De radicale roots van Pride: strijd haalde LGBTQI+-beweging uit kast

Artikel uit maandblad De Linkse Socialist – Lees hier de volledige versie van het dossier op CampagneROSA.be

Op 27 juni 1969 was er een onopvallende gebeurtenis in Greenwich Village in New York. Er gebeurde iets wat honderden keren eerder voorviel in de VS. De politie voerde een razzia uit in de “Stonewall Inn”, één van de weinige bars waar homoseksuele en transgender mannen en vrouwen toegelaten werden. Door de maffia gerunde etablissementen zoals de Stonewall Inn waren in die tijd vaak de enige plek waar LGBTQI+-mensen een zekere vorm van vrijheid genoten. De harde sociale repressie en een algemeen maatschappelijke identificatie van homoseksualiteit als “perversie” veroordeelde iedereen die niet aan de heteroseksuele norm beantwoordde tot een leven in verborgenheid of marginaliteit. De Stonewall Inn was een toevluchtsoord voor vele, vaak dakloze, queer- en transjongeren van Latino en Afro-Amerikaanse afkomst.

De razzia in de Stonewall Inn was niets nieuws. Maar toen de zeven agenten in burger en een geüniformeerde agent iedereen in de bar aan een identiteitscontrole onderwierpen en met arrestaties begonnen, gebeurde er wel iets nieuws. De opgepakte klanten van de bar begonnen muntstukken te gooien naar de agenten. Dit was een verwijzing naar het beruchte omkopingssysteem waarbij politiechefs grote sommen smeergeld kregen van bars waar LGBTQI+-personen kwamen. De muntstukken werden al snel gevolgd door flessen, stenen en andere voorwerpen. Er werd geroepen en de opgepakte LGBTQI+-personen in de combi’s werden bevrijd.

Het nieuws hierover verspreidde zich snel doorheen Greenwich Village waarop honderden LGBTQI+-personen – voornamelijk arme Hispanic en Afro-Amerikaanse working class jongeren – samenkwamen op Christopher Street in de buurt van de Stonewall Inn. De politie kreeg versterking van de oproerpolitie die gespecialiseerd was in het aanpakken van protestacties tegen de oorlog in Vietnam. De politie slaagde erin om de betoging te ontbinden, maar die hergroepeerde zich telkens op een andere plaats.

Het antwoord op de repressieve aanpak kwam onverwacht en de ontreddering van de politie versterkte het zelfvertrouwen van de activisten. De volgende avond waren er opnieuw betogingen met duizenden deelnemers. Er werden pamfletten verspreid met als titel: “Haal de maffia en de flikken weg uit de homobars.” De protestacties duurden zes dagen en nachten.

Na de rellen waren er intense discussies in de LGBTQI+-gemeenschap van de stad. In de eerste week van juli kwam een kleine groep LGBTQI+-personen samen om een nieuwe organisatie op te zetten: het “Gay Liberation Front”. Die naam werd bewust gekozen omwille van de associatie met de anti-imperialistische strijd in Vietnam en Algerije. Militanten van het Gay Liberation Front (GLF) namen deel aan solidariteitsacties voor de opgepakte Black Panthers. Ze zamelden geld in voor stakende arbeiders en maakten de link tussen de strijd voor LGBTQI+-rechten en de socialistische strijd.

Het woord “Stonewall” is de geschiedenis ingegaan onder LGBTQI+-personen. Het is een symbool van de opstand van de LGBTQI+-gemeenschap tegen onderdrukking en van de strijd voor volledige gelijke rechten op alle vlakken. Vandaag bestaat het GLF niet meer, maar het idee van “Gay Power” is nog steeds aanwezig. Zo vormde dit de aanleiding voor de jaarlijkse betogingen van “Gay Pride” in tal van landen.

De Stonewall-rellen haalden de LGBTQI+-beweging voor het eerst uit de kast. Eerdere organisatiepogingen binnen linkse kringen gebeurden vooral via lobby- en drukkingsgroepen achter gesloten deuren. Nu werd de strijd voor gelijke rechten voor LGBTQI+-mensen op straat gevoerd. Door de deelname van de ‘streetkids’ aan de straatprotesten kregen de politieke meetings een sterk antikapitalistisch karakter. Het Gay Liberation Front nam vaak een revolutionair standpunt in en riep op tot de noodzaak van eengemaakte strijd van alle groepen die onderdrukt werden binnen het kapitalisme. Onder de slogan ‘Gay liberation equals peoples liberation’ drukten velen de wens uit voor solidariteit met de vrouwenbeweging, de burgerrechtenbeweging en de antikapitalistische bewegingen over heel de wereld. De revolutionaire sfeer was een vruchtbare grond voor politieke organisatie en naast het GLF ontstonden tal van radicale protestorganisaties.

Op 28 juni 1970 vond in New York de eerste ‘Christopher Street Liberation Day’ plaats: een herdenking van de Stonewall-rellen. Tegelijk werden Gay Pride marsen georganiseerd in LA en Chicago, de eerste Prides in de geschiedenis van de VS. Tegen 1972 waren er in alle grote steden van de VS Prides en waren er tienduizenden activisten bij betrokken.

De Gay Liberation Movement kreeg in 1970 haar eerste symbool in de vorm van de Griekse letter Lambda, die staat voor balans en eenheid. Begin jaren ’70 begonnen activisten ook de roze driehoek te gebruiken als symbool, een verwijzing naar de repressie onder het nazisme. Het was pas in 1978 dat deze vervangen werd door de regenboogvlag, die vandaag internationaal bekend is als symbool voor Gay Pride.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie