Geen verarming! Handen af van onze index!

Werkgeversfederatie Unizo kwam eind vorige week in het nieuws met een voorstel om na de indexering van januari 2023 geen enkele bijkomende indexaanpassing toe te passen. De werkgevers komen volgens Unizo in de problemen door deze indexering en dit op een ogenblik dat veel ondernemers door hun reserve zitten.

Helaas is dat voorstel van Unizo voor veel werkenden sowieso de realiteit: in heel wat sectoren is er slechts één keer per jaar een indexaanpassing. Dit betekent dat deze werkenden het afgelopen jaar de kosten met meer dan 10% zagen stijgen, terwijl hun lonen nu pas volgen. Het ACV berekende dat iemand met een mediaanloon dat slechts in januari wordt geïndexeerd de afgelopen twee jaar ongeveer 3400 euro aan koopkracht verloor. Een dalende koopkracht heeft ook gevolgen voor de werkgevers, in het bijzonder de kleine zelfstandigen.

In Het Nieuwsblad verscheen aan het begin van de koopjesperiode een opmerkelijk stukje onder de titel: “Unizo hoopt dat loonindexering koopjesperiode kan redden.” Na een slecht jaar in de winkelstraten moet de loonindexering in januari voor verbetering zorgen. “Pas laat in december schoot het seizoen echt in gang, omdat mensen door de oorlogssituatie en de stijgende energieprijzen niet veel uitgaven. Maar nu zo’n 40 procent van de werknemers in januari een indexering van 11 procent krijgt, kan dat veranderen,” merkte een woordvoerder van Unizo op.

Deze tegenstrijdigheid is ook op groter niveau aanwezig. Alle verslagen over de Belgische economie merken op dat de neergang minder hard is dan gevreesd en dit omwille van de particuliere consumptie die dankzij de indexering van de lonen niet zo hard achteruitging als in de buurlanden. Toch koppelen de woordvoerders van het kapitalisme aan die vaststelling de eis om de index aan te pakken. Ze willen een daling van de koopkracht die even sterk is als in sommige buurlanden. Concurrentie voor onze lonen betekent naar beneden trekken, voor hun winsten (én de toplopen van de managers) betekent concurrentie dat naar boven wordt gekeken.  

Het standpunt van Unizo komt er ongeveer op neer dat de bazen van winkels uitkijken naar hoe de werkenden hun loonindexering bij hen zullen besteden, maar dat ze hun eigen personeel liefst geen index toekennen. Een achterliggende factor voor de tegenstrijdigheid is dat middelen die naar de werkenden gaan sneller terug in de economie terechtkomen dan de miljarden die naar de aandeelhouders doorgesluisd worden. De winsten van de groten bedreigen heel wat kleine ondernemingen.

Een aantal kleine zelfstandigen heeft het moeilijk en dat wordt aangegrepen door andere werkgevers om de eigen zakken meer te vullen. Dat doen ze met hogere prijzen en tegelijk hopen ze een graantje mee te pikken van de aanvallen op de lonen. Zelfs indien de index standhoudt, is de kans op een loonsverhoging bovenop de index immers steeds kleiner. In plaats van de steun voor de zelfstandigen en kleine bedrijven in moeilijkheden te zoeken bij diegenen die grote winsten boeken, wordt naar de werkenden en hun gezinnen gekeken.

Ondertussen is de index al ondermijnd door het gepruts aan de samenstelling van de korf van producten waarmee het berekend wordt en door de vertraging waarmee in veel sectoren de indexering wordt toegepast. Met eenmalige premies wordt dat niet gecompenseerd. De hoop op het einde van de inflatie omdat de energieprijzen terug dalen, is een illusie. Zeker nu de voedselprijzen zo sterk stijgen. De arbeidersbeweging mag zich niet in het defensief laten duwen, maar kan best alle argumenten benutten om de patronale leugens te doorprikken om de strijd voor hogere lonen te versterken. Het behoud van de index volstaat niet, de index moet hersteld worden (zowel qua regelmatigheid waarmee de lonen aangepast worden als qua samenstelling van de korf) en we moeten de strijd voor echte loonsverhogingen doorzetten.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie