Italië: nieuwe crisis voor Europees kapitalisme

Mattarella (centraal) verdedigt de belangen van een deel van het Italiaanse kapitaal. Zijn veto tegen een minister van Lega en Vijfsterrenbeweging leidt tot een nieuwe politieke crisis met verregaande gevolgen. Het kan de aanzet zijn naar een nieuwe crisis van de eurozone en de EU.

Het Italiaanse kapitalisme kende al een ernstige crisis door de afstraffing van de gevestigde partijen in de parlementsverkiezingen van maart. Nu is dit verder ontwikkeld tot een tijdbom die ook de Europese Unie en de euro bedreigt. Wij hebben meermaals gewaarschuwd dat pogingen om aan de gemeenschappelijke munt en een geïntegreerde economie op kapitalistische basis vast te houden, uiteindelijk op een bepaald ogenblik zullen falen. Griekenland was niet de laatste bedreiging voor het opbreken van de EU. Wat nu gebeurt in Italië, samen met de exit van Groot-Brittannië, kan leiden tot het opbreken van de eurozone en/of de EU in hun huidige vormen.

Italië kent een grote publieke schuld en een stagnerende economie. Het was dan ook een verwachte kandidaat voor een nieuwe crisis. Onder de werkenden en armen in het land is er na decennia van geen groei en opeenvolgende besparingsplannen een diepgaand ongenoegen. De twee populistische partijen die de verkiezingen wonnen en een regering probeerden te vormen, waren de Vijfsterrenbeweging en de Lega. Hun voorstellen omvatten aanvallen op migranten en enkele uitingen van extreem nationalisme, maar ze beloofden ook een basisinkomen, lagere belastingen en meer publieke uitgaven. Ze sprongen in het gat dat gelaten werd door het pro-kapitalistische beleid van de vroegere linkerzijde in het land, waaronder de Rifondazione Comunista (PRC). Dat beleid heeft deze krachten van de kaart geveegd.

Noch de Vijfsterrenbeweging noch de Lega pleitten openlijk voor een exit uit de EU. De door hen voorgestelde minister van Financiën, Paolo Savona, deed dit evenmin. Hij stond echter bekend als een euroscepticus. De vertegenwoordigers van de banken en de grote bedrijven weten dat druk om de financiële dwangbuis van de EU te doorbreken, een impact kan hebben op een regering van de Vijfsterrenbeweging en de Lega.

De beslissing van de Italiaanse president om in te gaan tegen de beslissing van de verkozen partijen en om een andere minister van Financiën op te dringen – Carlo Cotterelli, die uit IMF-kringen komt – maakte het enkel erger. De regeringscrisis werd erger met het uur. De Italiaanse president gebruikte zijn autoritaire parlementaire Bonapartistische macht om beslissingen in te trekken en nieuwe voor te stellen.

Dit optreden van de president heeft tot terechte woede onder de kiezers geleid. De president probeerde het kapitalisme te redden, maar er is nu een groeiende roep voor zijn afzetting. Bovendien neemt de steun voor de partijen die de verkiezingen wonnen enkel toe. De aanvallen door de meest brutale vertegenwoordigers van het Duitse kapitalisme gieten enkel olie op het vuur. De Duitse EU-commissaris Gunther Oettinger stelde bijvoorbeeld dat het ineenstorten van de Italiaanse markten aan de kiezers zou duidelijk maken wat het gevaar is van een stem voor populisten.

Niet enkel in Italië groeit de angst voor de toekomst van de EU en in feite van heel het systeem. De financier George Soros waarschuwde voor een existentiële crisis van de eurozone. In The Guardian (30 mei) merkte Larry Elliott op: “De financiële markten vragen zich al jaren af van waar de volgende globale crisis zal komen. Een opbreken van de euro als gevolg van ‘Italeave’ zou daar ongetwijfeld toe leiden.” De titel boven dit stuk in The Guardian is: “Monetaire unie zou verlies van Griekenland overleefd hebben. Maar niet dat van Italië.”

Toen Griekenland met de mes op de keel verplicht werd tot steeds meer besparingen als voorwaarde voor kredieten, stelden wij dat er een alternatief was. Dit hield een breuk met het kapitalisme in waarbij de ideeën van een socialistisch alternatief doorheen zuidelijk Europa – Spanje, Portugal en zeker Italië – verspreid werden. Wij verdedigen het idee van een socialistische confederatie van Europa, met inbegrip van Duitsland. In de strijd tegen het Duitse imperialistische beleid moeten we beroep doen op de machtige arbeidersklasse van dat land om te breken met het reactionaire beleid van de kapitalistische regeringen. Dat is de benadering die socialisten in Italië nodig hebben: een manier zoeken om de woede van de werkenden en jongeren tegen het systeem te richten en van daaruit bouwen aan een nieuwe arbeiderspartij die opkomt voor socialisme in Italië en de rest van de wereld.


Artikel van Resistenze Internazionali, onze Italiaanse zusterorganisatie

In de laatste aflevering van het eindeloze politieke drama na de verkiezingen, heeft president Mattarella de ‘geel-groene’ coalitie van de Lega en de Vijfsterrenbeweging getorpedeerd. Vijf dagen nadat professor Giuseppe Conte genomineerd was als toekomstige premier, gaf hij er de brui aan. Wellicht zal Conte terug van het politieke toneel verdwijnen.

Deze gebeurtenissen hebben geleid tot een ernstige politieke, constitutionele, economische en financiële crisis die al gevolgen heeft in Europa en de rest van de wereld. Bovendien is het een politieke machtsstrijd waarin verdeeldheid tussen verschillende vleugels van de kapitalistische klasse tot uiting komt. Delen van de kleinere en middelgrote bedrijven in het noorden van het land vonden een politieke stem bij de rechtse populistische Lega. De grote bedrijven en sectoren die meer op export gericht zijn, zagen hun politieke vertegenwoordigers van de Democratische Partij (DP) en Forza Italia electoraal afgestraft worden. In deze situatie was Mattarella hun enige overblijvende hoop.

De directe aanleiding voor het ontslag van Conte was de weigering van Mattarella om de econoom Paolo Savono aan te stellen als Minister van Economie. Savono werd voorgesteld door de Lega en de Vijfsterrenbeweging. Het gebruik van een presidentieel veto is niet compleet ongezien, maar het is toch erg uitzonderlijk en een uitdrukking van de diepgaande politieke crisis voor de Italiaanse burgerij. Mattarella kon niet duidelijker zijn over zijn motivatie: de aanstelling van Savona werd door Italiaanse en buitenlandse investeerders als een gevaar gezien omwille van zijn standpunt over de euro.

Paolo Savono is verre van een revolutionair. De 81-jarige econoom omschreef de euro als een historische vergissing en benadrukte het belang van een ‘plan B.’ Hij pleitte er niet voor dat Italië uit de EU zou stappen en werkte niet mee aan het regeerprogramma van de Lega en de Vijfsterrenbeweging. Savono heeft een lange loopbaan achter de rug als vertegenwoordiger van het establishment, als minister, in de bankensector en bij Confindustria, de werkgeversfederatie. Onder druk van Europese toplui en regeringsleiders, de financiële markten en de ratingagentschappen, en met de steun van de PD en delen van de Italiaanse kapitalistische klasse besloot Matteralla om een drastische stap te nemen in de hoop dat dit de onrust op de markten zou verdrijven.

Mattarella wilde Conte vervangen door Carlo Cottarelli, een voormalige IMF-medewerker en adviseur rond overheidsuitgaven. Cottarelli heeft de bijnaam ‘Scissorhands’ (Scharenhanden) omdat hij zo enthousiast voor besparingen en begrotingen in evenwicht pleit. Dergelijk beleid is het tegenovergestelde van de verlaging van de personenbelasting en de hogere uitkeringen die voorgesteld werden door de regering-in-vorming. De nominatie van Cottarelli heeft de markten niet gekalmeerd, maar net geleid tot een verdere val van de Italiaanse beurs en een stijging van de rente op overheidsschulden tot het hoogste niveau sinds eind 2013. Het is bijna onmogelijk dat Cottarelli een vertrouwensstemming in het parlement overleeft. Het kan leiden tot nieuwe verkiezingen, mogelijk in de herfst, waarbij Cottarelli een virtuele regering leidt tot het parlement wordt ontbonden. Mogelijk komen er in juli al vervroegde verkiezingen.

Wat nu?

De ‘presidentiële coup’ van Mattarella heeft de populisten niet gestopt, maar integendeel versterkt. De sfeer van verzet tegen het establishment die tot uiting kwam in de parlementsverkiezingen is zeker niet verdwenen. De Lega en de Vijfsterrenbeweging hebben opgeroepen tot betogingen op 2 juni, de dag van de Republiek. Volgens het Instituto Cattaneo zou een kartel van de Vijfsterrenbeweging en de Lega bij de volgende verkiezingen tot 70% van de zetels halen. Zo’n kartel is onzeker. Maar hoe dan ook is het nu erg waarschijnlijk dat beide partijen de grote winnaars zullen zijn. Vooral de Lega heeft snel nieuwe aanhang gewonnen (vooral ten koste van Berlusconi’s Forza Italia). In één peiling werd de Lega zelfs op 27% geplaatst, slechts enkele percentpunten achter de Vijfsterrenbeweging. Op hetzelfde ogenblik groeit er ongenoegen binnen de Vijfsterrenbeweging en is het niet uitgesloten dat de positie van partijleider Di Maio wordt betwist door diegenen die het gevoel hebben dat ze aan de kant geschoven zijn en dat Di Maio de partij heeft uitverkocht aan Salvini van de Lega.

“Italië is geen kolonie,” verklaarde Salvini. “De Duitsers moeten ons niet zeggen wat we moeten doen.” Het geeft een idee van welk type kiescampagne zal gevoerd worden: ‘Wie controleert Italië: de bevolking of de elite, met name de gevestigde machten, de financiële markten en de EU?’ Europa was amper een thema in de verkiezingen van maart, maar in nieuwe verkiezingen kan het een centraal punt worden. De linkerzijde mag niet gezien worden als onderdeel van één van de elkaar bestrijdende kampen in de politieke machtsstrijd. De recent opgezette (en nog erg kleine en heterogene) linkse alliantie Potere al Popolo zal moeten strijden om een deel van het verzet tegen het establishment in een duidelijke antikapitalistische richting te duwen, weg van de rechtse nationalistische benadering die dominant zal zijn in de kiescampagne. Dit zal geen eenvoudige taak zijn, maar het is dringend en Resistenze Internazionali zal er campagne voor voeren.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie