Europa. Naar turbulente gebeurtenissen tegen achtergrond van crisis en radicalisering

Het afgelopen jaar ging de heersende klasse doorheen Europa over tot een ideologisch offensief. Er werd beweerd dat het “ergste achter de rug” lag en dat we het “begin van herstel” zien. Voor de massa’s gaat de sociale crisis echter gewoon door met massale werkloosheid, armoede en zelfs honger. Er waren het afgelopen jaar geen veralgemeende bewegingen zoals voorheen – ondanks grote bewegingen in onder meer Spanje, Portugal, Griekenland en delen van Oost-Europa – maar de woede bouwt zich op en dat leidt tot belangrijke veranderingen in het bewustzijn van honderden miljoenen mensen die getroffen worden door de crisis.

Verslag door Jonas Brännberg van de discussie over Europa op het IEC, de internationale leiding, van het CWI

Zelfs waar er effectief sprake was van een beperkte heropleving, leidde dit niet tot nieuwe jobs. Dat was bijvoorbeeld het geval in Duitsland. Het Duitse kapitalisme blijft opscheppen over de sterkte van het Duitse model, maar de basis ervan blijft bestaan uit lage lonen en het ondermijnen van de arbeidsvoorwaarden. Er zijn miljoenen zogenaamde minijobs. In de discussie werd erop gewezen dat er zelfs in de automobielsector aan bepaalde groepen werkenden lonen van amper 3 euro per uur worden betaald. Een voorbeeld van de afbouw van de rechten en voorwaarden zien we in het feit dat er in 2012 een record aantal werkenden actief waren op de Duitse arbeidsmarkt, maar het totaal aantal gewerkte uren neemt al 20 jaar af. Het aandeel van de werkenden dat deeltijds is tewerkgesteld groeide aan tot 22%.

De officiële werkloosheidsgraad in de eurozone is opgelopen tot 12,5%. De economische neergang blijft aanhouden in Frankrijk en Italië en de eurocrisis kan snel terug op de agenda staan. We zitten in een periode van eindeloze besparingen, stelde Tony Saunois van het Internationaal Secretariaat van het CWI in de inleiding op de discussie.

Frankrijk werd omschreven als een kruitvat dat op ieder ogenblik kan ontploffen. Er is een diepe crisis van alle gevestigde partijen in Europa, ook de diep gewortelde partijen die decennialang het politieke landschap domineerden. In Frankrijk komt dit tot uiting in de laatste steun ooit voor een regering, Hollande krijgt amper nog 20% steun in de peilingen.

Een miljoen kinderen leeft onder de armoedegrens in Frankrijk. De regering wil overgaan tot besparingen voor een bedrag van 15 miljard euro, dat is meer dan wat Sarkozy ooit durfde te besparen. Er is een toename van de woede van onderuit, dit zien we onder meer in de beweging van de “rode mutsen” in Bretagne. Dat is een beweging tegen nieuwe belastingen van de regering, waarbij er gewelddadige confrontaties waren met de politie tijdens manifestaties. Een lid van Gauche Révolutionnaire, onze Franse zusterorganisatie, kwam hierover tussen.

Op de bijeenkomst was er duidelijkheid dat het ritme van de crisis, zowel op politiek, economisch als op vlak van klassenstrijd, verschillend is tussen het noorden en het zuiden van Europa.

Er waren 31 algemene stakingen in Griekenland waarvan verschillende 48-urenstakingen. In Portugal waren er vier algemene stakingen en in Spanje waren er verschillende algemene stakingen met meer dan 10 miljoen deelnemers. Dit wijst op een bereidheid tot strijd. Maar de regeringen van deze landen slaagden er op elk ogenblik in om stand te houden. Het feit dat de vakbondsleiding de strijd niet tot een hoger niveau bracht, speelt daar een belangrijke rol in.

De arbeidersklasse is in actie gekomen, maar heeft de obstakels van de vakbondsleiders en het gebrek aan een massaal politiek alternatief nog niet uit de weg geruimd. Dat heeft geleid tot frustratie en een zekere impasse in de strijd op algemeen vlak.

Nationale kwestie

Leden uit zowel Spanje als Griekenland stelden dat de strijdbewegingen dit jaar meer op het lokale, regionale of sectorale terrein plaatsvonden. Er waren in 2012 twee algemene stakingen in Spanje maar in 2013 geen enkel, maar het aantal stakingsdagen is wel met 37% toegenomen. Een andere belangrijke tendens in Spanje is de toename van meer stakingen van onbepaalde duur. Er waren bedrijfsbezettingen in Valencia, de staking van onbepaalde duur van de straatvegers in Madrid en recent een beweging om huizen te bezetten voor dakloos geworden mensen. Victoria Lara van Socialismo Revolucionario, het CWI in Spanje, ging daar dieper op in.

Spanje en Portugal zijn landen die de nationale kwestie opnieuw bovenaan de politieke agenda zagen komen. Volgend jaar is er een referendum in Schotland dat in veel andere landen zal gevolgd worden door bevolkingsgroepen met nationale aspiraties*.

Het is geen toeval dat de Spaanse regering tussenkomt in het Schotse debat, het resultaat van het referendum in Schotland zal belangrijke gevolgen hebben voor de burgerij en kan een impact hebben op de nationale kwestie doorheen Europa, ook in België.

De rest van de Schotse linkerzijde heeft de afgelopen maanden ideologische stappen achteruit gezet, stelde Philip Stott van de Socialist Party Scotland. Ze werden stilaan de cheerleaders van de kapitalistische onafhankelijkheidscampagne. Maar er is geen oplossing op kapitalistische basis mogelijk voor de problemen waarmee de werkende bevolking kampt, ook in een onafhankelijk Schotland zou dat niet het geval zijn. We geven kritische steun aan een Ja-stem voor onafhankelijkheid maar leggen uit dat het programma van de regerende SNP betekent dat 90% van de besparingen door de Britse regering sinds 2010 zouden blijven, er zou geen verhoging van het minimumloon komen, de vennootschapsbelasting zou dalen,…

Griekenland

In Griekenland is er een grote beweging tegen het vestigen van nieuwe goudmijnen in het noorden van het land. De beweging botste op extreme repressie door de politie. De aanhoudende criminalisering van protestacties was overigens een element dat vaker terugkwam in tussenkomsten door leden uit heel Europa. Veel sprekers benadrukten het belang van democratische eisen om het recht op protest te verdedigen.

Nikos Kanellis van Xekinima (Griekenland) ging in op de enorme humanitaire ramp in Griekenland als gevolg van de harde besparingen. Maar dit heeft ook geleid tot een indrukwekkende solidariteitsbeweging. Een ‘reddingsteam’ in Volos ging zelf hout hakken en verdeelt het aan wie geen verwarming kan betalen. Het ‘sociaal medisch centrum’ heeft in Volos alleen meer dan 15.000 patiënten behandeld, de ‘aardappelbeweging’ verkoopt goedkoop voedsel en ‘sociale supermarkten’ geven eten aan wie dat niet kan betalen. We zijn actief in deze bewegingen maar proberen het ook te koppelen aan een politiek alternatief.

De sociale crisis in Europa bereikt een enorme omvang en wordt steeds erger. Maar liefst 120 miljoen Europeanen leven in armoede of met een armoederisico. 43 miljoen mensen hebben niet genoeg om te eten. Sinds 2008 zijn er 20 miljoen armen bij gekomen. Kleine bedrijfjes gingen failliet en dit op een nooit geziene schaal. In Italië alleen waren het er 120.000, stelde Per Olsson van Rättvisepartiet Socialisterna (Zweden).

Zelfs met de meest optimische groeicijfers, die nooit gerealiseerd zullen worden, zou het 20 jaar duren vooraleer de Griekse werkloosheidsgraad onder de grens van 10% zou terecht komen. En ondertussen gaat het besparingsbeleid verder. Ziekenhuizen doen denken aan oorlogszones. Bovendien wil de regering nu nog eens de helft van de bedden schrappen, stelde Nikos Anastasiades van Xekinima.

Tegelijk was er overal in Europa een toename van onzekere minijobs. Een op de vier Duitsers maakt nu deel uit van de grote lagelonensector, 22% van de werkenden moet het met een deeltijdse job stellen. In Groot-Brittannië werken vijf miljoen mensen met ‘nulurencontracten’.

De strijd in West-Europa werd wat afgeremd door een zekere hoop in het idee dat het ergste achter de rug ligt. In Oost-Europa is dat niet het geval. De afgelopen periode waren er daar verschillende uitbarstingen van protest. Na het kapitalistische herstel was er een groeiend besef dat het idee dat het oosten snel het westen zou inhalen niet klopte. Als gevolg hiervan en door de aanvallen op de levensstandaard, zagen we al massabewegingen in Roemenië, Bulgarije, Slovenië en nu ook in Oekraïne.

De bewegingen in Oost-Europa zijn voorbeelden van de tegenstrijdige trends en het soms verwarde bewustzijn. Het gebrek aan strijdbare vakbonden of massale linkse krachten om de woede te organiseren, creëert een zekere ruimte voor extreemrechtse en zelfs fascistische groepen. Till Ruster van de Sozialistische Linkspartei (Oostenrijk) wees erop hoe de Hongaarse fascisten blokkades organiseren tegen buitenlandse banken omdat die zowat 900.000 hypotheekleningen in hun portefeuille hebben die in buitenlandse munten zijn afgesloten, waardoor het met de huidige inflatie bijzonder moeilijk is om deze af te betalen.

Gevaren van extreemrechts

Als het protest niet door de linkerzijde en de vakbonden wordt georganiseerd, kan massale woede en frustratie tot uiting komen in rellen of kan het afgeleid worden door groepen met een erg reactionair karakter. Dit was deels het geval met de opkomst van het fascistische Gouden Dageraad in Griekenland of de opkomst van het Front National dat nu in Frankrijk de grootste partij is in de peilingen.

Gouden Dageraad is het meest gevaarlijke gezicht van de contrarevolutie. Na de moord op de linkse activist en artiest Pavlos Fissas werden ze wat in het defensief geduwd. Er waren 20.000 betogers die naar de kantoren van Gouden Dageraad optrokken. Die partij moest verschillende lokale kantoren sluiten, zelfs in bastions als Pireaus. Waarom haalde de regering uit naar Gouden Dageraad met de arrestatie van verschillende partijleiders? Delen van de heersende elite zouden hen graag in de regering zien, maar anderen waren bezorgd dat Gouden Dageraad zou ontwikkelen tot iets waar ze geen controle meer op zouden hebben. De regering bracht een dubbele boodschap met de arrestaties: ze wil Gouden Dageraad controleren, maar niet vernietigen. Gouden Dageraad kan immers nog nuttig zijn als wapen tegen de arbeidersbeweging. Dat is zeker het geval indien een linkse regering aan de macht komt, stelde Nikos Kanellis.

De linkerzijde en de arbeidersbeweging moet zich organiseren en het verzet tegen extreemrechts en het fascisme leiden zodra het opduikt. Maar er is een tussenkomst met een zorgvuldig gebalanceerde benadering nodig gebaseerd op een programma dat echte oplossingen aanbiedt, zich baseert op eengemaakte strijd voor degelijke voorwaarden voor iedereen en dat ook antwoordt op de bezorgdheden van velen (onder meer rond migratie) waar extreemrechts op cynische wijze op inspeelt.

Impasse bij linkse partijen

Eleni Mitsou uit Griekenland gaf aan hoe de leiding van Syriza er alles aan doet om naar rechts op te schuiven en de verwachtingen in een toekomstige ‘linkse’ regering af te zwakken. De leiding van Syriza zwijgt over de nationalisatie van de banken of de vraag van de niet-betaling van het grootste deel van de overheidsschulden. Nu wordt enkel gesproken over het ‘bevriezen’ van de schulden of het ‘heronderhandelen’ ervan. In plaats van op te komen voor een echte linkse regering, zegt de leiding van Syriza dat Griekenland nood heeft aan een “democratische regering tegen het memorandum.”

Het is waarschijnlijk dat Syriza in de komende periode in een regering zal terechtkomen. Die regering zal geconfronteerd worden met ultimatums van de trojka. Wij moeten bouwen aan een sterke linkerzijde en krachten binnen en buiten Syriza verenigen om een beweging te creëren die de breuk met de trojka en met het kapitalisme kan maken. Dat is de enige manier om de Griekse arbeidersklasse uit de huidige miserie te halen en om de dreiging van een nieuwe reactie en fascisme af te wenden, stelde Andros Payiatsos van Xekinima.

De positie van Syriza is een uitdrukking van een breder proces in Europa. Tal van linkse partijen met een sterk potentieel (zoals IU in Spanje, het Links Blok en de Communistische Partij in Portugal of het Front de Gauche in Frankrijk) worden spijtig genoeg gekenmerkt door een verkeerde politieke benadering waardoor ze de afgelopen periode vaak naar rechts opschoven.

In Spanje kende IU (Verenigd Links) een zekere groei in de peilingen, maar de partijleiders willen IU in een rampzalig akkoord met de voormalige sociaaldemocratische PSOE duwen. Het Front de Gauche is intern verdeeld over de kwestie van electorale akkoorden met de PS. Wij moeten in onze benadering naar deze partijen een flexibele benadering aannemen. Waar nodig en mogelijk moeten we tussenkomen in de interne processen van deze formaties om daar op te komen voor een revolutionaire koers.

Niall Mulholland van het Internationaal Secretariaat deed de afronding van de discussie. Hij stelde dat we zelfs in het geval van enige economische groei in de komende maanden geen ‘herstel’ zullen zien voor de sociale situatie van miljoenen werkenden. De wanhopige situatie heeft al een verlammend effect op delen van de arbeidersklasse, maar leidt ook tot conclusies. In deze periode zonder duidelijk massaal links alternatief en strijdbare vakbonden, nemen sommige protestbewegingen een semi-spontaan karakter aan.

In deze situatie kunnen vakbonden met een strijdbare leiding een voorbeeld voor anderen vormen. Het Britse National Shopstewards Network (NSSN) kan zo’n rol spelen.

Ondanks een zekere pauze in de strijdbewegingen het afgelopen jaar, was er onderhuids wel een opmerkelijke verandering in het bewustzijn. Zo wees Kacper Pluta uit Polen erop dat 82% van de Polen voorstander is van de nationalisatie van de energiesector, 75% wil de mijnen en spoorwegen nationaliseren en slechts 33% denkt dat de ‘vrije markt’ beter is dan socialisme. In Griekenland is 70% tegen privatiseringen en wil een zelfde percentage het memorandum stoppen. De helft van de Grieken denkt dat de banken moeten genationaliseerd worden en 84% wil het overgrote deel van de publieke schulden niet afbetalen.

Deze cijfers geven aan dat het snel tot nieuwe veralgemeende bewegingen kan komen en dat deze sneller dan voorheen radicalere eisen zullen opnemen.

We mogen de bestaande woede niet onderschatten en evenmin de enorme strijdbewegingen die er zullen komen. De heersende klasse is erg bang. Zelfs beperkte populistische beloften van politici boezemen de heersende elite angst in omwille van de sfeer onder oppervlakte, stelde Hannah Sell van de Socialist Party (Engeland en Wales).

Voor socialisten betekent dit dat er een grotere openheid zal zijn voor een programma dat breekt met het kapitalisme, doorheen de nieuwe golven van massastrijd zal het gemakkelijker worden om een massale steun voor onze ideeën te vinden.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie