Tunesië: staatsgreep door president om opstand van onderaf te muilkorven

Eind juli schorste de Tunesische president, Kais Saied, het parlement, ontsloeg de regering en kondigde aan dat hij tijdelijk per decreet zal regeren. Dit is een ongekende stap sinds de revolutie van 2011, die het dictatoriale regime van Ben Ali ten val bracht.

Door Serge Jordan, International Socialist Alternative en auteur van het boek ‘Het volk wil de val van het systeem’

Het besluit kwam op dezelfde dag dat duizenden mensen in vele steden in het land betoogden om de val van de regering te eisen. De dominante kracht in het parlement en de regering, de rechtse islamistische partij Ennahda, lag in de vuurlinie van deze protesten. Enkele van haar plaatselijke kantoren werden geplunderd of in brand gestoken.

De ontevredenheid tegen het hele politieke establishment neemt toe, terwijl het land geconfronteerd wordt met een aaneenschakeling van crises die nog worden verergerd door de pandemie. Honderdduizenden mensen verliezen hun job, de cruciale toeristische sector is ingestort, er zijn forse prijsstijgingen voor consumptiegoederen … Tunesië heeft nu het hoogste sterftecijfer door Covid-19 in Afrika en de Arabische wereld, met officieel meer dan 18.000 sterfgevallen op een bevolking van ongeveer 12 miljoen.

Nee tegen Saied, nee tegen Ennahda

Gezien de wijdverbreide afwijzing van de regering en het parlement werd de staatsgreep van Kais Saied door een aanzienlijk deel van de bevolking op straat gevierd. Voorlopig wordt hij gesteund door het leger en belangrijke delen van het staatsapparaat. Op die basis probeert hij met autoritaire middelen een einde te maken aan de politieke instabiliteit. Hij probeert de woede van de bevolking tegen de regering, waarin Ennahda een belangrijke rol speelde, te gebruiken om die partij een slag toe te brengen. Het is begrijpelijk dat het besluit van Saied om de parlementaire onschendbaarheid op te heffen en zijn dreigement om corrupte verkozenen te vervolgen, op een zekere instemming van de bevolking kan rekenen.

Net als de elf coalities die haar sinds de val van Ben Ali zijn voorgegaan, heeft de gevallen regeringscoalitie hetzelfde asociale beleid gevoerd als het oude regime. Het beleid ging in tegen de belangen van de werkenden en armen. Er kan geen vertrouwen gesteld worden in Saied om daar verandering in te brengen.

Saied had het over “sociale vrede” en “het redden van de staat”, maar zei niets over de miljoenen behoeftige gezinnen, hoe werklozen werk te verschaffen, het aflossen van de staatsschuld, vaccinatie tegen Covid, investeringen in de openbare gezondheidszorg of nationalisatie van private ziekenhuizen. Ondanks zijn anticorruptiebeleid heeft Saied niets ondernomen tegen de gevestigde belangen van de plaatselijke burgerij en imperialistische instellingen als het IMF, die midden de wereldwijde pandemie toch proberen massale programma’s op te leggen die de bevolking verder verarmen.

Saied dreigde er zelfs al mee om het leger in te zetten tegen stakende arbeiders en had er geen probleem mee om banden aan te knopen met de dictaturen van Saoedi-Arabië en Egypte. De normalisering van de inzet van het leger in de straten, zoals is gebeurd om staatsgebouwen te omsingelen en parlementsleden de toegang tot het parlement te beletten, zal ook worden gebruikt om de echte protesten van arbeiders en jongeren te intimideren of te breken. Uit een in juni gepubliceerd rapport van het Tunesische Forum voor economische en sociale rechten blijkt dat het aantal protestbewegingen in het land in mei 2021 was verdubbeld ten opzichte van mei 2020.

Opbouw van strijd voor socialisme

Helaas, maar niet verrassend, heeft de leiding van de machtige vakbond UGTT (Algemene Unie van Tunesische Arbeiders) in de afgelopen maanden niets beters gevonden dan nieuwe voorstellen te doen voor een “nationale dialoog” tussen alle politieke partijen, terwijl die partijen allemaal staan voor een klassenstrijd tegen de meerderheid van de bevolking.

Om aan de eisen van hun onvoltooide revolutie te voldoen, kunnen de werkenden en de revolutionaire massa’s niet rekenen op één van de elkaar bestrijdende pro-kapitalistische kampen. Ze moeten vertrouwen op hun eigen krachten, hun eigen strijdmethoden gebruiken en hun eigen eisen naar voren brengen – zoals zij tien jaar geleden hebben gedaan om het regime van Ben Ali omver te werpen. Het oprichten van plaatselijke actiecomités in werkplaatsen en buurten om de huidige situatie te bespreken en massamobilisatie op hun eigen voorwaarden op te bouwen, zou een zeer goede manier zijn om te beginnen.

Om ervoor te zorgen dat de heldhaftige inspanningen van de afgelopen tien jaar echt de moeite waard zijn, moeten de werkenden en de armen zich ook dringend verenigen in een eigen politiek alternatief. Er is nood aan een massale kracht die ingaat tegen de kapitalistische aanvallen op het leven en de bestaansmiddelen van de Tunesische bevolking en die de strijd aangaat voor socialistische maatschappijverandering.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie