Recensie. “Cuba na Castro, een eiland in omwenteling”

Naar aanleiding van de 50ste verjaardag van de Cubaanse revolutie lijkt de aandacht voor het eiland opnieuw op te laaien. De machtsoverheveling van Fidel naar Raoul en de aanhoudende geruchten over het nakende einde van die eerste, zetten verschillende auteurs opnieuw aan het denken over de toekomst van Cuba. Eén van deze auteurs is Lode Delputte, buitenlandverslaggever voor De Morgen.

Jeroen (Gent)

Het minste dat gezegd kan worden over Delputte’s “Cuba na Castro, een eiland in omwenteling” is dat het een goed geschreven werk is. Delputte schrijft erg sterk vanuit zijn eigen, behoorlijk rijk gevulde, ervaring. Het anekdotische karakter zorgt dat de pagina’s vlotjes over de vingers lopen.

Dit is tegelijk een sterkte én een zwakte van het boek. Door deze aanpak is bijvoorbeeld het eerste deel, ‘Cuba gisteren’ (het boek is opgedeeld in drie delen: Cuba gisteren, Cuba vandaag en Cuba Morgen), nogal onduidelijk. Het focust vaak op personen of specifieke evenementen zonder veel achtergrond of duiding. Een korte melding wordt bijvoorbeeld gemaakt dat de PSP (de Moskougezinde Socialistische Volkspartij Partij) Castro’s aanval op de Moncada Kazerne veroordeelde, maar daar blijft het bij. Nochtans is de houding van de PSP voor het verloop van de Cubaanse revolutie een erg belangrijk gegeven. Er wordt ook kort uitgelegd hoe de VS na het incident met de oorlogsbodem Maine in 1898 een oorlog tegen Spanje beginnen en dat Cuba nadien eindigt als een marionettenstaat van de VS-burgerij. Maar hoe dit gegeven past binnen een bredere imperialistische politiek wordt in het midden gelaten. Delputte probeert de geschiedenis te beschrijven. Voor linkse socialisten komt het er eerder op aan om er lessen uit te trekken en het bredere historische kader te zien.

In het deel “Cuba vandaag” probeert Delputte een beeld te scheppen van het dagelijkse leven in Cuba. Hiervoor laat hij een hele reeks verschillende sprekers aan het woord en er passeert een lange revue van anekdotes. Van regeringsfunctionarissen over buiten- en binnenlandse auteurs tot gewone Cubanen. Enerzijds bevestigt hij zo een reeks clichés: dat in de toeristische zones sommige jongeren via onzuivere trucs of tippelen proberen bij te verdienen, dat veel Cubanen het vandaag nog steeds niet breed hebben, dat het regime weinig ruimte laat aan dissidenten,… Anderzijds relativeert hij ook een aantal zaken, het deel waarin hij beschrijft hoe hij paranoïde werd van alle geruchten van staatscontrole staat in schril contrast met vele rechtse schrijvers. Ook laat Delputte doorschijnen dat hij niet ongevoelig is voor de verworvenheden van de Cubaanse revolutie. Maar ook hier weer ontbreekt een duidelijke analyse van hoe deze kunnen behouden en uitgebreid worden.

In het deel “Cuba morgen” blijf je als lezer het meest op je honger zitten (het telt maar 18 pagina’s!). Dit is zonder meer een gemiste kans. De huidige economische crisis heeft immers niet enkel het westerse neoliberale model aan diggelen geslagen. Ook het ‘Chinese model’ (kapitalistische hervorming met behoud van een bureaucratisch regime), dat een paar keer naar voor wordt geschoven als een optie voor Cuba, lijkt geen garantie te zijn om de verworvenheden van de revolutie veilig te stellen. Hier blijft een gapende leegte na het lezen van “Cuba na Castro” en het boek kan dan ook het beste gelezen worden als een enthousiasmerend, vlot geschreven werk en vooral een begin van een diepgaander lectuur.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie