieke agenda kan bepalen en een bredere steun kan opbouwen waartegen de overheden niet repressief durven optreden, ook niet als er blokkades aan de Antwerpse haven of de distributiecentra van de supermarkten zijn. Er is een breed begrip voor het protest aangezien iedereen weet dat de politiek en de big business vaak pas luisteren als je hen raakt waar het pijn doet: in de portemonnee.

De arbeidsomstandigheden en inkomens van zowel de werknemers als de boeren worden bedreigd door de winstbelangen van de grote bedrijven. We mogen ons niet tegen elkaar laten uitspelen. De tegenstelling tussen de prijzen die we in de supermarkt betalen en de prijzen die de boeren krijgen, is niet correct. Net zoals de tegenstelling natuur versus landbouw verkeerd is: boeren kennen de natuur goed genoeg om dat te beseffen. De druk van de oprukkende agri-business is de motor achter de toenemende vervuiling en uitputting van de grond.

In een eerder artikel suggereerden we volgend programma om stappen vooruit te zetten:

  • Een oproep tot stakingen in de agro-industrie en supermarkten – Eenheid tussen arbeiders en boeren tegenover het kapitalisme!
  • Nationalisatie van de agro-industrie en de distributiesector onder arbeiderscontrole om democratische productie en distributie van voedselproducten mogelijk te maken. Eenmaal bevrijd van de kapitalistische logica, zal planning het mogelijk maken om, door middel van quota en gereguleerde prijzen, zowel lonende prijzen voor producenten als betaalbare prijzen voor consumenten te garanderen.
  • Ontwikkeling van coöperaties voor de gezamenlijke aankoop van landbouwmachines met technische ondersteuning.
  • Kwijtschelding van boerenschulden, nationalisatie van banken onder arbeiderscontrole om boeren economische steun te bieden voor de agro-ecologische transitie en de uitdagingen die de klimaatverandering met zich meebrengt.
Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie