Meer dan 100.000 betogers in Brussel. Hoe verder na deze massale actie?

De betoging in Brussel was immens. Delegatie na delegatie trok door de straten van de hoofdstad met een duidelijke boodschap: “wij willen niet betalen voor hun crisis”. Er waren grote delegaties van de Franse vakbond CGT, maar even goed delegaties van de Belgische vakbonden of van vakbondsgroepen die verder moesten reizen om in Brussel te geraken (onder meer uit Oost-Europa of Zuid-Europa). Na deze massale betoging is er één centrale vraag: wat nu?

Meer info en foto’s

Op onze overzichtspagina over de Europese betoging vind je ons pamflet en uitgebreide standpunten. Hieronder nog enkele verwijzingen naar fotoreportages.

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4

De opkomst was hoger dan vooraf werd aangekondigd door de Belgische vakbonden (die het aantal betogers lager hadden ingeschat dan het Europees Vakverbond). De politie had het over 56.000 betogers, de website van De Morgen over “bijna 56.000”, maar in werkelijkheid waren het er wellicht meer dan 100.000. Dit was wellicht de grootste betoging in Brussel deze eeuw (de vorige “grootste” betogingen waren de anti-oorlogsbetoging van 2003 en de betoging tegen het Generatiepact in oktober 2005 met elk 100.000 aanwezigen). De betogers bleven maar toestromen, na de internationale delegaties volgden delegaties uit eigen land (die naargelang de centrale en de sector nogal varieerden in sterkte).

Deze opkomst maakt duidelijk dat er een bereidheid is om in actie te komen en dat veel mensen zich niet zomaar neerleggen bij de eis om ons te laten opdraaien voor hun crisis. De betoging in Brussel viel samen met een sterk opgevolgde algemene staking in Spanje waar 95% van de industrie plat ging (lees: álle grote bedrijven). Er waren ook betogingen in andere Europese landen. Het ongenoegen is groot, de sfeer op de betoging duidelijk: de politici die het vandaag voor het zeggen hebben, doen dit niet in onze naam!

Dat brengt ons meteen bij de cruciale vraag na deze betoging. Een massale betoging is goed, maar volstaat niet om de pogingen te stoppen om ons te laten betalen voor de crisis door middelen van besparingen. De vraag bij veel betogers was dan ook: hoe kunnen we hun beleid stoppen? Het antwoord daarop is niet zo eenvoudig. Hoewel de actiebereidheid groot en het gevoel van solidariteit tussen arbeiders uit de verschillende landen sterk is, wordt daar amper iets mee gedaan door de vakbondsleiding.

Het zal er op aan komen om zowel op syndicaal als op politiek vlak antwoorden te bieden. Als we de vastberaden aanvallen op onze levensstandaard willen stoppen, zullen meerdere acties nodig zijn. Een actieplan dat bediscussieerd wordt aan de basis en zich op het Europese niveau uitstrekt, zal noodzakelijk zijn. Een grote betoging kan het potentieel tonen, maar om het potentieel te benutten zullen we algemene stakingen op Europees niveau nodig hebben.

Op politiek vlak stelt de noodzaak van een eigen instrument zich. Op dat vlak bood de betoging van 29 september weinig alternatieven. Zelfs vanuit die landen waar er nieuwe linkse formaties bestaan, werd er geen initiatief of ordewoord geboden. Waar waren Die Linke, NPA, SP, Links Blok,…? En wat waren hun ordewoorden?

LSP deed een grootschalige interventie met zowat 130 militanten op de betoging, aangevuld met enkele kameraden uit de buurlanden (Frankrijk, Nederland, Duitsland, Ierland en Groot-Brittannië). We verdedigden het idee om de strijd verder te zetten door op te bouwen naar een Europese algemene staking. We verdedigen overal de roep naar een actieplan omdat dit een mobiliserend element in zich draagt en meteen de vraag stelt naar wie het voor het zeggen heeft binnen de vakbonden: een kleine laag van ‘leiders’ of een brede laag van militanten en leden. Een actieplan mag zich niet beperken tot het nationale niveau, overal in Europa worden besparingsmaatregelen doorgevoerd en dit gaat gepaard met pogingen om ons te verdelen. Duitse arbeiders worden tegen Grieken opgezet, jongeren tegen ouderen en vice versa. We mogen ons daar niet aan laten vangen en de beste manier daartoe is door samen in verzet te gaan tegen diegenen die de aanvallen op onze levensstandaarden inzetten. We speelden een actieve rol in de jongerendelegatie die vooraan in de betoging opstapte, daar brachten we de campagne voor lokale jongerenmarsen voor werk naar voor.

Het pamflet dat we in vier talen verspreidden, was duidelijk: de besparingen die op ons afkomen, zijn enorm en daar moeten we een degelijk antwoord op bieden. Het pamflet concludeerde: “De vakbondsleidingen in Europa moeten ophouden met naar de sociaaldemocratie of de christendemocratie te kijken om een politiek alternatief aan te bieden. De officiële banden met deze patronale partijen dienen doorgeknipt. De vakbonden moeten nieuwe, strijdbare en democratische arbeiderspartijen opbouwen of nieuwe formaties bijstaan om in die zin te ontwikkelen. Dit zal de arbeiders in staat stellen om de aanvallen op hun verworvenheden te stoppen en bovendien een socialistisch alternatief bieden op de kapitalistische chaos.”

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie