Het revolutionaire leven van Victor Jara, zijn poëzie en zijn politieke standpunten

Muurafbeelding van Victor Jara in Chili (Wikimedia)
Muurafbeelding van Victor Jara in Chili (Wikimedia)

Een vriend overleed recent en ik werd aangemoedigd om enkele van zijn van vele politieke boeken over te nemen. Onder deze boeken ook “Victor Jara, een onvoltooid leven” door Joan Jara, uitgegeven in 1983. Het boek doet het verhaal van de jaren voor de staatsgreep van generaal Pinochet in Chili in 1973.

Door Pete McNally, uit weekblad ‘The Socialist’

Joan was een Britse balletdanseres die eerst met een andere Chileen getrouwd was, maar de songschrijver en dichter Victor Jara leerde kennen. Ze scheidde en huwde met Jara. In het Chili van de jaren 1960 en 1970 beleefden ze de politieke strijd om tot maatschappijverandering te komen.

Victor Jara was toen internationaal bekend. Hij trok ook doorheen Latijns-Amerika om oude melodietjes en muziekinstrumenten te verzamelen vooraleer ze verloren gingen. Tijdens deze reizen gaat hij vooral om met mensen van zijn eigen slag: de armsten, diegenen die het minste hebben.

Hij was een dichter, muzikant, acteur, theaterdirecteur en militant bij de Communistische Partij. Waar mogelijk steunden hij en Joan vakbondsstrijd. Hij ging naar de Sovjet-Unie en droeg een album op aan de bevolking van Vietnam die tegen het VS-imperialisme streed. Hij ontmoette Che Guevara in Cuba na de revolutie daar.

In september 1970 was Salvador Allende de presidentskandidaat van de linkse electorale alliantie Volkseenheid – Unidad Popular. Hij haalde 36,3% tegen 34,9% voor de rechtse kandidaat en 27,4% voor de christendemocratische kandidaat. Ondanks de pogingen van de rechterzijde om dit te vermijden, bevestigde het parlement dat Allende de nieuwe president werd.

In de daaropvolgende jaren voerde Allende belangrijke hervormingen in het belang van de arbeidersklasse door. Maar meer dan de helft van de economie bleef in handen van de kapitalistische klasse, met het VS-imperialisme onmiddellijk achter die kapitalisten. De staatsmachine – de onverkozen verantwoordelijken voor het gerecht of nog de gewapende mannen die het systeem verdedigden – bleef onaangeraakt.

Het was duidelijk dat er geen “co-habitatie” tussen links en rechts mogelijk was. De werkgevers organiseerden de informele sabotage van de economie. Er was een mislukte poging tot militaire staatsgreep, er werden wapens verzameld en het leger vroeg nieuwe bevoegdheden om werkplaatsen te kunnen betreden.

Drie jaar van linkse regering was teveel voor de kapitalisten. Joan geeft toe dat “iedereen begrijpt dat we vechten voor ons leven, maar we lijken niet te weten hoe we dat moeten doen, met welke wapens het kan.” Ze herinnert “het gevoel van vreselijke dreiging die boven ons hing en waar we helemaal niet op voorbereid waren omdat het nooit duidelijk leek welke vorm het gevaar zou aannemen.”

Ondanks brede steun begreep de Communistische Partij niet wat er zou gebeuren en was de partij dan ook niet voorbereid op de onvermijdelijke confrontatie. De staatsgreep van 11 september 1973 was tot in de puntjes voorbereid en hij werd zonder meededogen uitgevoerd. Er vielen duizenden doden. Victor Jara werd herkend, opgepakt, gemarteld en vermoord.

Haar Britse paspoort bood Joan een reddende uitweg. Duizenden andere linkse militanten vluchtten naar Europa. De Britse regering ging niet over tot een strijd “tegen het fascisme”, maar erkende de nieuwe militaire dictatuur zodra dit kon.

Voor hij omkwam, toen hij al zwaargewond in gevangenschap was, schreef Victor Jara een laatste gedicht, zijn onvoltooide lied. Als de werkenden in Chili en de rest van de wereld een einde maken aan armoede, honger en ongelijkheid, dan zullen ze dit lied voltooien.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie