Franstalig en Nederlandstalig onderwijspersoneel: zelfde noden, zelfde strijd!

In 2022 en 2023 waren er op iets meer dan 14 maanden meerdere indrukwekkende betogingen en stakingen van het Franstalig onderwijspersoneel. Er waren betogingen in Brussel, Bergen, Luik, Namen en opnieuw in Brussel. Op die betogingen zei het personeel: ‘We zullen het niet vergeten in 2024’. Afgelopen oktober volgde een betoging van het Nederlandstalig hoger onderwijs. Begin mei zijn er vijf provinciale betogingen van het Nederlandstalig onderwijs. En op 23 april is er voor het eerst sinds de communautisering van het onderwijs een gezamenlijke actie van Franstalig en Nederlandstalig personeel.

Jammer genoeg is het niet de bedoeling van die mobilisatie om opnieuw met meer dan tienduizend betogers op straat te komen, zoals in de beweging langs Franstalige kant vorig jaar het geval was. Langs de andere kant is het positief dat het personeel het onderwijs op de agenda van de verkiezingscampagne wil plaatsen door zelf in actie te komen. Dit kan een voorbeeld zijn voor andere sectoren.

Het gemeenschappelijke vakbondsfront benadrukte dat “de frustratie en ontevredenheid in de onderwijsinstellingen en binnen de CLB’s aanhoudt (…) De overbelasting van het administratieve werk weegt op alle personeelsleden en het is essentieel om het pedagogische aspect weer centraal te stellen in het werk van de leraars”.

In het Franstalig onderwijs zijn dit enkele van de belangrijkste kwesties en eisen:

De werkdruk en administratieve taken verminderen. Leraars worden geconfronteerd met een toename van sturingsplannen, doelstellingen, plannen van gepersonaliseerde ondersteuning… Er is het DAccE (Dossier d’Accompagnement de l’Élève), de opkomst van nieuwe digitale platformen en er zijn nieuwe taken voor leraars op basis van het decreet over de strijd tegen vroegtijdige schooluitval. Dit alles verhoogt de werklast van de leraars. De laatste plannen van de regering doen daar nog een schep bovenop. De leraars willen terug naar de basis: het werk in de klas moet de prioriteit blijven. Lesgeven moet weer centraal staan!

Neen aan de sanctionerende evaluaties. Het decreet ‘ondersteuning, ontwikkeling en evaluatie’ werd goedgekeurd ondanks verzet tegen het onderdeel over sancties. Personeel moet kunnen profiteren van echte ondersteuning bij hun professionele ontwikkeling, zonder dreiging van ontslag. De nadruk op sancties zal ons onderwijs niet verbeteren!

Voor kleinere klassen! De omvang van de klassen blijft een prioriteit voor het personeel. Het is een factor die niet enkel voor de werkomstandigheden belangrijk is, maar ook voor de leeromstandigheden van de jongeren.

Verbeter de omkadering van de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB’s). Het CLB-personeel is onderbezet in verhouding tot de structurele toename van hun werklast. Die toename komt er zowel door de explosieve groei van het aantal leerlingen met problemen als de onderwijshervormingen die van de CLB’s verwachten dat ze nieuwe taken opnemen en samenwerken met nieuwe spelers.

Herwaardering van het kwalificatie-onderwijs (in het secundair onderwijs wordt langs Franstalige in de laatste graad een onderscheid gemaakt tussen doorgangsonderwijs gericht op verder studeren en kwalificatie-onderwijs waarmee de jongeren gevormd worden in een specifiek beroep). Jongeren moeten in het onderwijs steeds gevormd worden tot verantwoordelijke, actieve, kritische en solidaire burgers.

Meer middelen voor alle onderwijsniveaus. Het onderwijs is een publiek goed en een fundamenteel recht. Er moeten voldoende publieke middelen voor uitgetrokken worden. Het is niet mogelijk om het onderwijs te verbeteren als er geen extra middelen komen. Onderwijs stelt mensen in staat om actief deel te nemen aan de samenleving. Het draagt bij aan de sociale, culturele, democratische en economische ontwikkeling van mensen. Het bevordert inclusie en helpt sociale ongelijkheden te verminderen. Tenminste als er genoeg middelen in geïnvesteerd worden. Onderwijs is geen uitgave, maar een investering in de toekomst!

Tot slot geven we het woord aan Elise, die werkt als leerkracht in het Franstalig onderwijs. “Deze betoging is een goede gelegenheid om met de collega’s uit het onderwijs de strijd te hervatten en op te komen voor een efficiënt en menselijk onderwijs dat kinderen en jongeren in staat stelt zich te ontplooien. Daarnaast ook voor een onderwijs dat de leerkrachten, opvoeders en al het administratief en technisch personeel ondersteunt in deze taak die zo belangrijk is voor de toekomst van onze samenleving.”

“Na enkele maanden zonder actie en een zeer late mobilisatie, was het niet gemakkelijk om collega’s te motiveren om te betogen. De eisen zijn echter bijzonder concreet en worden erg breed gedeeld in de sector. Kleinere klassen, het tegengaan van de overbelasting van het personeel en meer middelen voor onderwijs. Ik vond nog geen enkele collega die deze eisen niet steunt. Nu moeten we met zoveel mogelijk onze stem laten horen. Deze actie is geen doel op zich, maar een stap in de opbouw van een nationale beweging in de hele onderwijssector om een krachtsverhouding op te bouwen waarmee we overwinningen kunnen boeken.”

Delen:
Printen:
Voorpagina van De Linkse Socialist