De groenen in de regering: van compromis tot gecompromitteerd

De verkiezingsperiode is al begonnen. De Vivaldi-partijen verdedigen hun staat van dienst. Alle niet nagekomen beloften worden weg gestopt achter het excuus van compromissen die nodig waren om erger te vermijden. In het geval van de groenen gaat het daarbij over kernpunten, zoals de menselijke opvang van vluchtelingen of het langer openhouden van kerncentrales.

Door een spoorman

Nauwelijks was staatssecretaris Sarah Schlitz (Ecolo) afgetreden, of de twee vicepremiers van Ecolo en Groen kwamen in verlegenheid. Petra De Sutter en Georges Gilkinet hadden gedetacheerde medewerkers van BPost en de NMBS op hun ministeriële kabinetten aangesteld. Het idee dat de groenen ‘anders’ aan politiek doen, kreeg daarbij een knauw. De Sutter erkende: “Ik heb een slechte praktijk uit het verleden doorgezet, en dat was fout.”

Dan is er de kwestie van de kerncentrales en het akkoord van de regering met Engie-Electrabel om de kernreactoren met tien jaar te verlengen. Er komt een grote publieke financiële steun om ervoor te zorgen dat dit bedrijf winsten blijft opstrijken naar het voorbeeld van de recordwinst die in 2022 werd geboekt. De kernuitstap was het enige belangrijke resultaat dat de groenen konden voorleggen bij hun vorige federale regeringsdeelname van 1999 tot 2003.

Voor de groenen is mobiliteit uiteraard belangrijk. Ecolo heeft een sleutelpositie met Gilkinet als minister van mobiliteit. Wie gratis openbaar vervoer of toch minstens een verlaging van de kosten had verwacht, is er aan voor de moeite. De stijgende energiekosten dwongen de NMBS, de grootste verbruiker van elektriciteit in België, tot prijsverhogingen. De publieke middelen in het kader van het beheerscontract en de regeringsmaatregelen tegen de stijgende energieprijzen volstonden immers niet.

Hiermee raken we de kern van het probleem van groene regeringsdeelname. Ecologische maatregelen zijn noodzakelijk en bijzonder dringend. Maar ze vereisen grote investeringen in de ontwikkeling van openbare diensten. Zelfs toen de coronapandemie de geldkranen openzette, werden de middelen niet gericht op betere openbare diensten. Het ging veeleer om publiek-private samenwerkingen volgens het principe dat de winsten voor de privé zijn en de kosten voor de gemeenschap. Met de terugkeer van besparingen (zie pagina 2), zal het er niet beter op worden.

Een echte groene energietransitie betekent massaal investeren in de uitbreiding van gratis openbaar vervoer, een openbaar plan voor de isolatie en renovatie van gebouwen … Dit zal niet lukken zonder te raken aan de winsten van de energiemultinationals, iets waartoe de groenen niet bereid zijn.

De klimaatuitdagingen zijn immens en botsen met het beleid van een pro-kapitalistische regering, die bovendien met de steun van de groenen overgaat tot het blokkeren van de lonen, het aanvallen van de pensioenen, het beperken van het recht op collectief protest … Echte vooruitgang kan enkel indien de arbeidersklasse een krachtsverhouding uitbouwt.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie