Interview over de golf van sociaal verzet in Frankrijk

Interview met Rachel Mahé, actief bij Gauche Révolutionnaire en France Insoumise

President Macron en zijn partij ‘La République en Marche’ (LREM) haalden het op de ruïnes van de gevestigde partijen in Frankrijk van Marine Le Pen en het extreemrechtse Front National in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen vorig jaar. Minder dan een jaar later rolt een tsunami van sociaal protest over het land. De gelijkenissen met België enkele maanden na het aantreden van de rechtse regering-Michel liggen voor de hand. De uitdagingen voor de sociale beweging zijn dezelfde: hoe kunnen de jongeren en werkenden het halen tegen een kracht die beweert het sociaal overleg met de vakbonden te willen behouden, maar dat overleg in de praktijk van elke inhoud ontdoet? “De democratie is niet de straat,” herhaalt Macron. Waar hoorden we dat nog? We spraken met Rachel Mahé van Gauche Révolutionnaire, onze Franse zusterorganisatie. Rachel was in 2017 kandidaat voor France Insoumise in Montélimar.

Interview door Els Deschoemacker na de betoging in Marseille van 14 april – dit interview verschijnt ook in de volgende editie van ‘De Linkse Socialist’

Hoe is het een jaar na de verkiezing van Macron gesteld met zijn ‘verandering’?

“Vandaag gelooft niemand nog de propaganda van zijn verkiezingscampagne, waarmee hij vooral inspeelde op de verwerping van de gevestigde partijen en hun beleid. Het overwegende gevoel vandaag is dat het beleid van Macron niet verschilt van dat van zijn voorgangers. Het is een beleid dat enkel de belangen van de superrijken dient.

“En het is erger dan dat. Macron gaat een stap verder in de afbouw van de sociale verworvenheden van de arbeidersklasse. De tweede ‘arbeidswet’ bevat de volledige afbraak van het vast contract. Het wordt mogelijk om af te danken wegens economische redenen, zelfs indien het bedrijf nog steeds winst maakt. Er is ook een aanval op de syndicale vertegenwoordiging met een vermindering van het aantal verkozen vakbondsvertegenwoordigers in overlegorganen. De werkgevers willen op directe wijze de agenda bepalen door referenda per bedrijf te organiseren. Dat heeft als doel om de vakbonden buiten spel te zetten en de arbeidersklasse te verdelen.

“Een andere aanval is die op de pensioenen van een groot aantal werkenden. Verder zouden 120.000 jobs in de publieke sector (zorg, onderwijs, …) verdwijnen. Het parlement stemde ondertussen wel voor het verhogen van de eigen parlementaire lonen! De belasting op grote vermogens werd herzien waardoor de superrijken 3 miljard euro cadeau krijgen! Het is dus niet moeilijk om te zien in welk kamp Macron staat.

“Nog een belangrijk aspect van zijn bewind is het feit dat de noodtoestand in de grondwet wordt ingeschreven. Het gaat om een indrukwekkende inperking van onze rechten. Het maakt het veel gemakkelijker om mensen te bespieden en om de repressie tegen sociaal protest op te voeren. We zien tot wat dit leidt met het grootschalig politiegeweld tegen de universiteitsbezettingen of nog tegen de Zone d’Aménagement Différé (ZAD) in Notre-Dame-des-Landes, waar jarenlang werd geprotesteerd tegen de aanleg van een luchthaven. Repressie is het enige antwoord van Macron in zijn pogingen om sociaal verzet te stoppen.”

Het beleid wordt niet zomaar aanvaard door de Fransen. De golf van protest lijkt ons indrukwekkend.

“Ja. Het verzet begon kort nadat Macron aan de macht kwam. Er werd eerst geprotesteerd tegen de arbeidswet. Maar vandaag zijn er veel strijdbewegingen en is de woede algemeen. Publieke sectoren, zoals het spoor, zorg, onderwijs, … kennen een sterke mobilisatie. De huidige arbeidsomstandigheden zijn al onhoudbaar en de regering blijft aanvallen. Zo wil ze 12.000 posten in de publieke sector wegsnoeien. Er komen stilaan aankondigingen dat het aantal klassen afneemt en dat er minder leraars zijn. Daarnaast zijn er ook veel stakingen in de private sector voor betere arbeidsomstandigheden en hogere lonen.

“Begin 2018 werden nationale stakingen opgezet vanuit de publieke sector. Op 22 maart was er een staking van onder meer spoorpersoneel, onderwijs (jongeren en personeel), personeel bij lokale besturen, zorgpersoneel, werknemers uit de energiesector, … Dat versterkte de mobilisatie onder jongeren en studenten tegen de onderwijshervormingen in het secundair onderwijs en tegen de verstrengde toegang tot de universiteiten. Er worden momenteel elke week nieuwe universiteiten geblokkeerd met telkens meer studenten op de algemene vergaderingen.

“De strijd van het spoorpersoneel steekt er boven uit. Zoals de studentenbeweging gaat het om een beweging van lange duur. Het statuut van het spoorpersoneel is bedreigd en er dreigt een privatisering van het spoor. Daarop werd een stakingstraject tot eind juni vastgelegd, met in sommige regio’s een algemene staking vanaf 3 april. Andere sectoren beginnen zich daarbij aan te sluiten tijdens bepaalde stakingsdagen. Het gaat onder meer om personeel uit de energiesector en bij Air France.”

Wat is het doel van het actieplan en welke rol spelen de vakbonden?

“De vakbonden staan onder grote druk om in actie te komen. Ze zijn momenteel de motor van het protest. Maar de leidingen zijn niet bereid om de regering ook echt in de problemen te brengen. Philippe Martinez, de algemeen-secretaris van de CGT, stelde in een interview met Le Monde dat hij hoopt dat Macron van zijn “voetstuk neerdaalt” om naar de mensen te luisteren en zijn projecten in te trekken. Dat is een illusie. Het probleem is dat de vakbonden de politieke dimensie in de huidige strijd niet opnemen.”

De politieke oppositie heeft dus een grote rol te spelen, in het bijzonder France Insoumise. Mélenchon is de belangrijkste politieke uitdager van Macron.

“Dat klopt. In de verkiezingscampagne was Mélenchon al diegene die het debat over de sociale kwesties naar voren schoof en die waarschuwde voor wat zou gebeuren onder het presidentschap van Macron. Zijn campagne was erg pedagogisch, hij klaagde het functioneren van het kapitalisme aan en bracht de nood aan een breuk met dit beleid. Hij slaagde er in om duizenden jongeren en werkenden te mobiliseren op zijn meetings. Dat vormt een enorm potentieel voor de politieke oppositie tegen Macron.”

Wat was zijn rol sindsdien?

“In de herfst deed Mélenchon al een oproep om vakbondsmilitanten en linkse partijen te verenigen in een betoging waarvoor hij een miljoen mensen naar de hoofdstad wilde brengen. Die oproep werd helaas niet overgenomen. Nochtans was het volgens ons een belangrijke stap vooruit in de opbouw van een gezamenlijk front tegen Macron. Die kwestie blijft pertinent en is zelfs cruciaal. Het gaat immers om de kwestie van een politiek alternatief op de huidige regering. France Insoumise wordt vandaag echter niet gezien als een instrument dat de jongeren en werkenden in strijd zich kunnen toe-eigenen.

“De grote betoging in Marseille op 14 april was de eerste waar de vakbonden, politieke partijen en verenigingen samen opkwamen tegen Macron. De regionale afdeling van de CGT nam het initiatief voor de oproep en nam hiermee in zekere zin het idee van Mélenchon op. We moeten op die weg doorgaan. Er waren enkele tienduizenden aanwezigen. In de betoging was er een sterke roep naar eenheid. Om te winnen, moeten we immers sterk, standvastig en talrijk zijn. De betoging bracht militanten van de CGT samen, spoorpersoneel, postmannen en –vrouwen, dokwerkers, de vakbond Sud en enkele leerkrachten, jongeren (jammer genoeg niet massaal), organisaties die migranten verdedigen en linkse politieke partijen zoals France Insoumise, dat de betoging met een grote delegatie afsloot.”

Welke rol speelt Gauche Révolutionnaire in France Insoumise en wat zijn onze ordewoorden voor de beweging?

“We blijven actiegroepen van FI uitbouwen en bediscussiëren daar de rol die iedereen kan spelen in de strijd tegen het beleid van Macron. Opdat FI een aantrekkingskracht blijft vormen en een echt politiek wapen voor onze strijd zou worden, moet de beweging gestructureerd worden en een echte massale arbeiderspartij worden die democratisch functioneert.

“In de beweging zelf ondersteunen we uiteraard alle sectoren die in strijd gaan en hun specifieke eisen. Maar we benadrukken het belang om tot een eengemaakte strijd te komen. Dat is nodig om de golf van aanvallen door Macron te stoppen. Het is belangrijk dat we het verzet kunnen verenigen rond gezamenlijke eisen zoals afschaffing van de arbeidswet en hervorming in het onderwijs, verhoging van het minimumloon, collectieve arbeidsduurvermindering naar 32 uur per week, … Er is nood aan een actieplan waarin elke sector zich kan mobiliseren en waarmee we opbouwen naar een algemene 24-urenstaking op nationaal vlak die vervolgens kan verlengd worden.”

Is een nieuw mei ’68 mogelijk?

“Vijftig jaar na mei ’68 is er een breed verzet en wordt het systeem in vraag gesteld. De situatie is natuurlijk anders dan in 1968. Maar de geschiedenis kan een inspiratiebron zijn en vertrouwen geven in onze capaciteit om de macht uit te dagen. Langs de andere kant moeten we ook lessen trekken uit de beperkingen die maakten dat er toen geen socialistische revolutie was. We moeten bouwen aan een politieke kracht die vastberaden is om de macht te grijpen en het systeem te veranderen.”

Betoging van 14 april in Marseille – foto’s door Els Deschoemacker:
France, 14 avril

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie