Meer middelen nodig voor veilig en degelijk onderwijs

Sinds 15 mei wordt er in Vlaanderen terug naar school gegaan. Dat was op dat moment nog erg beperkt: enkel de eerste- en laatstejaars van het basisonderwijs en het zesde en zevende leerjaar van het secundair onderwijs kregen weer fysiek les (enkele uren per week). Op 29 mei kwamen er nog een aantal leerjaren bij en minister van Onderwijs Ben Weyts sprak de ambitie uit om uiteindelijk alle leerlingen nog een keer naar school te laten komen voor de start van de zomervakantie.

Artikel door een leerkracht uit het maandblad ‘De Linkse Socialist’

De keuze van de leerjaren is opmerkelijk. Zeker de voorkeur om laatstejaars in het secundair als eerste toe te laten, toont aan dat prestatiedruk bovengeschikt is aan gezondheid en veiligheid. Het is een poging om nog zoveel mogelijk examens en eindevaluaties te laten doorgaan alvorens leerlingen een diploma te geven. In de meeste scholen draait het daar in de praktijk ook op uit: leerlingen krijgen fysiek les voor de vakken waarvan ze eind juni nog een examen krijgen.

Tegen de beslissing om in deze omstandigheden toch nog examens te organiseren, kwam heel wat tegenwind, zowel vanuit het onderwijspersoneel als de leerlingen. Er was een open brief aan Ben Weyts waarin gesteld werd dat dit onnodige druk zet op juist die leerlingen die het financieel moeilijker hebben en door gebrek aan middelen grotere leerachterstand opgelopen hebben dan anderen. Dat klopt: in normale omstandigheden bedraagt de gemiddelde leerachterstand van een kansarme leerling al drie jaar meer dan van een kansrijke leerling. In de huidige extreme omstandigheden loopt die kloof alleen maar nog meer op.

Uiteraard willen lesgevers weer lesgeven en willen de meeste leerlingen liefst terug naar school. Maar dat moet wel in veilige omstandigheden gebeuren. Die kan de Vlaamse overheid niet garanderen. Dat leidt ertoe dat er ook heel wat scholen zijn die hun deuren dit schooljaar toch niet meer openen. De scholen die wel open gaan, presteren een indrukwekkend huzarenstukje om de veiligheid te garanderen. Wasstraten om de handen te wassen, pleximaskers en mondmaskers, onderhoudspersoneel dat elk lokaal na elke les ontsmet … Dat zijn allemaal zaken waar de overheid niet voor gezorgd heeft, maar die wel noodzakelijk zijn om les te geven op een veilige manier.

De Vlaamse overheid heeft eenzijdig de beslissing genomen om de scholen terug te openen om daarna tegen die scholen te zeggen: ‘regel het nu maar’. En de scholen kijken voor middelen (zoals handzeep, alcoholgel en zeepdispensers) naar dezelfde bron waar ze normaal al een belangrijk deel van hun middelen moeten halen: bij hun personeel, hun leerlingen en de ouders. Van de overheid valt geen tussenkomst of materiaal te verwachten.

Het lijkt er sterk op dat de regering beslist heeft om te openen om toch maar te kunnen zeggen dat er weer les gegeven wordt en te vermijden dat leerlingen een diploma zouden ‘krijgen’. Om de terugkeer echt veilig en kwalitatief te laten verlopen, zal er een pak meer nodig zijn dan een ministerieel besluit. Dan zullen we massale investeringen nodig hebben in onze schoolinfrastructuur, veiligheidsvoorzieningen en werkingsmiddelen. 7% van het bbp voor onderwijs (zoals dat vroeger het geval was) zal dan een absolute minimumvereiste zijn.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie