Belachelijk!

290.000 euro jaarloon voor een topmanager? CD&V’er Jean-Luc Dehaene vindt dat “belachelijk”. Als mandataris van wie een band met het ACW werd vermeld, bedoelde hij niet dat een weekloon van 5.500 euro belachelijk veel was. Neen, voor managers is dat belachelijk weinig. Op een ogenblik dat het inkomen van gewone werkenden in de diepvries wordt gestopt en iedere cent loonsverhoging hard betwist wordt, gelden er aan de top andere regels.

Het schouwtoneel rond de vertrekpremies voor parlementsleden vorig week was al opvallend. Terwijl regering en patronaat een eenheidsstatuut voor werkenden in elkaar flansten waarbij de ontslagpremie voor bedienden naar beneden wordt getrokken, kregen parlementsleden zelfs bij vrijwillig vertrek een riante vertrekpremie. In het geval van Stefaan Declerck ging het om 270.000 euro. Voormalig PS-kopstuk Happart vertrok in 2009 met een rugzakje van 480.000 euro. Belastinggeld dat gegeven wordt bij vrijwillig vertrek! En het is niet dat deze vrijwillige vertrekkers hierna 4 uur per dag huisarrest krijgen voor eventuele controle. Neen, ze kunnen zich nadien ongehinderd wentelen in de fiscale hangmatten die zo in trek zijn in hun middens.

De vertrekpremie werd verklaard door de stelling dat parlementsleden toch niet in de onzekerheid mogen terecht komen. Voor gewone werkenden wordt de logica omgedraaid, daar heet het dat flexicurity inhoudt dat er een grotere arbeidsmobiliteit moet zijn. Lees: werkenden krijgen een oprotaalmoes en moeten vervolgens maar hun plan trekken. Een veralgemening van de regeling die parlementsleden voor zichzelf uitwerkten, zou tot een aanvaardbaar compromis voor het eenheidsstatuut kunnen leiden.

Onder druk werd de premie bij vrijwillig vertrek snel ingetrokken. CD&V’er Jean-Luc Dehaene is het daar niet mee eens. “Dat zijn typische gevallen waarbij men onder externe druk iets doet bewegen. Dan neemt men pijlsnel geïmproviseerde beslissingen, die men achteraf weer moet herzien.” Kortom, we moeten even toegeven aan wat leeft onder de bevolking maar we zullen zo snel mogelijk proberen om dat terug recht te zetten. Zelf heeft Dehaene overigens geen vertrekpremie nodig, als bestuurder klust hij voldoende bij en als Europees Parlementslid is hij inactief, tenzij als het erom gaat om zijn riante parlementswedde op te strijken. De man die een bierbonus kreeg omdat hij bij Inbev in het bestuur zetelde en daar voor sociale afbraak stemde, neemt het op voor zijn collega’s aan de top. Zelf raakte hij aan die top door besparingen op de kap van de meerderheid van de bevolking door te voeren. We zijn het Globaal Plan nog niet vergeten.

De collega toplui bij de overheidsbedrijven zijn voor Dehaene hun grote loon meer dan waard. Hij vervoegt zijn collega Luc Van Den Bossche die stelde dat topmanagers toch niet aan een missionarisloon moeten leven. Beide politici zouden banden met de arbeidersbeweging hebben. Als ze zich daar met hun partij zelf niets van aantrekken, waarom blijven de vakbondsleiders er dan aan vasthouden? Zullen ze zoals in Groot-Brittannië wachten tot de sociaaldemocratische leiders zelf de banden via gerechtelijke weg doorknippen?

Dehaene nam het dus op voor de toplonen van de topmanagers. In Le Soir verklaarde hij: “Ik vind het niet goed om een limiet op te leggen voor de publieke sector, wanneer die in concurrentie treedt met de privésector. Als men terug wil keren naar een soort ambtenarenapparaat voor overheidsbedrijven, dan moet men dat doen. Maar ik vind dat geen goed idee. Als limiet het salaris van de premier kiezen, is ridicuul.” Een limiet voor lonen vinden Dehaene en zijn collega’s niet goed als het om topmanagers gaat, de loonstop die evenzeer een limiet is voor gewone werkenden daarentegen vinden ze een economische noodzaak. De regels die ze voor zichzelf opleggen, gelden duidelijk niet voor de anderen.

De kleine toplaag die het vandaag voor het zeggen heeft, leeft in een andere wereld dan de onze. Het verschil tussen het inkomen van de kleine toplaag en de meerderheid van de bevolking is fors toegenomen. De publieke sector vormt daar geen uitzondering op en de politici aarzelen niet om mee in de carrousel van gouden parachutes en bonussen te stappen. Wie daar kritiek op heeft, verwijten ze afgunst.

Wij willen gerust aanvaarden dat wie hard en veel werkt daarvoor beloond mag worden. Een topverpleegkundige die vier handen en twee paar benen nodig heeft om steeds opnieuw flexibele shifts gedaan te krijgen, mag daar zeker voor beloond worden. Een toploodgieter-in-opleiding mag gerust iets meer krijgen dan een enkele reis Afghanistan. Verschillen in loon moeten mogelijk zijn. Als de verhouding tussen de hoogste en de laagste lonen beperkt wordt tot één op vier, zou dat toch moeten volstaan? Als een doorsnee gezin met een inkomen rondkomt, dan moet vier keer dat inkomen toch genoeg zijn om extra luxe te veroorloven?

Een dergelijk voorstel horen we onder de gevestigde politici uiteraard niet. Dat zouden ze “contra-intuïtief” noemen – zoals minister Geens (CD&V) een verlaging van de BTW op elektriciteit omschreef. Hun intuïties zijn gericht op die kleine toplaag die zich zelfs in tijden van crisis enorm weet te verrijken en dit op de kap van een steeds verder oprukkende armoede, honger op school, uit de pan swingende jongerenwerkloosheid en onzekerheid tout court. Daar vragen bij stellen, is helemaal niet belachelijk. Het is noodzakelijk om aan hun belachelijke systeem een halt toe te roepen door de strijd voor onze belangen op syndicaal en politiek vlak te organiseren.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie