In 2017 kondigde de Saoedische kroonprins Mohammad bin Salman al-Saoed het project aan voor de bouw van Neom, een gloednieuwe stad die uit het niets zou opgetrokken worden. Neom moest een glimp van de toekomst geven. Financiële beperkingen waren daarbij van geen tel. De Saoedische olie-inkomsten zouden daar wel voor zorgen. Ondertussen blijkt dat dit niet volstaat om de tegenstellingen en de rottigheden die eigen zijn aan het kapitalisme te overstijgen. Integendeel. Het project doet wat ‘utopisch kapitalistisch’ aan, maar de onderdrukkende en uitbuitende realiteit van het kapitalisme haalt de utopie in.
Het project wordt gekenmerkt door onveilige werkomstandigheden waarbij al heel wat doden vielen. Er is sprake van toxisch management waarbij dubieuze managers openlijk erkennen dat ze hun personeel als slaven drijven. Managers komen in opspraak wegens racisme en seksisme. Er is sprake van enorme corruptie. Het project wordt ingezet in het kader van geopolitieke belangen, zo is het onderdeel van de normalisatie van de relaties tussen het dictatoriale Saoedi-Arabië en het extreem onderdrukkende Israëlische regime. Ook al blijft de kroonprins met geld gooien, het resultaat is geen harmonieuze nieuwe stad maar een opeenstapeling van alle rottigheid van het kapitalisme.
Het begon natuurlijk al met het opzet op zich. De bouw van een nieuwe stad was geen initiatief van de lokale bevolking, maar een prestigeproject van de kroonprins. De oorspronkelijke Howeitat-stam werd van het gebied verjaagd en vervolgd. Het doel was niet om de Saoedische bevolking een betere toekomst te bieden of om iets te doen aan de armoede waarin naar schatting 20% van de bevolking leeft. Neen, het doel was om de Saoedische economie te diversifiëren waarbij er in Neom een eigen kader van belasting- en arbeidswetten zou heersen gekoppeld aan een autonoom rechterlijk systeem. Kortom, de uitbuiting van de werkende klasse zou gediversifieerd worden. Het wordt voorgesteld als een project dat volledig klimaatneutraal zou zijn, maar de financiering komt uit olie-inkomsten. De leiding van het project is opgedragen aan managers die elders van corruptie beschuldigd worden of die zich erg toxisch opstellen.
De kosten van het project zijn nog voor de oplevering ervan bijna drie keer zo hoog als het destijds voorziene budget van 500 miljard dollar. Tegelijk is de voorziene omvang van het hoogtepunt van de stad, een kilometerlange horizontale wolkenkrabber, teruggebracht van een project voor 1,3 miljoen inwoners tot nog ongeveer 300.000 mensen.
Een manager klaagde recent over het feit dat er een vergadering gepland was op een zondagavond. Die vergadering werd bijeengeroepen na de dood van drie arbeiders. De manager klaagde niet alleen over de vergadering, hij koppelde dit aan racistische opmerkingen over de arbeiders van Aziatische afkomst. Daarmee werd de verantwoordelijkheid voor de dodelijke ongevallen naar de slachtoffers doorgeschoven. Eerder had dezelfde manager seksisme en racisme gecombineerd in een aanvaring met een zwarte vrouw van westerse afkomst. Dit raakte enkel bekend omdat het slachtoffer erover klaagde bij de personeelsdienst.
Ondanks investeringen in marketing rond het project waarbij mooie doelstellingen werden voorgesteld als de kern ervan, blijft het een kapitalistische onderneming gericht op de economische positie van de Saoedische dictatuur gekoppeld aan prestige en een geopolitieke positionering, die eveneens de economische belangen van de Saoedische kapitalisten en hun vertegenwoordigers dienen. Public Relations nemen de onderliggende productieverhoudingen niet weg en dus evenmin de elementen van uitbuiting en onderdrukking die daar eigen aan zijn. Alle oude troep die verbonden is met het kapitalisme kan je niet weg masseren met communicatiemanagers. Het vergt iets anders: een einde maken aan het kapitalisme.