Waarom hogere lonen helemaal niet onverantwoord zijn

Door op 24 september in Brussel 15.000 werknemers op de been te brengen, heeft het ABVV duidelijk gemaakt hoe groot de woede is over de wet van ‘96. Die loonwet blokkeert onze lonen terwijl de prijzen stijgen, net als de dividenden die aan de aandeelhouders worden uitgekeerd. Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) legt ons arrogant uit dat loonsverhogingen de inflatie zouden versterken en uiteindelijk jobs kosten. Wat is er aan van die patronale argumentatie? 

door Julien (Brussel)

“Wat als…”

De voorbije jaren kwamen veel werknemers in actie tegen armoede. Er waren acties voor een hoger minimumloon van minstens 14 euro per uur, een leefbaar minimumpensioen, tegen de besparingen en tegen het Interprofessioneel Akkoord (IPA) met de schandalige loonnorm van 0,4%. Om die loonnorm te breken, moet ook de loonwet van 1996 weg. Toen eind maart gestaakt werd tegen de loonnorm publiceerde de werkgeversorganisatie VBO een artikel onder de titel: “Wat als… we de loonnorm loslaten?” De bazen kwamen met een doembeeld van jobverlies, verminderde koopkracht, minder private investeringen en dus nog minder banen. Volgens hen zijn wij hebzuchtig … Over hebzucht kennen ze in die kringen wel iets, maar daar hebben onze looneisen niets mee te maken.

Gevestigde economen zijn gewoon om alleen te kijken naar wat hen uitkomt. De bazen zien ons als ‘loonkosten’. De honderdduizenden werkenden die zich tegen de loonnorm verzetten, zouden onverantwoordelijk zijn omdat ze alleen aan hun loon denken zonder te beseffen wat er op het spel staat. Het argument is niet nieuw. In de jaren 1860 gingen Europese arbeiders massaal in staking tegen de lage lonen. De International Working Men’s Association, de Eerste Internationale, voerde het debat over hogere minimumlonen en antwoordde op de misvatting dat hogere lonen alleen maar zouden leiden tot hogere prijzen, lagere lonen elders en banenverlies. 

Karl Marx reageerde in 1865 in zijn brochure ‘Loon, Prijs en Winst’. Zijn prijsstijgingen het gevolg van loonsverhogingen? “Het dogma dat ‘het arbeidsloon de warenprijzen bepaalt’, kom erop neer dat ‘waarde bepaald wordt door waarde’, en deze tautologie betekent dat wij in feite in het geheel niets over de waarde weten.” Hij concludeert: “Een algemene stijging van het loonpeil zou een daling van de algemene winstvoet tot resultaat hebben, zonder evenwel, in het algemeen gesproken, de warenprijzen te beïnvloeden.”

Bepalen de lonen de prijs van waren?

Volgens Marx wordt de waarde van een waar bepaald door de arbeidstijd die sociaal noodzakelijk is om het te produceren. “Sociaal noodzakelijk” betekent dat er rekening wordt gehouden met de gemiddelde arbeidstijd voor een waar en niet die van elke waar, anders zou bijvoorbeeld een trui die langzamer wordt gemaakt meer kosten. In ruil voor de productie van deze waren ontvangt de werknemer een loon. Het loon dat wij ontvangen wordt niet berekend op basis van wat wij produceren, maar alleen op basis van onze arbeidskracht. De eerste vraag die kapitalisten zich stellen is: hoeveel hebben arbeiders nodig om in leven te blijven om de volgende dag weer aan het werk te gaan? Doorheen organisatie en strijd in bedrijven, sectoren, regio’s en landen hebben werknemers hogere lonen afgedwongen. 

Kapitalisten verkopen de producten van onze arbeid. Wanneer de lonen, grondstoffen, energie … betaald zijn, houden zij wat men de meerwaarde noemt over. Als er geen meerwaarde zou zijn, zouden kapitalisten er geen belang bij hebben om aandeelhouder te zijn. De meerwaarde is het verschil tussen het product van de arbeid en wat de kapitalist hiervoor moest betalen. Het gaat dus om onbetaalde arbeid. Anders gezegd: het zijn niet de kapitalisten die ons uit vriendelijkheid betalen. Wij zijn het allen die de kapitalisten betalen in die zin dat zij zich de door ons geproduceerde rijkdom toe-eigenen. Het fundamentele probleem is dat de uitwisseling tussen arbeiders en kapitalisten ongelijk is, aangezien arbeiders niet voor alle geproduceerde waarde worden betaald. Dat is de basis voor de galopperende ongelijkheid in onze samenleving. Het zorgt er tevens voor dat de werkenden niet in staat zijn om de door hen geproduceerde waarde volledig te consumeren, wat tot crisissen leidt. 

De strijd om loonsverhoging is in essentie een strijd om het aandeel dat de kapitalisten zich toe-eigenen. Dit is de basis van de klassenstrijd. De kapitalist probeert de meerwaarde te verhogen door de uitbuiting op te voeren met lagere lonen of hogere productiviteit. Kapitalisten zijn eigenlijk economische parasieten. Ze worden niet rijk door er hard voor te werken, maar door ons er hard voor te laten werken. 

Zo bedroeg de jaarlijkse toegevoegde waarde van de Belgische farmaceutische sector bijvoorbeeld bijna 15 miljard euro (in 2017). Samen met de indirecte banen vertegenwoordigt de sector 120.000 mensen in het land. Na aftrek van de kosten van grondstoffen, energie, gebouwen enzovoort, zou elke werknemer in de sector meer dan 10.000 euro per maand verdienen als hij werd betaald voor wat hij of zij produceert. Onnodig te zeggen, dat dit niet het geval is… De geproduceerde waarde gaat niet enkel naar de werknemers (via directe en indirecte lonen), een groot deel verdwijnt in de zakken van de aandeelhouders. De strijd voor loonsverhogingen komt neer op de vraag wie welk deel van de geproduceerde waarde krijgt. Welk deel gaat naar de werkenden die de waarde creëren en welk deel naar de eigenaars van de productiemiddelen?

Voor alle duidelijkheid: we vragen niet dat de werknemers in de sector 10.000 euro per maand op hun bankrekening gestort krijgen. Dat eist niemand. De werkende klasse vocht voor sociale zekerheid om solidariteit te financieren. De werkende klasse draagt ook bij aan de gemeenschap. We komen op voor meer middelen voor openbare diensten, zorg, onderwijs, kinderdagverblijven, openbaar vervoer … Als we loonsverhogingen eisen, vragen we dat een groter deel van de door ons gecreëerde rijkdom naar de werkende klasse gaat. 

Loonsverhogingen leiden enkel tot inflatie indien de kapitalisten hun winsten willen veiligstellen en de prijzen verhogen om wat ze ons langs de ene kant aan loonsverhoging moeten toekennen langs de andere kant meteen terug af te pakken met hogere prijzen. Het gaat om profiteurs die geen productieve rol spelen. Uiteindelijk strijden we voor een samenleving waarin de sleutelsectoren van de economie in handen van de werkende klasse zijn zodat de rijkdom gecollectiviseerd wordt en planmatig kan ingezet worden voor sociale behoeften. Sectoren met een hoge toegevoegde waarde, zoals de industrie, kunnen dan gebruikt worden om sectoren met een lagere toegevoegde waarde te financieren. 

De argumenten van het VBO gaan niet over het beschermen van banen of onze koopkracht, maar over het beschermen van de kapitalisten bij het zich toe-eigenen van de door ons geproduceerde waarde. Zij zijn de enigen die hebzuchtig zijn.

Wij creëren de rijkdom

Het is in het belang van de werknemers dat de wet van 1996 wordt afgeschaft en dat de loonindexering en de sociale zekerheid worden versterkt. Het VBO en hun vrienden vragen ons wie dit gaat betalen? Als we het ons niet kunnen veroorloven, is dat omdat de kapitalisten vandaag steeds meer van de vruchten van onze arbeid nemen. Wij zijn degenen die de rijkdom creëren, we moeten er ook zelf over kunnen beschikken! Daartoe moeten we de middelen uit de zakken van de bazen halen. In het tweede kwartaal van dit jaar zijn de dividenden van beursgenoteerde bedrijven in België met 160% gestegen. We kunnen ons ook het cynisme herinneren waarmee Jeff Bezos de werknemers van Amazon bedankte voor het betalen van zijn ruimtereis. Al die miljarden waar de kapitalisten zich mee volproppen, zijn door de arbeiders geproduceerd en moeten naar hen gaan. Dan zouden we genoeg hebben om een einde te maken aan armoede. 

De strijd tegen de wet van 1996 en voor het volledige herstel van de index moet worden gezien in de context van de opbouw van een krachtsverhouding tegen het kapitalisme zelf. LSP komt op voor een samenleving waarin degenen die rijkdom produceren, deze ook beheren en controleren. Dat betekent een democratische socialistische samenleving. Door het kapitalisme omver te werpen, zou het leven niet langer een overlevingsstrijd zijn.

 

[button link=”https://nl.marxisme.be/product/marx-loon-prijs-en-winst/” type=”big” color=”red”] => Bestel ‘Loon, prijs en winst’ van Marx via onze webwinkel[/button]

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie