Het wetsvoorstel-Van Quickenborne is een inbreuk op het recht om te betogen en actie te voeren. Het is zogenaamd gericht tegen relschoppers, maar wie bepaalt hoe breed dat wordt gezien? Als het de machthebbers zijn, beschikken die voortaan over mogelijkheden om protest tegen hun beleid de kop in te drukken door elk protest ertegen af te doen als het werk van relschoppers.
Is dat ver gezocht? Het is dat niet als je kijkt naar de geschiedenis van de arbeidersbeweging. Alle grote sociale verworvenheden zijn het resultaat van strijd, waarbij het protest aanvankelijk telkens werd voorgesteld als het werk van relschoppers en hooligans. Van Quickenborne haalde zijn inspiratie overigens bij het Franse voorbeeld waar de wet sinds 2019 (met de beweging van de gele hesjes) nog repressiever werd waarbij het mogelijk is om betogingen te verbieden.
Zoals columnist Raf Njotea vandaag in De Standaard schrijft naar aanleiding van de succesvolle scenaristenstaking in de VS: “Laten we niet vergeten dat het dankzij stakingen is dat we stemrecht, betaald verlof en weekends hebben. Als het van de mensen met de macht afhing, waren die zaken er nooit gekomen. Elke eis om rechten werd eerst weggezet als relschopperij.” De allereerste georganiseerde staking in de geïndustrialiseerde periode waarnaar Njotea verwijst – de algemene staking van 1842 die begon in de mijnen van Staffordshire in het Verenigd Koninkrijk – werd ook beschreven als een rel. De regering en de werkgevers noemden het de “Plug Riots”, omdat de stakers de stoppen uit de machines haalden.
Het wetsvoorstel dat nu voorligt, werd in de Kamercommissie reeds goedgekeurd met de steun van de sociaaldemocratie en de groenen. Het bepaalt dat een betogingsverbod kan opgelegd worden aan wie zich misdraagt. Volgens de regeringspartijen gaat het om een maatregel tegen relschoppers en hooligans. Maar het kan tegen elke collectieve actie ingezet worden. Volgens grondwetspecialisten kan het niet ingezet worden tegen het stakingsrecht, maar andere inbreuken op dat recht zoals het inzetten van eenzijdige verzoekschriften en dwangsommen konden dat zogezegd ook niet. Uiteraard zal dit wetsvoorstel uiteindelijk ook tegen stakingsacties gebruikt worden!
De vakbondsmilitanten betoogden vandaag samen met activisten van andere bewegingen, zoals de klimaatbeweging en mensenrechtengroepen. Eerder deze week was er protest aan de rechtbank in Brugge naar aanleiding van de vervolging van activisten van Greenpeace wegens een actie in de haven van Zeebrugge. Tegen de achtergrond van een beleid dat tekorten op alle vlakken organiseert, is het geen toeval dat het recht op protest aan banden wordt gelegd. Van de zorg over het onderwijs en het openbaar vervoer: op alle vlakken rammelt het. Protest is meer dan nodig. Dat lijken de traditionele politici ook te vrezen, vandaar het versterken van het repressieve arsenaal.
De stemming die normaal vandaag plaatsvond is uitgesteld omdat er gewacht wordt op een standpunt van de Raad van State. ABVV-voorzitter Bodson verklaarde in Le Soir dat er een “voor en een na” zal zijn in de verhoudingen met de PS en Ecolo indien ze dit wetsvoorstel stemmen. Straffe taal die meteen afgezwakt wordt: “We wachten nog steeds op het rapport van de Raad van State over dit wetsvoorstel. Het zal waarschijnlijk zeer gedetailleerd zijn en de tekst zal herschreven moeten worden. Ik hoop dat dit een kans is voor deze partijen om amendementen erdoor te krijgen. Het zijn slechts twee of drie pagina’s van de driehonderd die gaan over de hervorming van justitie. Waarom die niet schrappen?”
Hoop vestigen op een juridisch-technische mallemolen is riskant. De arbeidersbeweging kan enkel op haar eigen kracht vertrouwen. Door massaal te mobiliseren kan ze andere krachten in de samenleving meetrekken in een grotere protestbeweging waarmee we een krachtsverhouding opbouwen. De opkomst van de betoging vandaag overtrof de verwachtingen. Het geeft blijk van een bereidheid om de strijd voor het recht op collectieve actie aan te gaan. Hierop verder bouwen, desnoods met stakingen, is wat nu nodig is.