Voeg toe aan mijn agenda

Afspraak: 11/10/23
Niet bespaard, maar 200 miljoen extra geïnvesteerd? Creatief rekenen met Ben Weyts

Op 11 oktober betoogt het Nederlandstalig hoger onderwijs tegen de besparingen. De vakbonden rekenden uit dat de financiering sinds 2008, het jaar waarop het huidige financieringsdecreet van start ging, afnam van 9.583,75 euro per student tot 7.460,18 euro in 2023. Voor het hoger onderwijs betekent dit een besparing van 667 miljoen euro per jaar. Uitgezet op een kalenderjaar wil dit zeggen dat de hogescholen en universiteiten vanaf 11 oktober niet meer gefinancierd worden. Vandaar een actie op die dag. 

artikel op basis van een dossier door Tim Joosen

Minister Ben Weyts betwist besparingen 

Op 23 mei was er een actie tegen de besparingen aan het KASK in Gent. De minister ontving een delegatie van de vakbonden en studenten. Hij stelde dat onze cijfers niet correct waren en dat er deze legislatuur 200 miljoen extra geïnvesteerd is in hoger onderwijs. De minister zei iets soortgelijk in het Vlaams parlement. 

Op 25 augustus was er een actie aan het kabinet-Weyts ter voorbereiding van de betoging op 11 oktober. Opnieuw werd een delegatie ontvangen en haalde de minister dezelfde cijfers als in mei aan. Daarnaast zei hij dat er naar de financiering per diploma moet gekeken worden en niet naar de financiering per student. Op deze basis zou er volgens de minister een netto investering zijn. Nu kregen we wel een kopie van de cijfers die Ben Weyts gebruikt. 

Is een financiering per student niet correct?

Het eerste argument van Weyts is dat er niet naar de financiering per student moet gekeken worden. Het afzetten van het aantal inschrijvingen tegenover de financiering van het hoger onderwijs maakt dat er een vergelijkbare parameter is om alle budgetten sinds 2008 te bekijken. Het aantal studenten is in die periode fors toegenomen: van 215.273 tot 314.124, of een stijging met 45,92%. 

Het klopt dat er ook andere criteria worden meegenomen in de berekening van de financiering van elke universiteit en hogeschool. Het financieringsdecreet bepaalt dat een algemene stijging op de parameters over alle instellingen aanleiding geeft tot een stijging van het budget. Het gaat om de zogenaamde ‘kliks’. Behalve een groter aantal studenten stijgen ook de andere parameters. Zo steeg het aantal doctoraten in dezelfde periode met 76,41% en het aantal diploma’s met 41,63% (tot en met het academiejaar 2021-22). Kortom: de stijging van het aantal studenten is niet significant anders dan de ontwikkeling van andere parameters.

De minister merkte op dat het aantal studenten een slechte indicatie is voor de financieringsnoden van het hoger onderwijs. Weyts stelt dat de investering voor de eerste student groter is dan voor de 100ste. Dat klinkt logisch, maar de cijfers waarvan sprake zijn van een totaal andere grootteorde. Het gaat om honderdduizenden studenten. In het ene geval kan een extra student gewoon in het bestaande auditorium aansluiten, in het andere geval maakt die ene extra student dat er nood is aan een nieuw gebouw. Met infrastructuur die jarenlang achterloopt op de toevloed aan extra studenten, is er een grote nood aan nieuwe en betere onderwijs- en onderzoeksruimtes. Het argument dat de kosten per student afnemen naarmate er meer studenten zijn, houdt dus geen steek.

Omdat de minister opmerkte dat onze cijfers niet kloppen omdat ook doctoraatsstudenten en studenten in voortgezette opleidingen meegerekend worden, deden we onze berekening opnieuw waarbij enkel rekening werd gehouden met het aantal studenten uit de basisopleidingen. Het verschil is minimaal: in plaats van een tekort van 667 miljoen, komen we uit op 664 miljoen. Wanneer we dezelfde oefening maken startende in het academiejaar 2007-2008 komen we zelfs uit op een tekort van 793 miljoen euro. In beide gevallen is er ook onder Ben Weyts bespaard. Bij deze datareeks zijn de meest recente cijfers het aantal inschrijvingen in 2021-22, terwijl er nadien een verdere stijging was.

Meer financiering per diploma?

Op de ontmoeting eind augustus had de minister een nieuw argument: een berekening per diploma zou aantonen dat er geen sprake is van een besparing. Ben Weyts had een uitgeprinte tabel bij. Op ons aandringen kregen we die tabel mee. Opmerkelijk: de cijfers beginnen pas in 2015 en zijn niet terug te vinden in de stukken die beschikbaar zijn op de website van de Vlaamse overheid. Verder telt hij onder meer de eenmalige coronamiddelen uit het Voorsprongfonds mee. Daarnaast suggereert de tabel dat de minister eind augustus al cijfers had over het aantal diploma’s voor het academiejaar 2022-2023. Om de besparingen weg te becijferen moeten de cijfers van 2021 toegepast worden op de begrotingen van 2022 en 2023, wat heel creatief is. De totale besparing op financiering per diploma komt nog steeds uit op een besparing van 578 miljoen euro sinds 2008. Structureel dus geen fundamenteel verschil.

De bewering dat er netto 200 miljoen extra geïnvesteerd is, blijkt ook het resultaat te zijn van creatief – en eigenlijk ronduit onjuist – rekenen. In de cijfers van het kabinet valt op dat die ‘investeringen’ zowel structurele als eenmalige middelen betreffen, naast twee (gedeeltelijke) indexeringen. Bij de besparingen worden de desindexeringen (het niet toepassen van de index) uit de voorbije legislatuur niet meegerekend. Als we bij de middelen nagaan welke structureel zijn, moeten we bijna twee derden van de door Weyts als investeringen aangeduide middelen schrappen. Bovendien zijn euro’s uit 2020 niet te vergelijken met euro’s uit 2023. Het is creatief maar methodologisch weinig ernstig om structurele besparingen weg te rekenen met eenmalige operaties en indexeringen.

Hoe de besparingen correct berekenen?

Voor onze berekening van de besparingen gebruikten wij een methode waarbij we het aantal inschrijvingen vergelijken met de middelen van de Vlaamse overheid voor het hoger onderwijs via de basisfinanciering, waarbij alle bedragen werden omgerekend naar euro’s volgens de index van 1 januari 2023. Het voordeel van deze methode is dat ze relatief eenvoudig is: de benodigde gegevens zijn publiek beschikbaar en de effecten van de inflatie worden geneutraliseerd. 

De VLIR (Vlaamse Interuniversitaire Raad) en de VLOR (Vlaamse Onderwijsraad) gebruiken andere methoden maar stellen ook vast dat er bespaard is. Het voorbije academiejaar circuleerden bedragen van 450 tot 480 miljoen euro, recent had de VLIR het over 350 miljoen euro. Ook de universiteitsbesturen stellen dat dit het gevolg is van besparingen over alle voorgaande legislaturen. We hebben geen inzage in hun methodologie, maar stellen vast dat zowel de vakbonden als de besturen in het hoger onderwijs een onterechte en substantiële onderfinanciering van het hoger onderwijs zien.

Studenten en personeel samen sterk

Slechts de helft van de jongeren krijgt de psychologische hulpverlening die ze nodig hebben. Er is eenzaamheid, prestatiedruk en onzekerheid. Door de stijgende prijzen hebben steeds meer studenten moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Hulpdiensten zien opvallend veel studenten aankloppen voor financiële bijstand. Ondertussen worden essentiële sociale diensten voor studenten ontmanteld: de prijs voor studenten om op kot te kunnen gaan stijgt elk jaar. De Vlaamse rectoren laten ballonnetjes op over de verhoging van inschrijvingsgelden. We moeten dit niet tolereren! Ruim 667 miljoen euro, dat is het bedrag dat Vlaamse hoger onderwijsinstellingen ieder jaar mislopen ten gevolge van besparingen. Tegelijkertijd geeft België jaarlijks ruim 13 miljard euro aan subsidies aan vervuilende brandstoffen. De logica van dit systeem is duidelijk: eerst de winsten, dan de mensen. 

De rijkdom was nog nooit zo groot, maar de ongelijkheid is nog veel groter: de rijkste 1% bezit evenveel als de 50% armsten. Zolang het kapitalisme bestaat, zal er uitbuiting, oorlog en ongelijkheid zijn. Om racisme, seksisme, LGBTQIA+ fobie en ongelijkheid te stoppen hebben we nood aan een socialistische samenleving, gebaseerd op solidariteit, deze kan slechts bestaan wanneer de rijkdom en welvaart ten dienste staat van de meerderheid van de bevolking. Sluit aan bij de Actief Linkse Studenten en Campagne ROSA!

Meeting op 18 oktober

Kwaliteitsvol (hoger) onderwijs onder het kapitalisme: Een onmogelijke uitdaging? Woensdag 18 oktober. 20u00 @ Blandijn UGent, Lokaal 0.4

We strijden volop voor meer middelen en kwaliteitsvol onderwijs. Maar wat is er mogelijk binnen het kapitalistische systeem? Onderwijs moet zorgen voor kritische en gevormde mensen. Ook hoger onderwijs moet een recht zijn voor iedereen! Als dat niet kan binnen het kapitalisme, hoe kunnen we onze samenleving dan veranderen?

Kom naar de meeting of sluit aan bij de webinar, woensdagavond 18 oktober om 20u00. Kom luisteren naar onze sprekers en neem deel aan dit noodzakelijke debat.

Voeg toe aan mijn agenda
Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie