Van pleinbezettingen naar bedrijfsbezettingen!

Hoe ons met de 99% organiseren?

Het jaar 2011 zal de geschiedenis ingaan als het jaar waarin het verzet tegen de besparingen een opmars kende, revolutie terug op de agenda verscheen en het kapitalisme steeds meer in vraag werd gesteld. In Tunesië, Egypte, Spanje, Griekenland, de Verenigde Staten en elders speelden pleinbezettingen een belangrijke rol in het samenbrengen en mobiliseren van een brede laag van de bevolking. Hoe kunnen we met deze beweging verdere stappen vooruit zetten?

Artikel door Nicolas Croes

Leden van het Committee for a Workers’ International (CWI), waar LSP de Belgische afdeling van is, verdedigen overal de noodzaak om de beweging te richten op de georganiseerde arbeidersbeweging. Het zijn de arbeiders die alle rijkdom in de samenleving produceren, maar toch hebben ze niets te zeggen over hoe die productie wordt beheerd of aangewend. We hebben er al meermaals op gewezen dat de actieve rol van de arbeidersbeweging beslissend was in het omverwerpen van Ben Ali in Tunesië en Moebarak in Egypte.

De noodzaak van een oriëntatie op de arbeiders en de basis van de vakbonden was bij het begin van de beweging in Spanje niet duidelijk, maar nadien werd dat element wel versterkt. De kracht van de arbeidersbeweging werd bijzonder duidelijk met de oproep van Occupy Oakland om op 2 november een algemene staking te houden om te protesteren tegen het politiegeweld. Het was geen echte algemene staking, maar er was wel een brede respons van de arbeidersbeweging. Een betoging met 20.000 deelnemers legde de haven plat. In iedere fase van de beweging moet worden gezocht naar actiemethoden die zoveel mogelijk mobiliseren. Doorheen de acties van de afgelopen maanden blijkt dat dit vooral mogelijk is met duidelijke eisen die vertrekken van het dagelijkse leven van bredere lagen die worden getroffen door de harde besparingen. Duidelijke eisen gekoppeld aan massale en radicale acties kunnen een verschil maken.

In Spanje maar ook in de VS verdedigen wij de noodzaak om de verschillende lokale comités en campagnes met elkaar te verbinden door de vertegenwoordigers te verkiezen zodat een coördinatie mogelijk wordt op lokaal en nationaal vlak. We denken dat het ook van cruciaal belang is om algemene vergaderingen te organiseren op de werkplaatsen en om de kwestie van democratie in de vakbonden concreet naar voor te brengen. Waar mogelijk zou het nuttig zijn om van bezettingen van pleinen en symbolische plaatsen over te gaan naar bezettingen van bedrijven. Waarom zouden we er ons niet op voorbereiden om het hart van de economische werking te bezetten?

Met de 99% tegen de 1%

In het geval van de dreiging van sluitingen en afdankingen, stelt de kwestie van bezettingen zich erg concreet. Dat is overigens een actiemethode die wij verdedigen in het geval van de strijd van de arbeiders van ArcelorMittal tegen de sluiting van de warme fase van de staalproductie in het Luikse. Een bezetting zou een goede eerste stap zijn naar de onteigening van de staalsector en de nationalisatie ervan onder de democratische controle van de arbeiders.

Sinds het uitbarsten van de economische crisis werden tal van bedrijven bezet in de strijd tegen herstructureringen. Zo was er Republic Windows in Chicago (2008), Visteon in Groot-Brittannië en Noord-Ierland (2009), Waterford Chrystal in Ierland (2009), INNSE in Italië (2009),… Op verschillende momenten van arbeidersstrijd in het verleden, zoals in de jaren 1930 en 1970, waren er golven van bedrijfsbezettingen die het kapitaal enorme angst aanjoegen. De bezetting van de Franse horlogefabriek LIP in 1973 zette een voorbeeld: de arbeiders namen de productie over en begonnen de geproduceerde goederen zelf te verkopen.

Een bedrijfsbezetting zet een dubbele druk op de werkgever. Die ziet niet alleen zijn winsten de mist ingaan omdat de staking de productie stopzet, maar er wordt ook een stap verder gegaan. Een bezetting stelt immers de eigendom van de productiemiddelen in vraag: wie leidt het bedrijf? De werknemers zijn verantwoordelijk voor het dagelijkse functioneren van het bedrijf en voor de creatie van rijkdom, maar ze hebben niets te zeggen over de organisatie van de productie en de aanwending ervan. Dat is eigenlijk de kern van de strijd van de “99% tegen de 1%”: de werkgever heeft de arbeiders nodig, maar de arbeiders hebben geen patroons nodig.

Voor echte democratie op de werkvloer

In iedere strijd komt het erop aan om een krachtsverhouding uit te bouwen. Dat kan door zoveel mogelijk arbeiders te betrekken in de actie en een maximale solidariteit te organiseren met werknemers van andere bedrijven en onder bredere lagen van de bevolking. Net zoals dit bij de pleinbezettingen het geval was, biedt een bedrijfsbezetting de mogelijkheid om discussie te voeren onder de arbeiders. Met algemene vergaderingen kan de betrokkenheid worden behouden en is het mogelijk om eventuele spanningen en verdeeldheid tussen verschillende vakbonden, tussen verschillende groepen arbeiders,… te vermijden. Het biedt een informatiepunt voor iedereen die aan de strijd wil deelnemen. Een eengemaakte structuur om de strijd te leiden is een essentieel onderdeel om te vermijden dat de werkgever of de autoriteiten bestaande verdeeldheden kunnen versterken.

Een stakerscomité moet democratisch worden verkozen door een algemene vergadering van het personeel. De verkozen vertegenwoordigers in dat stakingscomité moeten permanent afzetbaar zijn door de algemene vergadering dat soeverein moet kunnen beslissen. Het stakerscomité moet erop toezien dat de strijd wordt georganiseerd en dat er zoveel mogelijk informatie beschikbaar is onder de arbeiders. Het comité moet proberen om iedere arbeider te betrekken bij de acties en bij het nemen van de beslissingen. Deze organisatorische aspecten vormen een titanenwerk. Net zoals bij de pleinbezettingen kan het dan ook nuttig zijn om specifieke werkgroepen op te zetten.

Dat is wat er ook gebeurde bij de pleinbezettingen in onder meer Spanje, waar deze bezettingen een massaal karakter aannamen. Daar waren er vaak erg praktische werkgroepen (kookploeg, vertalers, informatieploeg, medische dienst,…) maar ook werkgroepen rond bijvoorbeeld het idee van een ‘algemene staking’ waar werd gediscussieerd over hoe dat idee kon geconcretiseerd worden onder de basis van de vakbonden, of een werkgroep rond de rechten van migranten, vrouwen,… Die werkgroepen vormden een plaats van politieke vorming voor al wie erbij betrokken was. Die vorming kan bij een bedrijfsbezetting de betrokkenheid en het vertrouwen versterken, het moet de basis toelaten om de eigen strijd in handen te blijven nemen.

Bij verschillende bezettingen zagen we ook andere methoden om de controle op de vertegenwoordigers te organiseren. Zo is het nuttig om bij onderhandelingen tussen vertegenwoordigers van de staking of de actie en vertegenwoordigers van het patronaat of de autoriteiten iedere geheimhouding te vermijden door er meteen een megafoon of luidspreker bij te plaatsen. Als we spreken over echte democratie dan betekent dit dat er een structuur is waarbij iedere vertegenwoordiger steeds verantwoording verschuldigd is aan de basis.

Door het verzet tegen de besparingen naar de bedrijven te brengen, zouden de mogelijkheden van repressie sterk beperkt worden. Het is moeilijker om een beweging te bestrijden die vertrekt vanuit de vertrouwde omgeving van de eigen werkomgeving waar de arbeiders ook alle mogelijke verdedigingsmiddelen kennen. In de Belgische arbeidersbeweging kennen we het voorbeeld van de metaalarbeiders van Forges de Clabecq die in hun strijd in 1996-97 regelmatige algemene vergaderingen hielden en hun eigen arbeidsmiddelen gebruikten om hun acties te verdedigen. Toen een toegelaten betoging door de politie werd gestopt, werd de politiebarricade geconfronteerd met bulldozers…

Dubbelmacht

De kiemen van een nieuwe samenleving zijn reeds in de strijd aanwezig. De democratische strijdcomités en algemene vergaderingen vormen embryo’s van een toekomstige samenleving waarin de 99% van de bevolking haar zeg heeft over wat er wordt geproduceerd, hoe dit gebeurt en hoe de distributie plaatsvindt. Dat kan op basis van een democratisch geplande economie waarbij de sleutelsectoren in publieke handen zijn.

Naarmate de strijd aan impact wint en algemener wordt, zullen de taken van de comités en vergaderingen zich sterker ontwikkelen tot op het punt dat het een concurrentie wordt voor de macht van de kapitalistische staat en haar schijndemocratie. Een dergelijke situatie van dubbelmacht is een cruciaal ogenblik waarop de beweging nood heeft aan een doorwinterde revolutionaire leiding die de steun van de massa’s geniet en op die basis cruciale ordewoorden kan lanceren om te vermijden dat een situatie van status-quo ontwikkelt en uiteindelijk stappen achteruit worden gezet. . In zo’n periode van revolutionaire crisis is het bestaan van een partij als LSP cruciaal.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie