IJsland. De crisis is niet voorbij, de helft van de gezinnen is failliet

De economie van IJsland is opnieuw aan het groeien na de diepe recessie in 2008. De economische en politieke crisis is echter ver van voorbij. Op een week tijd in oktober 2008 stortten de drie grootste banken van het land in elkaar. De beurs viel van 9.000 punten terug op nog 14. Het bbp (de totale waarde van geproduceerde goederen en diensten) viel met meer dan 10% terug, de werkloosheid verzevenvoudigde. Niemand van de 320.000 inwoners kon aan de rampspoed ontsnappen.

Artikel door Per-Åke Westerlund

Zo had de auteur Haukur Ingvarsson het in de Deense krant Information over zijn grootvader: “Hij verloor al zijn spaargeld. Hij verloor zijn geloof in de samenleving waar hij zo trots aan mee gebouwd had. Uiteindelijk verloor hij zijn zinnen. Vier of vijf maanden later was hij dood.”

Vandaag wordt gesteld dat er opnieuw economische groei is, maar de gevolgen van de crisis blijven overeind. “Tot de helft van de gezinnen in IJsland zijn failliet. Velen betalen hun rekeningen niet meer en zelfs mensen met een goede opleiding en vaste job staan onder zware druk”, aldus Information.

Vanwaar komt dat economisch herstel en de schijnbare rust in de samenleving nadat er in 2008 en 2009 zoveel protest was? De belangrijkste reden is een enorme devaluatie. De IJslandse munt, de Krona, moest op een bepaald ogenblik 77% van haar waarde inleveren en is vandaag nog steeds maar ongeveer de helft van voor de crisis waard. Dat heeft het toerisme en de visexport aangewakkerd.

Maar de devaluatie van de munt heeft tegelijk de buitenlandse schulden doen toenemen. De regering heeft enkel de schulden van de IJslandse bevolking gegarandeerd, waardoor een groot deel van de kosten voor de schulden “indirect op buitenlandse crediteurs werd afgewenteld waarbij zij belangrijke verliezen leden toen de banken in elkaar stortten”, aldus het IMF in haar laatste rapport (World Economic Outlook, april 2012).

Als reactie op de vele woedende betogers en om een volledige ineenstorting te vermijden, koos de regering ervoor om een aantal tijdelijke maatregelen te nemen. Voorlopig werden mensen niet uit hun huis gezet, er kwam een opschorting van de afbetaling van leningen voor huizen en zelfs een regel dat niemand een huizenschuld mag hebben van meer dan 110% van het jaarlijkse inkomen van het gezin.

De kost van deze maatregelen en de overname door een staatsbank werd gefinancierd met leningen van het IMF voor een bedrag van 10 miljard dollar, dat is meer 20.000 euro per inwoner van IJsland.

Er volgden individuele onderhandelingen over leningen die de schuldenlast beperkten, er kwamen ook tijdelijke beperkingen van de rentevoeten. Deze onderhandelingen zijn nog maar gevoerd voor ongeveer 35% van de gezinnen.

Een aantal maatregelen was enkel mogelijk omdat het land zo weinig inwoners telt. Maar intussen blijft het afwachten in welke mate IJsland de gezinnen opnieuw overeind kan trekken. De Financial Times stelde: “Er blijven belangrijke problemen bestaan”. Sinds 2008 verloor een gemiddeld gezin 30% van haar koopkracht. De particuliere schuldenlast bedraagt nog steeds meer dan 200% van het beschikbare inkomen. Vandaag zijn een kwart van de geherstructureerde bankenschulden ‘slechte leningen’. De schulden blijven zo hoog door de sterke inflatie, die bedraagt momenteel 6% op jaarbasis terwijl de lonen niet mee stegen en in sommige gevallen zelfs verminderden.

De politieke crisis is minstens even erg als de economische. De sociaaldemocraten vormden samen met GroenLinks een regering toen de oude rechtse regering in 2009 werd weg gestemd. Vandaag is de steun voor beide partijen gehalveerd in vergelijking met twee jaar geleden. De sociaaldemocraten zouden nog 14% overhouden, waar ze in 2009 29% haalden. GroenLinks zou van 21% op 8% terugvallen.

De hoop dat deze partijen voor een ander beleid zouden staan, werd snel de kop ingedrukt. De nieuwe regering richtte zich naar de EU, een instelling die elders in Europa voor harde besparingen gaat. Deze opstelling van de IJslandse regering creëerde ruimte voor de Onafhankelijkheidspartij, een partij die in de vorige regering zat maar nu opnieuw op kop staat in de peilingen.

De publieke opinie wil verandering. Islandsbloggen.com bericht: “Bijna de helft van de ondervraagden gaf aan dat ze vandaag niet zouden stemmen bij parlementsverkiezingen. Een vijfde van de respondenten heeft sympathie voor een partij die momenteel niet in het parlement is vertegenwoordigd.”

Met ‘Eenheid’ werd een nieuwe partij opgezet door Lily Mósesdóttir die uit GroenLinks stapte met kritiek omdat niets meer aan de schulden van de gezinnen werd gedaan. In de eerste peiling kreeg de partij 21%, maar sindsdien is ze al terug gezakt tot 6%.

De zoektocht naar een alternatief leidde ertoe dat een comedian verkozen werd tot burgemeester van Reykjavik. Een televisiepresentator ligt voorop in de peilingen voor de presidentsverkiezingen van juni. De uittredende president, Ólafur Ragnar Grímsson, stond aan de kant van de banken en verloor bijgevolg veel steun.

Veel bankiers behielden hun jets en hun fortuin. Zij worden nog steeds gehaat. “Mensen in Range Rovers en met zwarte kostuums verloren in een recordtempo hun positie van rolmodel om te verworden tot symbolen van corruptie en inhaligheid”, aldus Information.

Enkele rechtszaken verhitten de gemoederen. Weinigen geloven dat de voormalige premier Geir H Haarde zal worden veroordeeld voor zijn rol in de crisis. De meeste IJslanders verwachten dat hij geen boete of celstraf zal krijgen. Hij werd enkel schuldig bevonden aan het feit dat hij de andere ministers niet had geïnformeerd, hij werd vrijgesproken inzake verantwoordelijkheid voor de crisis.

Tijdens de rechtszaak verklaarden zowel Haarde als andere getuigen dat ze er alles aan deden om de crisis te stoppen. De staat pompte geld in de banken tot ze volledig ondergingen.

De EFTA (Europese Vrijhandelsassociatie) waartoe IJsland behoort, vervolgt het land op basis van klachten van de Britse en Nederlandse regeringen omwille van de schulden die in deze landen werden geleden door het bankroet van de bank Icesave.

Tenslotte werd recent een rechtszaak opgestart tegen een aantal bankiers. Misschien zal deze zaak bijkomende informatie over de crisis en het verloop ervan in de openbaarheid brengen.

Kort na de crisis in IJsland brak ook in een aantal andere Europese landen een harde crisis uit. Hierdoor verdween IJsland terug in de schaduw, maar de crisis is niet voorbij. De nood aan socialistische en internationalistische antwoorden blijft even groot als in 2008. Iedere poging om binnen de grenzen van het kapitalisme antwoorden te bieden, komen er op neer dat de arbeiders en de gewone bevolking ervoor opdraaien.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie