Marxisten nemen deel aan Nigeriaanse verkiezingen. Interview met Dagga Tolar

Nigeria werd in 2018 uitgeroepen tot de wereldwijde “hoofdstad van de armoede.” Het land telt meer dan 80 miljoen extreem armen. In februari zijn er verkiezingen waaraan voor het eerst deelgenomen wordt door de Socialist Party of Nigeria. We spraken hierover met Dagga Tolar van de Democratic Socialist Movement (onze Nigeriaanse zusterorganisatie).

Interview door Offensiv, weekblad van Rättvisepartiet Socialisterna (Zweden) – Lees ook dit verslag van de lancering van de campagne in Ifo

“In de laatste verkiezingen, in 2015, werd Muhammadu Buhari verkozen als president. Hij genoot steun voor zijn beloften van verandering, strijd tegen corruptie en hogere levensstandaarden. Buhari beloofde bovendien om de terreur van het rechtse islamistische Boko Haram te stoppen.

“Deze beloften zijn niet waargemaakt. Dat komt omdat het beleid van Buhari niet ingaat tegen het kapitalisme. Toen de olieprijzen daalden, zakte het land weg in een recessie. Onder Buhari zijn er 271 grote bedrijven die de deuren sloten, vooral in de textielsector. De werkloosheid neemt toe, net als de prijzen en de armoede.

“Sinds 2011 bedraagt het minimumloon 18.000 Naira per maand. Dat is 49 dollar, wat onder de VN-grens voor extreme armoede ligt. Die grens ligt immers op 2 dollar per dag of 60 per maand. Maar zelfs dit minimumloon wordt niet altijd toegekend. De meerderheid van de 36 deelstaten hebben achterstand bij het doorvoeren van dit minimumloon.

“Nigeria is de wereldwijde ‘hoofdstad van de armoede.’ Bijna 87 miljoen mensen, ongeveer de helft van alle Nigerianen, leven aan minder dan 2 dollar per dag. Dat is in verhouding meer dan in India. De extreme armoede staat in schril contrast met de elite in de samenleving: een senator verdient omgerekend 183.000 dollar per maand! De diepe sociale crisis blijkt ook uit de cijfers van kindersterfte die het tweede hoogste ter wereld zijn. Nigeria telt ook het grootste aantal kinderen dat niet naar school gaat: 13,2 miljoen.”

Grotere schulden, geen vrede

“Na vijf kwartalen van negatieve groei, was er in het laatste kwartaal van 2017 opnieuw een beetje groei van 0,7%. In 2018 zal de groei uitkomen op ongeveer 1,9%. Dat is lager dan de bevolkingsgroei, wat betekent dat het BBP per inwoner blijft afnemen. Maar ook toen dat BBP per inwoner nog steeg, voor de dalende olieprijzen vanaf midden 2014, nam de armoede toe. Het wijst op een erg grote ongelijkheid in Nigeria.

“De regering-Buhari probeerde de economie recht te houden door meer uit te geven. Maar dat zijn druppels op een hete plaat, die bovendien vooral opgepikt werden door buitenlandse bouwbedrijven. De uitgaven werden gefinancierd door leningen, waardoor de publieke schulden fors toenamen. Vandaag gaat de helft van de inkomsten van de centrale regering naar afbetaling van schulden.

“De olieprijzen bleven bovendien verder zakken: van 86 dollar per vat eind september tot minder dan 60 dollar in december. Hierdoor zijn de inkomsten van de overheid verder gedaald. Dit wordt op de werkende bevolking van het land verhaald.

“Buhari zorgde niet voor vrede. Eerder in 2018 verklaarde hij dat Boko Haram verslagen was. Maar de voorbije weken alleen al kwamen meer dan 100 mensen om bij geweld door Boko Haram.

“Het geweld neemt ook toe in centrale delen van het land, onder meer met conflicten tussen veehoeders en boeren. Het geweld wordt in de hand gewerkt door droogte en woestijnvorming. De veehoeders zorgen voor het vee van rijke families die hen bewapenen om de grond over te nemen. In confrontaties vielen er al heel wat doden. De overheid doet amper iets om daar een einde aan te maken.

“De Democratic Socialist Movement (DSM) staat voor een socialistisch landbouwbeleid met massale regeringsinvesteringen onder democratische controle.”

Stakingen en strijd

“De ontgoocheling in de regering-Buhari heeft geleid tot een toename van protest en strijd. Er zijn strijdbewegingen tegen de ‘zotte facturen’ van elektriciteitsbedrijven met gezinnen die moeten betalen terwijl er geen elektriciteit wordt geleverd. De elektriciteitsbedrijven en het netwerk werden vijf jaar geleden geprivatiseerd met de belofte van grotere toegang en lagere bedrijven.

“Maar het is nog steeds normaal om twee tot drie uur per dag geen elektriciteit te hebben. In residentiële buurten gaat de bevolking, vaak onder leiding van vrouwen, de strijd aan tegen het feit dat moet betaald worden terwijl het donker blijft. De facturen lopen soms op tot 10.000 Naira per maand, wat meer dan de helft van het minimumloon is.

“Het CWI in Nigeria en de Socialist Party of Nigeria (SPN) nemen aan deze campagnes deel en eisen de hernationalisatie van het elektriciteitsnetwerk en de bedrijven.

“In 2018 was er een toename van het aantal stakingen en bewegingen op de werkvloer. Dat is belangrijk omdat de werkende klasse de belangrijkste kracht is om overwinningen te boeken op de regering en de grote bedrijven. In september was er een driedaagse waarschuwingsstaking georganiseerd door de drie vakbondsfederaties: Nigeria Labor Congress (NLC), Trade Union Congress (TUC) en United Labor Congress (ULC). De centrale eis was voor een verhoging van het minimumloon tot 65.000 Naira per maand (iets meer dan 178 dollar).

“De regering weigerde hierop in te gaan, waarna een nieuwe staking werd aangekondigd voor 5 november. Er werden voorbereidingen genomen voor de grootste staking sinds die van 2012. Op 30 oktober werden meetings gehouden om te mobiliseren naar de staking. Zo sliepen activisten in de luchthaven om daar de staking meteen op te starten.

“De regering voelde de druk en begon onderhandelingen met de vakbonden. Na 11 uur werd een akkoord gesloten met de belofte om het minimumloon tot 30.000 Naira op te trekken. De vakbondsleiders lasten de staking af, maar de woede en de druk van onderuit bleek toen veel werkenden alsnog in staking gingen op 5 november.

“De gouverneurs verklaarden meteen dat het nieuwe minimumloon onbetaalbaar was. Er zal verdere strijd nodig zijn om de verhoging effectief te realiseren. De overheid kan dit ongetwijfeld betalen, zelfs indien het minimumloon opgetrokken wordt tot 65.000 Naira. Daarnaast zijn er bovendien voldoende middelen om te investeren in scholen, zorg en infrastructuur zoals wegen en elektriciteit.

“DSM en SPN nemen deel aan de stakingen en zijn actief in de vakbonden. Op lokaal vlak stonden we vooraan in een strijd bij het bedrijf Summal in Ibadan waar na drie dagen strijd grote toegevingen werden bekomen.

“Studenten van de Education Rights Campaign, geleid door DSM-leden, steunden in december de staking van de docenten aan de universiteit. Die staking duurde langer dan een maand. De eisen gaan zowel over lonen als de roep naar meer middelen voor onderwijs. De ERC won ook de strijd voor de re-integratie van Omole Ibukun aan de OAU-universiteit, waar hij geschorst werd wegens het organiseren van de strijd voor betere voorwaarden.

“Eén van de problemen voor de strijd is het feit dat de vakbondsleiders niet bereid zijn om ze ernstig te organiseren en het feit dat de vakbonden op heel wat werkplaatsen amper leden hebben.”

SPN en de verkiezingen

“Na drie jaar van strijd – in rechtbanken en op straat – werd de Socialist Party of Nigeria begin 2018 uiteindelijk officieel erkend. De SPN heeft 20 kandidaten in de verkiezingen: voor de gouverneursverkiezingen in Oyo, elf districten in Lagos, Oyo, Osun, Ogun en Cross Rivers en dan nog 8 districten in de hoofdstad Abuja.

“SPN is nog een erg nieuwe partij met beperkte middelen. Daarom komen we niet op in de presidentsverkiezingen. Bij onze eerste deelname, bij de verkiezing van de gouverneur in Osun, haalden we een bescheiden resultaat van 391 stemmen. Maar dat was meer dan de beter gekende Labour Party die actief is sinds 2007. De socialistische boodschap van de kiescampagne van SPN had een groot bereik.

“Het is de eerste keer dat CWI-leden op hun eigen programma en onder een eigen partijnaam opkomen. Tien jaar geleden namen we deel aan de National Conscience Party.

“Als de SPN een verkozene behaalt, dan zou dit een stap vooruit zijn in de klassenstrijd. Maar het doel is niet om verkozenen te behalen, wat overigens erg moeilijk zal zijn, maar om socialistische standpunten te verspreiden en om werkenden en onderdrukten te mobiliseren rond een programma voor de politieke macht en de vestiging van een democratische socialistische samenleving.

“De verkiezingen in Nigeria verlopen niet correct. De twee dominante partijen, APC waartoe Buhari behoort en PDP dat de presidenten voor hem leverde, voeren een opbod waarbij ze geld en cadeautjes uitdelen aan kiezers. Politici maken er geen probleem van om van partij te veranderen.

“Onze kandidaten komen op om de werkenden, jongeren en studenten te vertegenwoordigen. Ze beloven om te leven aan een gemiddeld loon in de publieke sector.

“SPN is opgezet door DSM, een revolutionaire marxistische organisatie die deel is van het CWI. SPN is breder, maar beschikt wel over een socialistisch programma. We bouwen beiden uit. Op het laatste Nationaal Comité van DSM haalden we 280.000 Naira op voor de kiescampagne.

“Na de verkiezingen zal de situatie gespannen zijn, los van de vraag wie er president wordt. De economische crisis laat weinig ruimte voor een regering die de wetten van de kapitalistische markt volgt. Het meest waarschijnlijke perspectief is dat er nieuwe aanvallen op de levensstandaard zullen komen en dat er geen verbetering komt voor wie in absolute armoede leeft.

“Wij denken dat de strijd van onderuit zal toenemen. Na de verkiezingen volgt een periode van strijd.”

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie