Spanje. Solidariteit met de strijd van de mijnwerkers

Sinds meer dan een maand voeren de mijnwerkers uit verschillende Spaanse regio’s strijd tegen de vermindering van de subsidies voor de mijnbouw. Terwijl 24 miljard euro werd gevonden om Bankia te redden, is er geen geld om de toekomst van de mijnbouw te redden. Het maakt duidelijk waar het de regering om te doen is: het verdedigen van de belangen van de 1% rijksten door de levensstandaard van de 99% anderen aan te pakken.

Artikel door Nicolas P (Brussel)

Sinds 28 mei zijn de mijnwerkers van Asturië, Léon en Aragon in staking. Drie dagen later werd beslist om van de staking een van onbepaalde duur te maken. Omwille van de besparingsmaatregelen wil de regering 63% van de subsidies aan de mijnbouw afschaffen, het gaat om een bedrag van 190 miljoen euro voor 2012. Het zou in de praktijk betekenen dat de mijnen tegen 2018 worden gesloten. Momenteel werken er nog 8.000 mensen in de mijnen, in 1991 waren het er nog 45.000.

De staking van onbepaalde duur gaat gepaard met de bezetting van mijnen, wegen en spoorwegen. Op 18 juni riepen de twee grote vakbondsfederaties, UGT en CC.OO, op tot een algemene staking in de volledige regio, in Asturië, Andalusië, Castilla en Aragon. Deze staking werd massaal opgevolgd. De enorme solidariteit voor de strijd van de mijnwerkers komt er op een ogenblik dat het leven van tientallen duizenden mensen wordt bedreigd door de harde besparingsmaatregelen. De regering vond snel 24 miljard euro om Bankia te redden (een bankengroep met een zakencijfer van 486 miljard euro). Voor de vrienden in de bankenwereld zijn er middelen, voor de levensstandaard van de gewone bevolking niet. Integendeel, die worden gevraagd om op te draaien voor het geld dat aan de banken wordt gegeven. Dat is een politieke keuze waarbij de 1% rijksten alles op een gouden schoteltje voorgeschoteld krijgen door de politieke vrienden, terwijl de 99% de prijs ervoor betaalt.

Op 18 juni waren er betogingen in heel het land, met erg grote betogingen in Oviedo (50.000 deelnemers) en Léon (15.000). Eind juni volgde een “zwarte mars” die naar Madrid trekt en daar aankomt op 11 juli. De politie heeft op verschillende plaatsen geprobeerd om de stakers aan te vallen, maar omwille van het enorme verzet van de lokale bevolking is dat niet gelukt. De beelden van geweld, brandende barricades en het gebruik van geïmproviseerde raketwerpers haalden de voorpagina’s van de kranten. Die maakten van de spectaculaire beelden gebruik om een discussie over de grond van de zaak te zwijgen. Het is gemakkelijker om het ‘geweld’ van de mijnwerkers aan te klagen dan om uit te leggen waarom duizenden gezinnen in het huidige systeem een toekomst wordt ontzegd.

De beweging van de mijnwerkers in Asturië doet denken aan de heroïsche mijnstakingen van 1962 en 1963 tegen het regime van Franco. De mijnwerkers gingen toen over tot acties voor loonsverhogingen en betere arbeidsomstandigheden. De acties groeiden al snel uit tot een verzetsbeweging voor het stakingsrecht en de vrije verkiezing van syndicale vertegenwoordigers. De strijd dwong een reeks toegevingen af, maar kon geen einde maken aan de dictatuur van Franco. Dat kwam onder meer door een aantal tactische fouten van de Spaanse Communistische Partij die vooraan stond in de strijd. Het belang van deze strijd werd bevestigd door Guy Debord die het had over “de belangrijkste gebeurtenis van het jaar voor de Europese arbeidersbeweging.”

Net zoals toen worden de mijnwerkers ook nu geconfronteerd met politie-agenten die zich wellicht liever uitleven op verontwaardigde jongeren. De verantwoordelijke van de oproerpolitie verklaarde in de media: “Heb je de spierballen van de meeste mijnwerkers al eens gezien? Met een enkele klap slaan ze de helmen van onze manschappen stuk.” Een andere agent van de oproerpolitie stelde dat de jongeren toch gemakkelijker aan te pakken waren, “bij de minste slag hadden die een bloedneus.” Met een jongerenwerkloosheid van meer dan 60% in de betroffen regio’s en met het einde van de mijnbouw, wordt de miserie in dit deel van Spanje nog verder opgevoerd. Het verzet is dan ook van groot belang.

De klassieke argumenten tegen de mijnwerkers worden allemaal terug boven gehaald: hun werk zou achterhaald zijn, vervuilend en duur. Dat laatste begrip zou ook kunnen gebruikt worden om het Stabiliteitsverdrag te omschrijven. Dat verdrag verplicht Spanje tot een hard besparingsbeleid wat tot een algemeen ongenoegen leidt. Voor de acties van de mijnwerkers waren er al diverse stakingen en betogingen. Op 29 maart was er een algemene staking die werd opgevold door meer dan 10 miljoen werkenden. De mijnwerkersstrijd is onderdeel van het algemene verzet tegen het besparingsbeleid dat enkel middelen voorziet voor de banken en de markten. Een regering die met de dictatuur van de markten breekt, zou de belangen van de werkenden dienen door de volledige energiesector te nationaliseren om de basis te kunnen leggen voor milieuvriendelijke energieproductie met het behoud van alle jobs en met degelijke levensomstandigheden voor de werkenden en hun gezinnen.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie