Crisis in Sri Lanka houdt aan, klassenstrijd verscherpt

Op onze zomerschool was er een discussie over Sri Lanka met onder meer Dammika, een leidinggevend lid van de United Socialist Party. Er was tevens een discussie met kameraden van de Frontline Socialist Party, een brede linkse formatie die van de links-chauvinistische JVP is afgesplitst. We publiceren een artikel op basis van de commissie op de zomerschool en discussies achteraf met Dammika en Tamilactivisten uit Groot-Brittannië en ons land.

Artikel door Andrej (Antwerpen). Foto: protestactie op 15 augustus in Jaffna tegen de militaire bezetting in het noorden (Verslag van deze actie).

De druk op het regime in Sri Lanka wordt voortdurend opgevoerd, niet alleen door de onopgeloste binnenlandse conflicten die maar blijven aanhouden, maar ook doordat de wereldeconomie in een neerwaartse fase zit en de levensstandaard van grote delen van de wereldbevolking mee naar beneden trekt. Het regime onder leiding van de familie van president Rajapakse is steeds meer een dictatoriale weg op gegaan om de macht volledig in handen te houden. In regio’s waar de Tamilbevolking een meerderheid vormt, zijn de verkiezingen doorgaans een klucht. Daar geldt nog steeds de noodtoestand en heeft het leger haar greep op het dagelijkse leven steeds verder uitgebreid. In de praktijk is er een militaire bezetting waarbij het bestuur wordt bepaald door verantwoordelijken die een vreemde taal spreken, met name het Singalees. Als onderdeel van de jarenlange verdeel-en-heerspolitiek zijn er weinig mensen die zowel Singalees als Tamil spreken en begrijpen. Tamils hebben niet het recht van vrije meningsuiting, politieke vrijheid of de vrijheid om bijeenkomsten te organiseren.

Het totale gebrek aan democratische rechten, de militaire bezetting en de verschillende opeenvolgende vluchtelingenstromen als gevolg van de bloedige burgeroorlog maken dat de rol van de Tamils in het buitenland, de diaspora, erg belangrijk is. Wij proberen daar met de campagne Tamil Solidarity een rol in te spelen en richten de Tamils op de arbeidersbeweging. Zo is het belangrijk dat UNISON, een Britse vakbond met meer dan 1,3 miljoen leden, officieel steun geeft aan Tamil Solidarity.

Dat versterkt ook de moedige acties van de arbeiders en de armen in Sri Lanka. Zelfs in het noorden van het land, in Jaffna en andere steden, wordt in verzet gegaan. Dat gebeurt onder meer met de campagne van studenten en onderwijzend personeel tegen het gebrek aan middelen, het gebrek aan inspraak voor de leerplannen, de inschrijvingsgelden en de racistische en strikte examenprocedures. De overheid slaagt er niet in om onderwijs voor iedereen aan te bieden. In plaats van zich daarmee bezig te houden, wordt het studentenprotest repressief aangepakt. De prioriteiten van de regering zijn overigens duidelijk: er wordt veel meer aan defensie en leger uitgegeven. De onderfinanciering van het onderwijs zet de deur open voor een grote privatiseringsoperatie. De traditie van goedkoop en degelijk openbaar onderwijs, afgedwongen door jarenlange arbeidersstrijd, wordt nu op de helling gezet. Het onderwijs in Sri Lanka was jarenlang een uitzondering in de neokoloniale wereld, vandaag blijft er weinig van over. Het regime wil eliteonderwijs dat gemakkelijk voor de belangen van de burgerij kan ingezet worden. De onderwijshervormingen zijn volgens de regering noodzakelijk omdat ze deel uitmaken van de voorwaarden die het IMF had opgelegd bij het toekennen van de miljardenleningen waarmee onder meer de bloedige oorlog werd gefinancierd.

De studenten en het onderwijzend personeel hebben maandenlang betoogd, gestaakt en de universiteiten bezet. Dat leidde meermaals tot repressie. De regering heeft de hervormingen voor het publieke onderwijs tijdelijk opgeborgen, maar tegelijk de deur open gezet voor de komst van privaat onderwijs. Dat zal nadien worden gebruikt om het publieke onderwijs volledig uit te hollen.

Ook in de fabrieken, plantages en op het platteland zijn er protestacties, betogingen en bezettingen. De arme boeren worden hard geraakt door de economische crisis en de bijhorende stijgende voedselprijzen en onbetaalbare brandstof. De overheid maakt het erger met allerhande absurde voorstellen, zoals de verplichting om enkel nog plastieken bakken te gebruiken voor het transport van groenten, fruit en rijst in plaats van de traditionele rieten manden en zakken die nochtans beter aangepast zijn aan de slechte wegen, het verouderde transport dat bovendien soms erg moeilijk is in bergachtige gebieden. Duizenden boeren protesteerden tegen de verplichting door hun groenten en fruit op de straten uit te strooien. Het protest dwong de regering om de maatregel tijdelijk in te trekken. Maar het voorstel is niet volledig van de baan. De maatregel zou de prijzen verder de hoogte in duwen, de aankoop van de plastieken bakken zou immers doorgerekend worden in de prijzen. De regering aarzelt niet om met lege beloftes protest in de kiem te smoren. Het protest van de rijstboeren tegen de te lage prijs die ze kregen voor een kilo rijst, leidde tot een beperkte verhoging van de aankoopprijs. Maar het enorme tekort aan opslagplaats zorgde ervoor dat de boeren slechts een kleinere hoeveelheid konden verkopen, de rest moesten ze onder de prijs op de privémarkt verkopen. De boeren vragen al jaren om investeringen in opslagplaatsen en efficiëntere irrigatiesystemen. De overheid negeert dit en verklaart dat de boeren enkel maar tijdens het regenseizoen moeten produceren.

De United Socialist Party is actief in het ondersteunen van verzet, zowel in de steden als op het platteland. In onze krant berichtten we over strijdbewegingen en verdedigen we de noodzaak van arbeiderseenheid. Wij zijn een partij die in alle delen van het land actief is. Onze krant komt in twee talen uit, het Singalees en het Tamil. Na vele jaren van nationalistische verdeeldheid was er dit jaar op 1 mei een opmerkelijke gezamenlijke optocht van verschillende linkse organisaties en zowel Singalese, Tamil als moslimarbeiders in Colombo.

De verdeel-en heerspolitiek kwam tot een bloedig hoogtepunt in de eindfase van de burgeroorlog. In de laatste fase van deze oorlog werden minstens 40.000 Tamils afgeslacht, dat zijn althans cijfers die internationaal worden erkend. Er zijn nog steeds tienduizenden mensen vermist. Anderen zitten nog steeds zonder enige vorm van proces vast in openlucht gevangenissen. Duizenden vrouwen werden verkracht, verminkt en mishandeld. Drie jaar na het officiële einde van de oorlog zijn nog steeds tienduizenden wezen en alleenstaande moeders op de dool zonder enige hulp of vooruitzicht op een betere toekomst. In juli kwam een jonge Tamil, Nimalaruban, in verdachte omstandigheden om het leven in een gevangenenkamp in de buurt van Colombo. Het regime gaf geen toelating om hem in zijn dorp te laten begraven door zijn familie. Politieke activisten, waaronder de United Socialist Party, hebben hierop de begrafenis in handen genomen om ten minste respect te betuigen voor de overledene en zijn nabestaanden. Het incident toonde eens te meer de houding van het regime en het feit dat het einde van de oorlog niet tot een einde van geweld en racisme heeft geleid.

Honderdduizenden mensen verloren hun huis omdat het verwoest werd in de oorlog. De regering maakt hiervan gebruik om grote stukken grond in beslag te nemen om er militairen of mensen van andere bevolkingsgroepen te vestigen in kolonies. Dit zal de tegenstellingen niet wegnemen maar integendeel opnieuw en verregaander op de spits drijven.

De militarisering blijft niet beperkt tot het noordelijke gebied met een Tamilbevolking. Ook elders speelt het leger een steeds grotere rol. Het is geen toeval dat het leger in 2011 goed was voor een budget van 201 miljard Roepee (meer dan tijdens de oorlog!) terwijl er slechts 52 miljard Roepee naar gezondheidszorg ging en een schamele 27 miljard naar het onderwijs. Voor 2012 voorzag de begroting nogmaals 30 miljard Roepee meer voor het leger. Ondertussen is een ongeziene staatsschuld opgebouwd. Economisch kent het land een zekere groei, maar onvoldoende om de levensstandaard te verbeteren. Bovendien is de belangrijkste bron van inkomsten uit het buitenland niet de export van thee of textiel, maar het geld dat dat de 1,3 miljoen vrouwen en meisjes die als huisslaaf in het Midden-Oosten werken naar huis sturen. De kapitalisten in Sri Lanka kunnen met de steun van China, Rusland, India, de VS en Europa enorme winsten boeken, terwijl de overige 99% van de bevolking steeds meer armoede en miserie kent.

Dat leidt tot verzet en politieke discussie. Ook binnen de links-chauvinistische JVP (Volksbevrijdingsfront) was er discussie. Deze formatie was begin jaren 1970 opgezet en kon al gauw een massale aanhang verkrijgen, onder meer omdat het verraad van de Lanka Sama Samaja Party (LSSP, een traditionele arbeiderspartij met een sterk socialistisch verleden) daar ruimte toe liet. De afgelopen jaren lag de klemtoon van de JVP steeds meer op het chauvinisme en minder op de ‘marxistische’ retoriek die voorheen in eerder maoïstische traditie werd gehanteerd. Op chauvinistisch vlak is de JVP echter voorbijgestoken door het regime en de ‘linkse’ partijen die de regering ondersteunen (de communistische partij en de restant van de LSSP). Een deel van de JVP probeerde een bilan van de partij op te maken en splitste zich af in de FSP, de Frontline Socialist Party. Deze partij wil zich internationalistisch profileren en verenigend met een werking onder zowel Singalezen als Tamils. Het regime staat niet bepaald positief tegenover de ontwikkeling van een nieuwe linkse partij. Nog voor de nieuwe partij officieel was opgericht, werden twee leiders opgepakt. Ze waren ontvoerd en pas na grote druk, ook vanwege onze internationale organisatie, ‘terug gevonden’. De twee waren met een witte bestelwagen afgevoerd – een traditionele methode van politieke afrekeningen door het regime. Ze werden langs de kant van de weg terug gevonden en vertoonden tekenen van martelingen. Partijleider Kumara Gunaratnum werd hierop naar Australië gedeporteerd.

In onze strijd voor gerechtigheid mogen we geen enkele illusie hebben in de VN, India of andere kapitalistische instellingen en machten. Ook de gevestigde politici in het Indische Tamil Nadu zijn meer bezig met het vullen van de eigen zakken dan met het lot van de Tamils in Sri Lanka. Er wordt hoogstens in woorden voor die Tamils opgekomen – dat levert electoraal immers op aangezien een grote meerderheid van de gewone bevolking in Tamil Nadu wel sterk meeleeft. Linkse organisaties die illusies hebben of in stand houden tegenover gevestigde politici in Tamil Nadu maken een cruciale fout – concreet is dat een kritiek die wij hebben op de NSSP (verbonden met het Verenigd Secretariaat van de Vierde Internationale). De linkse militanten in Sri Lanka en elders moeten de tradities van de socialistische beweging terug opbouwen. Dat is de enige manier om op basis van onze eigen krachten, die van de arbeiders en armen, tot echte verandering te komen. De Tamildiaspora kan daar een actieve rol in spelen door aansluiting te vinden bij arbeidersstrijd in de landen waar ze verblijven en daar de socialistische bewegingen te versterken. Er is nood aan nieuwe linkse massapartijen die het recht op zelfbeschikking erkennen vanuit een internationalistisch standpunt. Daartoe moeten we ingaan tegen het kapitalistische systeem van uitbuiting en onderdrukking om het te vervangen door democratisch socialisme. Enkel door de internationale gemeenschap van de 99% te organiseren, kunnen we dat realiseren.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie