De eerste Intifada (1987-1993): massale strijd tegen de Israëlische bezetting

In de nacht van 8 op 9 december 1987 botste een Israëlische tankwagen op een taxi die in de rij stond om Gaza binnen te rijden. Onder de vier doden waren er drie bewoners van een vluchtelingenkamp. Net als 100.000 andere Palestijnen maakten ze elke dag de reis van en naar Gaza om in Israël te werken. De volgende dag werd een jongeman die protesteerde tegen de tragedie doodgeschoten door Israëlische troepen. De opstand verspreidde zich als een lopend vuurtje. 

door Christian (Leuven)

Bovenop de etnische zuiveringen in 1947 en 1967 leidde de bezetting van de Palestijnse gebieden enkel tot uitbuiting, onderdrukking en de aanhoudende uitbreiding van nederzettingen. In de 20 jaar voor de eerste Intifada werden 200.000 Palestijnen opgesloten in Israëlische gevangenissen. Na jaren van intensieve strijd had de bevolking geleerd op zichzelf te vertrouwen in plaats van op externe gebeurtenissen of op de PLO (Palestijnse Bevrijdingsorganisatie) in ballingschap. De strategie van de PLO om de steun van Arabische regimes te winnen, met name voor gewapende aanvallen tegen Israël vanuit het buitenland (zoals in de Zesdaagse Oorlog in 1967 en de Yom Kippoer-oorlog in 1973), zat in een impasse. 

Cruciaal belang van zelforganisatie

De Palestijnse bevolking was erg jong: meer dan twee derde was jonger dan 24 jaar. Zij speelden een steeds grotere rol in de beweging. Jongeren hadden niets te verliezen en werden niet tegengehouden door het gewicht van nederlagen uit het verleden. Het protest werd verder aangewakkerd door de brutale Israëlische repressie, die alleen al in het eerste jaar van de Intifada meer dan 300 doden veroorzaakte. 

De opstand begon spontaan, maar kon enkel standhouden door de vorming van structuren van verzet. In januari 1988 werd een coördinatiecomité opgericht om de volkscomités bijeen te brengen. Deze hadden vaak hun oorsprong in vrijwilligersorganisaties die opgezet waren om te voorzien in essentiële behoeften, een taak die door de koloniale macht werd verwaarloosd. Er waren veel linkse mensen, vakbondsleden en studenten actief in de comités. Er waren vrouwencomités die er niet enkel voor zorgden dat vrouwen hun steun betuigden, ze waren mee betrokken bij de leiding van de strijd. 

De efficiëntie van de volkscomités verschilde naargelang het domein waarop ze actief waren, maar hun belang als symbool van zelfbeheer was erg groot. Zo waren deze comités cruciaal voor de bevoorrading van de vluchtelingenkampen, die vaak wekenlang onder beleg en uitgaansverboden stonden. De Israëlische staat trad hard op tegen de volkscomités. Wie er lid van was, riskeerde tot 10 jaar gevangenisstraf. 

De methoden van massastrijd, protesten, stakingen en zelfs rellen vormden de kern van de beweging. Het emblematische beeld van die tijd is dat van jonge stenengooiers die geconfronteerd worden met traangas of rubberen kogels. De comités stonden erop dat vuurwapens uit betogingen werden geweerd. Zo werd geen excuus gegeven aan de Israëlische staat om de meest moderne en destructieve wapens in te zetten. De arbeidersbeweging speelde een belangrijke rol. Op 22 december 1987 leidde een algemene staking van Palestijnse arbeiders in Israël tot de mobilisatie van enkele honderdduizenden Israëlische Arabieren.

Yasser Arafat gebruikte het gezag van de PLO onder de militanten om zichzelf als leider van de strijd te positioneren. Lange tijd waren het echter de straat en de volkscomités die hun politieke agenda oplegden aan de leiders. Zo gaf de koning van Jordanië zijn territoriale aanspraken op de Westelijke Jordaanoever op en riep de PLO in november 1988 de oprichting van een Palestijnse staat uit. 

PLO neemt het heft in handen… en verraadt de beweging

De opstand had een effect op de Israëlische samenleving, waarvan een groeiend deel begreep dat de bezetting geen levensvatbare optie was. Sommige Israëli’s werden ook geïnspireerd om de Palestijnen te steunen in hun strijd. Zo namen enkele duizenden Palestijnse en Israëlische vrouwen deel aan een gezamenlijke demonstratie die de grens tussen West- en Oost-Jeruzalem overschreed. In het Israëlische leger weigerden 1.500 soldaten dienst te doen in de bezette gebieden.

Ondanks de grote impact kon de Intifada de Israëlische staat niet in zijn eentje verslaan. Er was een gunstiger internationale krachtsverhouding nodig om dit mogelijk te maken. Als de Palestijnse beweging zich had kunnen verenigen met andere arbeidersbewegingen in het Midden-Oosten om de corrupte en dictatoriale regimes in de regio omver te werpen en zo ook de confrontatie met het imperialisme en het kapitalisme aan te gaan, zou de situatie er heel anders hebben uitgezien.

De onverbiddelijk geïsoleerde protestbeweging vertoonde tekenen van uitputting. Naast de repressie was er ook de economische impact op de Palestijnse bevolking. Jarenlang werd de effectieve werkdag gehalveerd door de sluiting van winkels en stakingen. Na verloop van tijd namen ook de wanhoopsdaden en het individuele terrorisme toe. 

De PLO-leiding greep de kans om de controle terug in handen te krijgen. De PLO-leiding zat in ballingschap in Tunis en riskeerde haar leidinggevende rol kwijt te spelen aan een nieuwe leiding die voortkwam uit de zelforganisatie van de massa’s. Yasser Arafat voerde geheime onderhandelingen met Israël die leidden tot de ondertekening van de Oslo-akkoorden in september 1993. Deze voorzagen in een beperkte autonomie over een paar stukken bezet gebied. Hij gebruikte zijn immense autoriteit om de Palestijnse voortrekkers ervan te overtuigen om een einde te maken aan de beweging. De volkscomités werden vervangen door ambtenaren en politie: de Palestijnse Autoriteit was geboren. In de praktijk werd het de lokale manager van het bezettingsregime, terwijl het Israëlische regime het aantal voldongen feiten in de bezette gebieden vergrootte.

Lees ook dit langere Engelstalige dossier over de Eerste Intifada: Lessons from the First Intifada: When mass struggle shook the Israeli regime

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie