“Mieren tussen de olifanten.” Meeslepend boek over impact van onderdrukking en strijd ertegen

Het boek “Ants among elephants” van Sujatha Gidla werd me op de internationale zomerschool van LSP afgelopen juli door een spreker uit India aangeraden als een kennismaking met de dagdagelijkse impact van kastenonderdrukking. Vanuit een Westers perspectief is het niet evident om te begrijpen hoe diepgaand kastenverschillen in de Indische samenleving ingebakken zijn. Er is nuttige lectuur om er een breder beeld van te krijgen. Zo is er de straffe en uitgebreide inleiding van Arundhati Roy op een heruitgave van ‘Annihilition of Caste’ van Ambedkar, een boek en een activist die een grote stempel drukten op het verzet tegen kastenonderdrukking.

Door Geert Cool

Dit boek van Sujatha Gidla uit 2018 heeft een andere invalshoek. Het vertrekt van het dagelijks leven van de moeder en ooms van de auteur, die zelf in de VS ging studeren en werken. Daar werd ze aangemoedigd om het verhaal van haar familie te brengen. Het is meeslepend en schokkend tegelijk. Het is schokkend om te zien hoe sterk kastenachtergrond een bepalende rol speelt in alle onderdelen van het dagelijkse leven. Van waar iemand mag wonen tot wat iemand eet of de kledij die je mag dragen. Scholieren en studenten sluiten uit op basis van kastenachtergrond. Een gemengd huwelijk is uit den boze, of gaat gepaard met de noodzaak om naar elders te vluchten. Ontsnappen is nochtans geen echte optie, tot vandaag word je vaak direct en open naar je kastenachtergrond gevraagd. Hoe kan je beter het dagelijkse karakter van onderdrukking en geweld beschrijven dan met het relaas van het dagelijkse leven?  

Voor activisten is er ook een interessante insteek omtrent politieke strijd. De oom van Sujatha Gidla was een gekende communistische militant. Haar moeder had eveneens sympathie voor die strijd en zelf was de auteur een tijdlang actief in maoïstische kringen. Haar oom werd politiek actief ten tijde van de onafhankelijkheid van India. In de antikoloniale strijd werden verschillen inzake afkomst regelmatig overstegen, maar na de onafhankelijkheid was de hiërarchie verstikkend. Als christelijke Dalit werd de oom van Sujatha gezien als minderwaardig, zelfs indien hij gestudeerd had. Het duurde lange tijd vooraleer hij in de communistische partij werd toegelaten en ook binnen die partij bleven kastenverschillen steeds een belangrijke rol spelen. De partijleiders waren steevast van de hoogste kasten. Dat was niet anders toen een op het eerste gezicht radicaler deel van de Communistische Partij afsplitste op een pro-Chinese koers. En het was evenmin anders binnen de maoïstische guerrilla waar de oom van Sujatha een tijdlang een prominente rol speelde. Anderzijds kant brengt het boek tal van hartverwarmende voorbeelden van solidariteit onder de meest onderdrukten. Dat potentieel kon links nooit optimaal benutten omdat het zelf niet scherp was in het verzet tegen alle vormen van onderdrukking.

Vanuit een afkeer tegen het systeem en geïnspireerd door de grote boerenrevolte in 1946-48 tegen het dictatoriale bewind van de heerser in de prinselijke staat Hyderabad in de regio Telangana, was er een focus op guerrilla. Dat werd gezien als radicaler dan de gematigde koers van de officiële communisten die vooral uit waren op akkoorden met de gevestigde orde. Die boerenrevolte van 1946-48 is op zich een boeiende episode in de Indische klassenstrijd. Het was een massale opstand van onderuit met een erg brede steun. De communisten speelden er een belangrijke rol in omdat ze voortgestuwd werden door de massa’s, niet omdat ze zelf een strategie hadden. Een deel van het establishment koos de kant van de opstand en van de communisten om zo de prins af te zetten en het gebied in India te integreren om de eigen macht te vergroten. In de opgaande fase van de strijd, waarbij de boeren tot 4000 dorpen zelf bestuurden, verdwenen elementen van onderdrukking iets meer naar de achtergrond. De strijd eindigde met een inval van het Indische leger na de annexatie van Hyderabad en de arrestatie van heel wat communistische leiders.

De benadering van de verschillende linkse partijen waar de oom van Sujatha Gidla toe behoorde, was steeds dezelfde. Kastenonderdrukking werd als een bijkomende vorm van onderdrukking gezien, terwijl klasse allesbepalend was. Het stoppen van de klassenonderdrukking zou automatisch een einde maken aan kastendiscriminatie. Over andere vormen van onderdrukking, zoals seksisme, werd nog minder nagedacht. Dat is een erg beperkende visie vanuit een schematisch beeld. Het kastenonderscheid – waarbij je op basis van afkomst en historische beroepsgroep op een hiërarchische positie wordt geplaatst – was dan wel nauw verbonden met pré-kapitalistische vormen van samenleven, maar werd gretig overgenomen en versterkt onder eerst het koloniale kapitalisme en na de onafhankelijkheid onder het neokoloniale kapitalisme. De weigering om strijd tegen het kastenstelsel consequent te voeren en de minimalisering van het belang ervan, onder meer door in de eigen leiding enkel Brahmanen en andere hogere kasten op te nemen,  heeft het marxisme en het communisme op dat vlak een kwalijke reputatie bezorgd in India. Als Arundhati Roy op die basis het ‘marxisme’ aanvalt in haar tekst over kastenonderdrukking, kan je als consequente marxist enkel maar sympathie hebben voor Roy. Wat ze bekritiseert, is een karikatuur van marxisme en communisme die een essentieel onderdeel van het emancipatorische karakter ervan ontkent.

Deze bedenkingen doen ons afdwalen van het boek van Sujatha Gidla. Vanuit een beschrijving van het dagelijkse leven en de strijd van haar familie concretiseert ze het overheersende belang van kastendiscriminatie en de samenhang ervan met andere vormen van onderdrukking. Ze brengt geen geromantiseerd beeld van hoe onderdrukten met hun onderdrukking en elkaar omgaan. Soms doet het boek aan als fictie, omdat het zo sterk gefocust is op enkele merkwaardige levenslopen. Het blijft echter non-fictie. Sujatha Gidla vertelt enkel het leven zoals het was, en vaak nog steeds is. Dat is ook de boodschap van Arundathi Roy op de achterflap: “Dit is een cruciaal en ontluisterend boek. Sujatha Gidla vertelt het zoals het is. Ze rukt het vrome masker af van een samenleving die onrecht en onmenselijkheid institutionaliseert in de naam van oude cultuur en religieuze praktijken. We hebben bibliotheken vol boeken als de hare nodig.” Beter kunnen wij dit boek niet aanbevelen!

Delen:
Printen:
Voorpagina van De Linkse Socialist