Militarisering en kapitalisme

Zitten geweld en oorlog in de menselijke natuur ingebakken? Marxisten denken van niet.

In de eerste primitieve samenlevingen van jagers en verzamelaars heersten relaties van samenwerking en solidariteit. Niet uit vrijgevigheid, maar uit gemeenschappelijk eigenbelang: als jager was je niet zeker dat je elke dag prijs had. Samenwerking met andere jagers was noodzakelijk om in de belangen van heel de gemeenschap te voorzien. Er was nog geen heersende klasse die kon worden vrijgesteld van arbeid en een onderdrukkend staatsapparaat installeerde: daarvoor was de productie nog te laag. Soms waren er conflicten met andere gemeenschappen, maar overwegend werd ook hier samengewerkt in de hoop op wederzijdse steun in tijden van schaarste.

Onder het kapitalisme is oorlog en alledaagse dwang, net als in voorgaande maatschappijen van uitbuiting, een uitdrukking van het klassensysteem. Maar wel op een specifieke manier. Marx legde uit dat de burgerij de nationale staat nodig had om de beste voorwaarden voor de kapitalistische, grootschalige industrie te creëren. Door de eeuwige nood om de winst en dus de markt uit te breiden in een concurrentieel systeem bots je op de grenzen van de nationale markt. Dit is des te meer het geval door de toeëigening van meerwaarde door de kapitalisten, wat de koopkracht van de eigen arbeiders sowieso beperkt.

Het imperialisme liet eind 19e eeuw tijdelijk toe om de beperkingen van de nationale markt te overstijgen, door de export van kapitaal en de creatie van de wereldmarkt. Eens de wereld is verdeeld, kunnen de nationale burgerijen die echter enkel door oorlog herverdelen. Wat de Duitse heersende klasse dan ook deed tijdens WO1 in 1914.

Aan WO1 gingen decennia van militarisering vooraf door onder meer de Duitse en de Engelse heersende klasse. In Duitsland maakte de kanonnenfabrikant Krupp naam – en enorme winsten. In de decennia voor het uitbreken van WO1 zullen de uitgaven voor het Britse leger meer dan verdubbelen. Vandaag krijgt het Amerikaanse Pentagon meer dan 400 miljard dollar per jaar om dood en verderf te zaaien. Beeld je eens in hoeveel gezondheidszorg, degelijke jobs en onderwijs je daarmee in de wereld kan creëren!

Vandaag is de militarisering, ook met de groei van kernmachten wereldwijd, de laatste troefkaart van een kapitalisme in hopeloze crisis. De VS en Bush gebruiken hun militaire apparaat om de krachtsverhoudingen tussen arbeid en kapitaal op internationaal vlak te wijzigen, met hun veroveringsoorlog van het olierijke Irak.

Enkel onder het socialisme kan deze waanzinnige concurrentieslag op een sociaal kerkhof worden gestopt. Een internationaal georganiseerde planeconomie zou de concurrentie tussen natiestaten, en dus ook oorlogen, uitschakelen. De immense sommen voor wapentuig zouden in een wereldwijd optrekken van de levensstandaard kunnen worden geïnvesteerd.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie