Corbyn wint opnieuw met 61,8%. Labour nu omvormen tot anti-besparingspartij

socialistparty

Drie maanden geleden begonnen 172 parlementsleden, drie kwart van alle Labour-verkozenen, een coup tegen voorzitter Jeremy Corbyn. Ze werden gesteund door alle krachten van het kapitalistische establishment. Grote bedrijven en de rechtse media hebben Jeremy aanhoudend aangevallen. De partijmachine van Labour werd gebruikt om duizenden aanhangers van Corbyn een stem in de voorzittersverkiezingen te ontzeggen.

Al die inspanningen hebben niets opgeleverd. Jeremy Corbyn werd herkozen met een grote meerderheid van 61,8%. Dat is nog meer dan bij zijn eerste overwinning. Er was een hoge opkomst, meer dan 500.000 mensen stemden. Jeremy won in elke kiesgroep: leden van Labour, geregistreerde sympathisanten, leden van bij Labour aangesloten vakbonden.

De aanhangers van Tony Blair slagen er niet in om overeind te blijven tegenover de massale steun voor het antibesparingsbeleid van Jeremy Corbyn. Dit betekent echter niet dat ze zich bij het voorzitterschap van Corbyn zullen neerleggen, laat staan bij het vooruitzicht dat Labour een antibesparingspartij kan worden.

Het kapitalistische establishment heeft heel veel voordeel gehaald uit de omvorming van Labour in New Labour onder Blair. Het politieke debat werd de afgelopen 20 jaar gedomineerd door voorstanders van de markt. Zij waren ook de krachten achter de poging tot machtsgreep binnen Labour tegen Corbyn. De nederlaag van deze eerste poging om Corbyn weg te krijgen, zal hard aankomen.

Maar omdat de inzet zo groot is, zal dit zeker niet de laatste poging zijn van het kapitalistische establishment om de voorheen onbetwiste controle op Labour te heroveren. De vraag wat er nodig is om de overwinning van Jeremy Corbyn te consolideren, is een cruciale kwestie voor socialisten. Wij denken dat Labour moet omgevormd worden tot een brede beweging van de werkende klasse tegen besparingen met een socialistisch programma.

Geen compromis met rechts

Toen hij vorig jaar op een overwinning in de voorzittersverkiezingen afstevende, schoof Corbyn alle waarschuwingen over een tegenzet door het partij-establishment aan de kant. Hij stelde aan een journalist van The Guardian dat de geruchten fascinerend waren, maar de journalist voegde eraan toe dat Corbyn “alle suggesties over een interne machtsgreep verwierp.” (5 augustus 2015). Corbyn gebruikte het ongelukkige voorbeeld van de Amerikaanse president Abraham Lincoln als zogenaamde eenmakende figuur na de Amerikaanse burgeroorlog op basis van een positieve benadering van alle betrokken krachten. Dit was toen volgens Corbyn ook voor hem de weg vooruit.

De afgelopen 12 maanden zagen we dat het een fout was om een compromis na te streven met de vertegenwoordigers van in dit geval niet dezelfde maar verschillende klassen. Deze fout werd helemaal duidelijk met de machtsgreep deze zomer. Het mag nu niet opnieuw zo ver komen.

De gebeurtenissen van deze zomer tonen dat de positie van Jeremy Corbyn nog steeds stevig is. Als er op de bijeenkomst van het Nationaal Uitvoerend Bureau (NEC) op 12 juli drie stemmen in een andere richting waren gegaan, dan had Corbyn de nominatie van parlementsleden nodig gehad om kandidaat te kunnen zijn. Owen Smith, Angela Eagle of een andere rechtse kandidaat had dan mogelijk zonder tegenstander verkozen geraakt, net zoals Gordon Brown in 2007 partijvoorzitter werd na het ontslag van Tony Blair. Enkel het protest van duizenden leden van Labour en vakbondsleden hadden dit kunnen stoppen en vermijden dat de kans om Labour om te vormen onder leiding van Jeremy Corbyn verloren ging.

Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog werden alle normale partijbijeenkomsten deze zomer geschrapt door de nationale leiding. Een aantal lokale afdelingen werden geschorst, waaronder de grootste partij-afdeling. Er kwam een team om na te gaan wie aanvaard werd als lid of sympathisant. John McDonnell had het terecht over een “zuiveringsactie tegen aanhangers van Corbyn.”

Uiteindelijk zijn de structuren en machtsverhoudingen die onder New Labour ontstonden niet verdwenen. Deze structuren moeten de impact van de arbeidersklasse binnen de partij stoppen. De leiding van en rond Corbyn is een bruggenhoofd tegen de kapitalistische krachten binnen Labour. Het blijft nodig om in te gaan tegen de belangrijkste steunpunten van de rechterzijde in de parlementaire fractie, het nationale partij-apparaat en op lokaal vlak waar het meerendeel van de 7.000 gemeenteraadsleden de conservatieve besparingsagenda uitvoeren.

Organisatie en programma

Een eerste stap voor Corbyn na deze overwinning moet bestaan uit het hervestigen van een centrale rol van de vakbonden binnen Labour. Hun belang als de collectieve stem van miljoenen werkenden moet een gepaste plaats krijgen.

Vertegenwoordigers van de vakbonden binnen Labour kunnen potentieel, indien ze democratisch gecontroleerd worden door de gewone vakbondsleden, een stap vormen in de richting van controle door de werkende klasse op haar politieke vertegenwoordigers. Dit element speelde voor de omvorming van Labour tot New Labour een centrale rol in het karakter van Labour als ‘burgerlijke arbeiderspartij.’ De partij had steeds een leiding die de belangen van de kapitalisten vertegenwoordigde, maar er was een structuur waarmee de werkenden de leiding konden bestrijden en de kapitalistische belangen bedreigden. De positie van de vakbonden binnen Labour moet hersteld worden.

Er zijn nog andere maatregelen nodig om de structuren van Labour te democratiseren na een jarenlange verstikking ervan onder het Blairisme. De mogelijkheid om parlementsleden af te zetten met de basis is een belangrijke eis. Lokale partij-afdelingen die ermee dreigen hun parlementslid bij de volgende verkiezingen te vervangen, kan sommige verkozenen tot een andere positie brengen. Maar er zal meer beslissende actie op nationaal vlak nodig zijn. De 172 verkozenen die de machtsgreep binnen Labour gestart hebben met hun motie van wantrouwen op 28 juni, mogen enkel in de fractie van Labour blijven als ze het nieuwe mandaat van Corbyn voor een beleid tegen besparingen en oorlog aanvaarden.

Er is ook nood aan een ideologische versterking. In 1995 schafte Tony Blair het historische programma van Labour af. Daarin stelde de vierde clausule dat de partij voorstander was van “het gemeenschappelijke bezit van de productiemiddelen, de distributie en de handel.” Dit werd vervangen door een pleidooi voor de dynamiek van de markt, de noodzaak van concurrentie en een sterke private sector.

Het economische beleid waar Corbyn en McDonnell voor staan, is een belangrijke (ook al is het slechts een gedeeltelijke) breuk met het neoliberalisme dat door het Blairisme werd opgenomen. Het leverde alvast een forse kritiek op vanwege David Blanchflower, een voormalig lid van het monetaire comité van de Bank of England. In een verkeerde poging om tot verzoening met rechts te komen, werd Blanchflower vorig jaar opgenomen in de economische adviesraad van de partij. Hij stelt nu dat Corbyn en McDonnell “de realiteit van het kapitalisme en de moderne markt moeten aanvaarden, als ze dit nu willen of niet.” Hij steunde Owen Smith in de voorzittersverkiezingen. (The Guardian 2 augustus 2016).

Jammer genoeg klopt het dat het economische beleid van Corbyn – uiteindelijk een vorm van Keynesianisme – geen antwoord bidet op de bewering van Blanchflower dat de “markten” die de economie nog steeds zouden domineren “Corbyn als lunch zouden verorberen.” Er is geen vervangmiddel voor een duidelijk programma van democratisch publiek bezit van de banken, financiële instellingen en grote bedrijven onder arbeiderscontrole en –beheer, de essentiële basis voor een nieuwe vorm van samenleving, voor socialisme als alternatief op het kapitalisme.

Laat de socialisten terug binnen

Er is nood aan discussie en opheldering inzake programma en eisen. Dit is een van de redenen waarom het belangrijk is dat socialisten die voorheen uitgesloten werden opnieuw tot Labour moeten toegelaten worden zodat ze daar op georganiseerde wijze een rol kunnen spelen in de discussies.

In de voorzittersverkiezingen bleek dat de heersende klasse en haar vertegenwoordigers binnen Labour doodsbang zijn van die ‘georganiseerde socialisten.’ De rechterzijde heeft het daarbij vooral gemunt op de ‘Trotskisten’ en Militant in het bijzonder, zoals bleek uit de charge door Tom Watson eerder deze zomer.

De kapitalisten hebben hun ‘tendensen’ binnen Labour die ze zowel materieel als ideologisch steunen, onder meer door het gewicht van de gevestigde media. De parlementaire fractie en de lokale raadsleden vormen een georganiseerde kaste, een ‘tendens’ met staatsmiddelen om hun posities te ondersteunen. Ze organiseren zich ook binnen de top van de ambtenarij op nationaal en lokaal vlak. Waarom zouden de tegenstanders van het kapitalisme zich dan niet mogen organiseren?

De beste manier om dit te bekomen, is door de fixatie van de gevestigde media op ‘geheime samenzweringen’ te doorprikken en socialistische partijen en organisaties toe te laten om zich openlijk bij Labour aan te sluiten, net zoals de Co-Op Party dit doet.

De omvorming van Labour in New Labour gebeurde niet in één keer, het was een proces dat over de jaren werd geconsolideerd. Om dit te keren, zal er meer nodig zijn dan één voorzittersverkiezing. We zullen een massabeweging moeten organiseren om de erfenis van New Labour bewust aan de kant te schuiven, zowel op politiek als organisatorisch vlak. De herkiezing van Jeremy Corbyn is een grote stap op die weg – maar we moeten er dringend op verderbouwen.


Kom naar een van onze meetings over Corbyn

Klik op de afbeelding voor een grotere versie
Klik op de afbeelding voor een grotere versie

Groot-Brittannië zit in woelige waters. Sinds de Brexit zijn het de voorzittersverkiezingen voor Labour die de gemoederen doen oplaaien. Er is een regelrechte oorlog uitgebroken tussen de rechtse parlementaire vleugel van “Blairisten” en een revolte van onderuit die de linkse koers van Corbyn verkiest.

Net als Sanders in de VS doet hij pleinen en zalen vollopen. Jong en oud gaat de straat op voor een uitgesproken anti-besparingsbeleid. Eisen zoals de hernationalisatie van de spoorwegen, een einde aan de loonmatiging, belangrijke investeringen in de nationale gezondsheidszorg en onderwijs zijn razend populair. ‘Versleten’ socialistische ideeen worden terug opgepikt. Jeremy Corbyn bezwijkt niet onder de druk van een racistisch discours zoals onze Vlaamse JC (John Crombez), maar roept op tot eenheid van de werkende klasse tegen oorlog, onderdrukking en uitbuiting.

De parlementaire Labour-top huivert voor de mogelijkheid dat Corbyn op dit programma de volgende verkiezingen zou winnen. Corbyn heeft het potentieel in handen om van Labour een partij van en voor de werkende klasse te maken, met een actieve en mondige massabasis.

Roger Bannister was in de jaren ’70 en ’80 lid van Militant in Liverpool, waar de Labour-gemeenteraad een zeer links en sociaal beleid voerde tegen Thatcher. Hij werd door de rechtervleugel van Labour uitgesloten wegens te socialistisch. Bannister is een gekende syndicalist in Unison en haalde bij de recente burgemeesterverkiezingen in Liverpool 5% voor TUSC (Trade Union & Socialist Coalition).

De relevantie voor de sociale strijd in België

Ook hier woedt de sociale strijd en groeit het ongenoegen tegen het rechtse besparingsbeleid. Eind 2014 deed een massale stakingsbeweging de regering Michel bijna vallen, maar de vakbondsleiding zette niet door, onder meer bij gebrek aan een politiek alternatief.

Net als in Groot-Brittannië hebben de Vlaamse en Franstalige sociaal democratie meer dan 20 jaar een neoliberaal beleid gevoerd en verdedigd. De gevolgen voor onze gezondheidszorg, sociale sector, bejaardenzorg, onderwijs enzovoorts zijn dramatsich.

Omdat er politiek geen uitweg lijkt, drukt het verzet zich vooral op syndicaal vlak uit. Maar de arbeidersbeweging heeft beide nodig: een vakbond vermag niets als ze haar strijd niet politiek kan vertalen. En een arbeiderspartij vermag niets als ze niet voortdurend gesteund en geduwd wordt door sociale strijd.

Afwachten wat de volgende verkiezingen brengt kan catastrofaal zijn. Rechts kan opnieuw winnen, wanneer de beweging haar geen halt toeroept. Ook in België is een nieuwe massale arbeiderspartij met een actieve en mondige basis nodig.

Eric Byl was tot begin ’90 actief bij de marxistische vleugel binnen de SP, lid van een lokaal SP-bestuur  en jarenlang lid van het nationaal bureau van de Jongsocialisten. Hij is nu nationaal secretaris van de Linkse Socialistische Partij en verantwoordelijk voor haar syndicale werking.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie