Kwaliteit en gelijke kansen vereisen meer middelen voor onderwijs

Foto: Flickr/alamosbasement

Het debat over kwaliteit in het onderwijs versus gelijke kansen vertrekt van een verkeerd uitgangspunt, met name dat de huidige tekorten een vaststaand gegeven zijn. Het vertrekt vanuit de vraag waar de weinige publieke middelen het best geïnvesteerd worden, maar het stelt niet de vraag hoe we meer publieke middelen kunnen afdwingen.

De N-VA voert een forcing rond onderwijs. Voorzitter De Wever kondigde aan dat zijn partij de volgende Vlaamse minister van onderwijs wil leveren. Hij gebruikt het argument dat de minister van onderwijs best verder van de katholieke zuil kan staan, maar tegelijk is het volledige project van N-VA gericht op het versterken van de nu reeds sterkste scholen, vooral katholieke scholen. Pogingen om zwakkere leerlingen mee te trekken, mogen voor N-VA niet ten koste gaan van de sterkere leerlingen. N-VA wil de bestaande grote ongelijkheid – het Belgisch onderwijs is één van de meest ongelijkheidsbevestigende in Europa – behouden en zelfs vergroten. Wat noch N-VA noch de andere gevestigde partijen voorstellen, is om fundamenteel meer publieke middelen in het onderwijs te investeren, te beginnen met 7% van het BBP zoals dit begin jaren 1980 was, om van daaruit iedereen vooruit te trekken.

Volgens OESO-specialist Dirk Van Damme moet ook de opleiding van leerkrachten beter. “Wanneer een samenleving duidelijke kwaliteitseisen stelt aan mensen in een bepaalde beroepscategorie, dan zal dat de aantrekkelijkheid van het beroep ook bevorderen,” merkte hij op in De Standaard. De aantrekkelijkheid van het beroep bevorderen, vereist eveneens een investering in het personeel. Zowel in de opleiding van het personeel als in de begeleiding en de arbeidsomstandigheden op de werkvloer. Nu stopt bijna de helft van de leraars in het middelbaar binnen de vijf jaar. Dat heeft veel te maken met een grote werkdruk (planlast, administratie, …) en het weinige respect dat daarvoor in de plaats komt. De job aantrekkelijker maken, betekent de werkdruk verlagen en de lonen en arbeidsvoorwaarden verbeteren in plaats van afbouwen, zoals onder de huidige rechtse regeringen gebeurt. Wie wil ook al weer zaken als vaste benoemingen afschaffen? Tevreden en gemotiveerd personeel is niet alleen belangrijk voor de leerkrachten zelf, maar ook voor de jongeren. De arbeidsomstandigheden van het onderwijzend personeel bepalen de leeromstandigheden van de jongeren.

Al meer dan 30 jaar wordt er bespaard op het onderwijs terwijl we in een zogezegde kenniseconomie leven en de eisen die men aan het onderwijs stelt alsmaar groter worden. Het wordt hoog tijd dat het besparingsbeleid gestopt wordt en dat er meer publieke middelen in onze toekomst worden geïnvesteerd. Dat zullen we enkel doen door ons te organiseren en in verzet te gaan tegen de huidige regeringen.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie