Na de ‘Mars voor Toekomst’: de strijd verder opvoeren!

Op 24 oktober werd de sluiting van Ford Genk aangekondigd. De weken die daarop volgden, waren er van vele onzekerheden en verwarring. Maar ook het potentieel van strijd voor het behoud van alle jobs bleek. Op 11 november was er een ‘Mars voor Toekomst’ met tienduizenden deelnemers. Het potentieel en de strijdbaarheid zijn aanwezig. Als we niet willen dat de kansen verkwanseld worden en deze mars in het beste geval herinnerd wordt als een ‘gezondheidswandeling’ moeten de vakbonden nu komen met een actieplan voor het behoud van de jobs.

Artikel door OK, LSP-Limburg

Onzekerheid

Na de aankondiging van de sluiting was er heel wat onzekerheid. Zou er terug gewerkt worden na de periode van economische werkloosheid? Hoe zou het verzet tegen de aankondiging gevoerd worden? Sommigen stelden dat het beter is om alles plat te leggen, anderen dachten dat verder werken om zoveel mogelijk ‘oorlogsbuit’ te maken aangewezen was. De directie drong aan en beloofde een ‘startpremie’. Dat werd verworpen, maar uiteindelijk werd het werk toch hervat. En dat met een normale productie van 1000 auto’s per dag.

De onduidelijkheid werd versterkt door een gebrek aan klare ordewoorden. De betoging van 11 november had daar een uitstekende gelegenheid toe geboden, ook de Europese actiedag van 14 november had gebruikt kunnen wonden. Of waarom niet bij de werkhervatting op 15 november? Die kansen werden gemist waardoor het overkomt alsof de vakbondsleiding zich beperkt tot stervensbegeleiding met als enige perspectief een hoge afscheidspremie.

Een afscheidspremie is geen oplossing voor de toekomst van de jongeren in de regio. Bovendien dreigt het personeel van de onderaannemers hierbij uit de boot te vallen. Die veelal jonge arbeiders voelden zich in de kou gelaten waardoor er een gebrek aan samenhorigheid dreigde. Gelukkig probeerden meer militante delegees om op basis van een strijdbare opstelling de eenheid te herstellen. De arbeiders hebben al eens toegestaan dat er ‘bedrijfsgrenzen’ kwamen tussen elkaar, nu mogen ze niet toelaten dat er ook nog ‘vakbondsgrenzen’ komen tussen militanten van Ford en militanten van de onderaannemers.

Regering heeft geen oplossing

Limburg dreigt een sociale woestijn te worden. De sluiting van Ford zou volgens de laatste cijfers uiteindelijk 15.800 jobs treffen. Tevens zijn er momenteel 19.000 economische werklozen, evenveel als in 2009. En er zijn meer dan 30.000 ‘echte’ werklozen (niet-werkende werkzoekenden). De afgelopen twee jaar nam het aantal leefloners in Genk met 30% toe. De plannen van de regering beperken zich tot het laten aangroeien van het leger van werklozen en armen.

De regering stelde een groep van 12 ‘experten’ aan om een herstelplan voor Limburg uit te dokteren. Na twee weken werd een eerste idee gelanceerd: de ontslagpremies niet individueel uitbetalen, maar in een fonds voor reconversie stoppen. Kortom, het solidariteitsgevoel misbruiken om de arbeiders zonder iets op straat te zetten en de poging tot herstel zelf te laten betalen. Dit is een verdeling van de miserie. Van een regering die werkloosheidsuitkeringen afbouwt, brugpensioen moeilijker maakt en de koopkracht verder ondermijnt, kunnen we uiteraard niets verwachten. Terwijl de Genkse CD&V-burgemeester Wim Dries trots verklaart dat hij regelmatig naar het piket gaat, weigert zijn partijgenoot Van Rompuy Europese steun en komen de regeringen waar zijn partij in zit niet tot ernstige voorstellen om de tewerkstelling te redden.

Strijden voor behoud van alle jobs!

Uiteraard moeten de vakbonden werk maken van een sterk sociaal plan voor de oudere werknemers. Zij hebben hun rust meer dan verdiend en mogen op brugpensioen. Er zijn zoveel jonge werklozen aan wie ook kansen gegeven moeten worden. Ford heeft de voorbije drie jaar wereldwijd meer dan 30 miljard dollar winst gemaakt. Ook 2012 zal erg winstgevend zijn. Er is dus totaal geen reden om de vraag van ontslagpremies te milderen, zowel voor de Ford werknemers als die van de toeleveranciers.

Maar als alle goede jobs verdwijnen, blijft er geen toekomst over voor de volgende generaties. Als de reconversie na de sluiting van de mijnen nog enigzins positief uitpakte, was dit dankzij de aanwezigheid van een bedrijf als Ford dat op het hoogtepunt 17.000 personeelsleden kende. Vandaag is er geen alternatieve tewerkstelling, het regent ontslagen en in de publieke sector zijn er overal tekorten.

Hoe kunnen we de jobs behouden? Ford overtuigen door op loon en arbeidsvoorwaarden in te leveren, werkt niet. Dat is al geprobeerd, er werd al 12% ingeleverd. Moeten we inleveren tot we allemaal aan Oost-Europese, Turkse, Indische of Vietnamese lonen en arbeidsvoorwaarden werken? Een overnemer zoeken, is weinig realistisch gezien de overproductiecapaciteit bij alle merken. Het verspreiden van de productie over alle vestigingen klinkt positief, maar het is de vraag aan wie je dit overlaat. Als het de patroon is die het organiseert, betekent het delen in de miserie met overal aanvallen op werkgelegenheid en lonen. En als puntje bij paaltje komt, proberen natio-nale overheden met subsidies (en dus gemeenschapsmiddelen) de problemen op anderen af te schuiven.

Nationalisatie en reconversie

De enige oplossing op lange termijn is de nationalisatie, het in publieke handen nemen van de fabriek. Een aantal jaar geleden werden banken genationaliseerd of met miljardensteun overeind gehouden. Als dat kan om speculanten te redden, waarom dan niet om jobs en productie te redden? Als Nedcar in Born (Nederlands Limburg) nog bestaat, is het omdat de Nederlandse overheid (mede-)eigenaar is en bij het vertrek van een merk actief een ander merk aantrekt. Maar ook hier stelt de vraag zich aan wie je het initiatief overlaat. Als het van regering en patroons afhangt, dient een tijdelijke nationalisatie enkel om het bedrijf nadien voor een prikje door te verkopen. Voor hen betekent nationaliseren de verliezen naar de gemeenschap doorschuiven en de winsten naar de privé.

Wij staan voor een nationalisatie waarbij het bedrijf in handen komt van de gemeenschap, die er ook een democratische controle over heeft. Een bedrijf onder democratische controle van de gemeenschap kan de aanwezige technologie en productiecapaciteit benutten in het voordeel van de gemeenschap en niet voor de winsten van een kleine groep gepriviligeerden. Ford Genk (samen met de toeleveranciers) is helemaal geen simpele assemblagefabriek. Het is een performant bedrijf met een schat aan opgebouwde ervaring en knowhow en een pool van technisch goed opgeleide werknemers. De fabriek van Ford Genk is zodanig flexibel gebouwd dat er met minimale aanpassingen eender wat gemaakt kan worden. En het is niet omdat er minder auto’s verkocht worden, dat de gemeenschap geen nood heeft aan mobiliteit. Waarom de situatie niet aangrijpen om de techniek, technologie, fabriek, knowhow… in eigen handen nemen om bv. het openbaar vervoer goed uit te bouwen en betaalbaar te maken voor iedereen?

De strijd aangaan!

Een nationalisatie zal niet zomaar uit de lucht vallen. De discussie rond nationalisatie is niet zozeer die van de haalbaarheid maar eerder van de bereidheid van de vakbonden om die eis naar voren te schuiven en ervoor te strijden. Het is een kwestie van krachtsverhoudingen. Daarom dat de 11de, de 14de en de 15de november gemiste kansen zijn. Maar het is nog niet te laat.

De vakbonden moeten dringend onomwonden de eis van jobbehoud en nationalisatie naar voren schuiven en een actieplan opmaken om de strijd aan te gaan. De sterkste bondgenoot die ze daarbij zal vinden, is de eigen basis. Pas als de vakbonden perspectief bieden op beterschap en de strijdvaardigheid van de arbeiders willen ondersteunen, zullen ze zien dat de werknemers met duizenden actief de strijd zullen aangaan.

> socialisme.be/lsp/autosector

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie