Bosnië. Nieuwe revolte van werkenden en werklozen

Analyse door J. Hird (Socialismo Revolucionario, Spanje).

“Dit is een echte Bosnische lente. We hebben niets te verliezen…” De harde economische situatie, corruptie bij de politici, massale werkloosheid en armoede hebben geleid tot een kookpunt in Bosnië en Herzegovina. Er ontstond een stormachtige beweging die op drie dagen de fundamenten onder de regering lieten beven.

Dag 1: woensdag 5 februari

Afgedankte arbeiders van het geprivatiseerde en nu gesloten chemische bedrijf DITA in het noorden van Bosnië betoogden samen met personeel van drie andere bedrijven. Ze beschuldigden de overheid ervan dat gewoon werd toegekeken terwijl verschillende voormalige staatsbedrijven na de privatisering gewoon de deuren sloten.

“Verkiezingen zullen niets veranderen. Enkel acties zoals deze, en ik vrees dat we nog radicalere acties nodig zullen hebben, kunnen onze politici de aftocht doen blazen”, verklaarde een betoger.

De arbeiders kregen het gezelschap van voetbalfans en van werklozen. Er werden stenen gegooid en banden in brand gestoken. Minstens 20 mensen raakten gewond en er werden een gelijkaardig aantal betogers opgepakt.

Dag 2: donderdag 6 februari

Er was opnieuw een betoging in Tuzla. Het kwam tot confrontaties op straat waarbij 130 gewonden vielen, waaronder 104 agenten. Er werd traangas ingezet toen duizenden betogers regeringsgebouwen in de stad probeerden te bestormen.

De acties in Tuzla vormden de vonk die leidde tot een explosie van het enorme ongenoegen in heel Bosnië. Er werden solidariteitsacties opgezet in de hoofdstad Sarajevo en in de steden Zenica, Bihad en Mostar.

Premier Nermin Niksic hield een veiligheidsvergadering en legde de verantwoordelijkheid voor de onrust bij ‘hooligans.’ Het waren nochtans de arbeiders die de toon zetten. De eerste acties kwamen vooral van arbeiders die afgedankt waren door voormalige overheidsbedrijven die werden geprivatiseerd en vervolgens failliet gingen. Zij werden vervoegd door duizenden werklozen en jongeren. Met een werkloosheidsgraad van 44% vormen werklozen een belangrijke sociale groep in Bosnië. Eén op de vijf mensen leeft onder de armoedegrens. Zelfs wie werkt, moet het vaak stellen met 250 tot 450 euro per maand. Veel arbeiders van DITA werden al twee jaar lang niet betaald!

“Het was onze regering die de bedrijven voor een appel en een ei verkocht en de mensen zonder pensioen, werk of gezondheidsverzekering achter liet”, stelde een 24-jarige werkloze betoger uit Sarajevo.

De regering besloot om de scholen op vrijdag dicht te houden.

Dag 3: vrijdag 7 februari

Tegen vrijdag waren er acties in meer dan 30 Bosnische steden. De betogers probeerden overheidsgebouwen in Sarajevo in brand te steken. Er vielen in de Bosnische hoofdstad 145 gewonden waarvan 93 politie-agenten.

De politie zette rubberkogels en traangas in om de betogers uiteen te jagen toen het presidentieel kantoor werd bestormd om het in brand te steken.

In het voormalige mijngebied Zenica waren er duizenden betogers en vielen er 50 gewonden. Er werd onder meer via Facebook gemobiliseerd. De betogers riepen: “Dieven” en “Revolutie”.

Sakib Kopic, een van de vertegenwoordigers van de arbeiders, stelde dat dit “het antwoord van het volk” was op het falen van de regering om iets te doen aan de aanhoudende economische neergang.

“Dit is een kreet van woede, honger en wanhoop voor de toekomst. Dit heeft zich jaren opgestapeld en het komt nu tot uitbarsten”, stelde de lokale krant Dnevni Avaz in een editoriaal.

Duizenden betogers in Mostar bestormden twee lokale regeringsgebouwen en zetten het gemeentehuis in brand. De politie kwam niet tussen.

Een jonge betoger in Bihac vatte het afgrijzen van de bevolking tegenover de corrupte politieke kaste en hun nepotisme lachend samen: “Waarom is er geen seks in Bosnische regeringsinstellingen? Omdat ze allemaal al familie van elkaar zijn.”

Een zelfgemaakt protestbord in Tuzla had een eenvoudige boodschap: “Ik werk niet. Ik kom hier om de regering kapot te maken.”

Op vrijdag werden regeringsgebouwen in Tuzla plat gebrand. Ooggetuigen vertelden ons dat de oproerpolitie de helmen en beschermende kledij afnam om de betogers door te laten. De politie kreeg daar nadien applaus voor. Betogers en agenten schudden elkaar de hand.

“Ik denk dat dit een echte Bosnische lente is. We hebben niets te verliezen. Er zullen steeds meer betogers zijn, er zijn 550.000 werklozen in Bosnië”, stelde Almir Arnaut, een werkloze econoom en activist uit Tuzla.

In Zenica en Tuzla moesten de politici die verantwoordelijk waren voor de privatiseringen onder druk van het protest ontslag nemen.

Waarom nu? En hoe verder?

De Bosnische werkenden kenden na de burgeroorlog 20 jaar lang miserie. Het waren 20 jaar van massawerkloosheid. De quota om de macht op etnische basis te delen, lieten corrupte politici toe om zichzelf te verrijken in het armste land van Europa. De bevolking was jarenlang terughoudend om in strijd te gaan, de angst voor nieuwe etnische spanningen en oorlog was groot. Maar er zijn grenzen. De privatiseringen en de fabriekssluitingen zijn de druppel die de emmer doen overlopen.

Er is een roep naar arbeiderseenheid in Bosnië. Dat blijkt ook uit de slogans op de sociale media en op de protestborden. Zo was er een bord: ‘Sta op Tito! Zie wat je pioniers doen!’ (de Pioniers vormden de jongerenafdeling van de Communistische Partij onder Tito). Op facebook gaat er een foto van Tito rond. Hij kijkt op zijn uurwerk en zegt: ‘Tijd om terug te keren.’

Het is begrijpelijk dat er een zekere nostalgie voor Tito is, zelfs onder de jongeren. Ouders vertellen aan hun kinderen over de tijd dat iedereen werk, een huis en een toekomst had. Er was dan wel een dictatoriaal stalinistisch éénpartijregime dat de geplande economie in Joegoslavië controleerde, maar op sociaal vlak was het beter dan nu. Het kapitalisme kwam in Bosnië tot stand op basis van een verschrikkelijke burgeroorlog en het heeft de bevolking van het land enkel armoede, corrupte politici en de dreiging van nieuwe etnische conflicten gebracht.

We staan aan het begin van de Bosnische opstand, maar de arbeiders en jongeren streven al naar eenheid. Ze zijn verenigd in hun afkeer en haat tegenover de corrupte regering en de medestanders van dat establishment. Geen enkele politieke partij vertegenwoordigt de arbeidersklasse van Bosnië op dit ogenblik.

Het is significant dat ook in Banja Luka, de hoofdstad van het Servische deel van Bosnië, zowat 300 activisten een vreedzame betoging hielden met een oproep voor eenheid onder alle etnische groepen van Bosnië. Ze stelden: “We zijn allemaal inwoners van Bosnië en kennen hier dezelfde problemen.”

Arbeiders en socialisten vanuit de helen wereld kijken uit naar de Bosnische arbeiders en jongeren in hun strijd tegen privatiseringen en corruptie en voor een betere toekomst. Deze strijd kan enkel tot de nodige conclusies leiden als er een perspectief is van een breuk met het kapitalisme en een strijd voor een socialistische beleid op basis van arbeidersdemocratie. SOLIDARNOST I REVOLUJICA!

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie