Sociaal akkoord: een eindeloze hoeveelheid niets

overlegAlleen door plechtig te beloven dat het ACV mee zou mobiliseren in een nieuw actieplan in gemeenschappelijk vakbondsfront kon de leiding van de vakbond een historisch nipte meerderheid vóór het sociaal akkoord vinden.

Artikel door Tim (Brussel)

De militanten van het ACV maakten hiermee duidelijk dat ook zij overtuigd zijn dat deze regering geen enkele toegeving zal doen op haar asociaal beleid, en dat verdere strijd de enige oplossing is. En met reden: het zogenaamde sociaal akkoord dat door de ‘Groep van Acht’, het overleg tussen vakbonden en werkgevers nadat de twee vertegenwoordigers van het ABVV zich hadden teruggetrokken, werd goedgekeurd is weinig meer dan een lege doos.

In november en december voerden honderdduizenden werknemers actie tegen de asociale plannen van de regering. De meest fundamentele eisen waren de afschaffing van de indexsprong, het intrekken van de maatregelen rond de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd, het stopzetten van de draconische besparingen in de openbare diensten, en een hervorming van het belastingstelsel zodat ook de grote kapitalisten, multinationals en speculanten eindelijk zouden bijdragen aan de gemeenschap.

Van bij het begin van het sociaal overleg werd duidelijk dat de werkgevers geen millimeter wilden toegeven op die essentiële punten. Er kon enkel gediscussieerd worden over de verdeling van de borrelnootjes: enkele tienden van een procent maximale loonstijging, op voorwaarde dat eerst de indexsprong zou bewaard blijven: netto dus sowieso een verlies aan koopkracht. Daarnaast ‘mochten’ de sociale partners beslissen hoe de overheidsmiddelen voor de verhoging van de allerlaagste uitkeringen herverdeeld worden, en voor enkele zware beroepen werden de hardste kanten van de pensioenhervorming er afgeveild. “Het akkoord vertelt een eindeloze hoeveelheid niets”, zou Shakespeare erover gezegd hebben. Veel militanten, maar ook vele gewone vakbondsleden die voor de eerste keer deel hadden genomen aan acties vroegen zich bij het openslaan van kranten oprecht af: “hebben we hiervoor nu zo hard moeten strijden?”

De vorige regering Di Rupo had reeds een zware aanval ingezet op onze verworvenheden, maar had dit wel gedaan op basis van rotte akkoorden met onze vakbondsleiding. N-VA moet nu kunnen bewijzen dat zij de “kracht van de verarming” kan doorvoeren zonder de schijn te geven ergens aan toe te geven. In de weken rond de onderhandelingen werden we dan ook om de oren geslagen met nieuwe aanvallen: de tijdelijkheid van de werkloosheidsuitkeringen, een tax shift die niet door de kapitalisten, maar door een verhoging van de BTW moet worden betaald, werklozen die voor kinderen of zieke familieleden zorgen zouden hun uitkering verliezen, de indexsprong die niet zou gelden voor de huurprijzen, … De N-VA-ministers doen er alles aan om te bewijzen dat ze fundamenteel asocialer zijn dan alle voorgaande regeringen.

Onderhandelen, zelfs over minimale toegevingen, is onmogelijk voor deze regering. Voor de arbeidersbeweging zijn er slechts twee opties: tot 2019 creperen of deze regering wegstaken.

Een nieuw, stevig actieplan is nodig: een plan dat de ambitie heeft om nog breder en sterker te zijn dan het vorige: een grotere militantenconcentratie en nationale betoging, en een nog breder gedragen nationale staking van 48 uur zijn een noodzaak. Het is er op of eronder: zwakte tonen zal door de regering en de N-VA worden aangegrepen om nog verder te gaan in asociale aanvallen. Laat ons dus vanaf nu zo’n stevig actieplan voorbereiden, en de strijd aangaan!

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie