De lava van de vulkanische volksopstand die op 5 augustus de autocratische heerser Sheikh Hasina in Bangladesh ten val bracht, schroeit nog na. Hasina’s vertrek, het hoogtepunt van een heldhaftige en onverschrokken studentenopstand, heeft revolutionaire energie vrijgemaakt en enorme hoop op verandering gewekt. Maar verschillende krachten spannen samen om deze hoop te smoren door ze in te dammen binnen het systeem dat Hasina en het verafschuwde regime van de Awami League heeft gevoed.
Door Serge Jordan
Veel commentatoren hebben zich gehaast om het verhaal te spinnen dat Hasina’s regime weliswaar zeer ondemocratisch was geworden, maar dat het grote economische successen had geboekt. Alsof de massale opstand, geboren uit de welig tierende werkloosheid en extreme corruptie, niet net had plaatsgevonden; alsof de politie minder dan een jaar geleden niet massaal textielarbeid(st)ers had neergeschoten en gearresteerd die protesteerden tegen de hongerlonen. Alsof bijna 30% van de bevolking niet te kampen had met ernstige voedselonzekerheid.
De nieuwe 17 leden tellende voorlopige regering, geleid door voormalig Nobelprijswinnaar Muhammad Yunus, werd samengesteld op aandringen van de leiders van ‘Studenten tegen Discriminatie’, het platform dat de studentenprotesten leidde.
Aan de ene kant weerspiegelt de bereidheid van het leger en het bureaucratische establishment om een door vertegenwoordigers van de opstand gekozen persoon als het nieuwe boegbeeld van het land te aanvaarden, de enorme maatschappelijke impact en druk van die beweging. Bovendien vond de militaire leiding het te riskant om direct de macht te grijpen. De massa’s waren niet in de stemming om hun strijd te laten gijzelen door een militaire machtsovername – een gevoel dat is gevormd door Bangladesh’s geschiedenis van militair bewind en staatsgrepen – en de generaals begrepen dat een dergelijke stap het vuur van de massabeweging gemakkelijk opnieuw kon aanwakkeren.
Aan de andere kant komt deze toegeving ook voort uit het feit dat Yunus, als neoliberale multimiljonair met IMF-aandacht, een veilig paar handen is voor het kapitalisme – met de toegevoegde bonussen dat hij door zijn vervolging door het regime van Hasina sympathie van de protesterende jongeren aantrekt en zichzelf presenteert als iemand die boven de strijd van de ‘partijpolitiek’ staat. Deze laatste houding past bij het wijdverspreide wantrouwen tegenover alle gevestigde politieke partijen, inclusief de belangrijkste oppositiegroeperingen, de rechtse BNP (Bangladesh Nationalist Party) en Jamaat-e-Islami.
De studentenleiders hebben gekozen voor een strategie van positieve betrokkenheid bij het nieuwe interim-bestuur. Maar hoewel er kritiek is op het vorige autoritaire regime, is deze regering georkestreerd onder militair toezicht, toont ze geen enkele neiging om de belangen van het grootkapitaal op welke manier dan ook aan te vechten en heeft ze geen enkele organische band met de sociale krachten die hebben gevochten en offers brachten om de oude orde omver te werpen. In deze omstandigheden is de benoeming van twee jonge universiteitsstudenten als ministers van het kabinet slechts een symbolisch gebaar, omdat ze zullen worden gereduceerd tot pionnen in een team dat van plan is de massabeweging te temmen en de kapitalistische status quo te handhaven onder het mom van het herstellen van “het vertrouwen van investeerders”.
De oude structuren omverwerpen
Hoewel er een afwachtende houding ten opzichte van Yunus heerst, met de hoop dat hij resultaten zal boeken, zijn de mobilisaties niet verdwenen zelfs indien ze minder intens zijn. Studenten en werkende mensen blijven vastbesloten om de overblijfselen van het vroegere regime te ontmantelen. Ze eisen niet alleen dat de moordenaars van de betogers berecht worden, maar komen ook in verschillende sectoren samen om het staatsapparaat, de overheidsadministratie en privé-instellingen te zuiveren van Awami League-getrouwen die betrokken waren bij de bloedige onderdrukking van de opstand en bij corruptie in het verleden.
De rechterlijke macht is schoongeveegd van de opperrechter en zes rechters van de Appellate Division die medeplichtig waren aan het oude regime, nadat honderden demonstranten het Hooggerechtshof hadden omsingeld. De gouverneur van de centrale bank van Bangladesh is afgetreden nadat het hoofdkantoor van de bank was bestormd door betogers, en werknemers van verschillende particuliere banken eisen dat directeuren die banden hebben met de regering van de Awami League worden ontslagen. Ten minste 18 vicekanseliers van openbare universiteiten zijn sinds de afzetting van Hasina op straat gezet als gevolg van voortdurende studentenmobilisaties. De voorzitter van de National Board of Revenue en de directeur-generaal van de ‘Shilpakala Academy’ (openbaar nationaal cultureel centrum van Bangladesh) werden ook gedwongen ontslag te nemen. De inspecteur-generaal van de politie werd ontslagen en aan de top van het politiekorps zijn pogingen ondernomen om de politie een nieuwe naam te geven, want zelfs agenten in lagere rangen protesteerden en eisten dat de hogere functionarissen die opdracht hadden gegeven tot het neerschieten van betogers voor de rechter worden gebracht.
Deze voortdurende strijd om vriendjes van het oude regime en corrupte ambtenaren weg te vegen moet dieper gaan. Het probleem kan niet worden opgelost door alleen maar een paar rotte appels te verwijderen, hoe belangrijk dat ook is. De diepgewortelde structuren die een uitbuitend en onderdrukkend systeem in stand houden, moeten worden afgebroken en vervangen door structuren die de meerderheid dienen. Democratisch gekozen comités van arbeiders en studenten, met vertegenwoordigers die volledige verantwoording verschuldigd zijn en teruggeroepen kunnen worden door degenen die hen gekozen hebben, moeten de macht krijgen om het voortouw te nemen in deze transformatie.
Dit is ook belangrijk om te voorkomen dat nieuwe ambtenaren van bovenaf worden geparachuteerd door de nieuwe niet-gekozen regering, in plaats van dat ze voortkomen uit een mandaat van het volk. Op maandag 19 benoemde de regering bijvoorbeeld willekeurig bestuurders voor 61 districtsraden in het hele land, omdat de oorspronkelijke voorzitters en burgemeesters van de districtsraden en gemeenten waren ondergedoken na de afzetting van Hasina. In plaats daarvan zou de beweging ervoor moeten pleiten dat inwoners samenkomen en hun eigen lokale raden kiezen, die bestaan uit vertegenwoordigers die wonen, werken en strijden binnen hun gemeenschap. Deze raden zouden kunnen dienen als open democratische forums waar de bewoners kunnen beraadslagen en vertegenwoordigers kiezen die echt hun belangen en zorgen weerspiegelen.
Een uitgebreid netwerk van comités en raden, verbonden op nationale schaal, zou de ruggengraat kunnen vormen van een regering die uit de opstand voortkomt, die de politieke macht van de kapitalistische staatsmachine trotseert en uiteindelijk in handen legt van het revolutionaire volk. Dit klinkt misschien als een onmogelijk voorstel, maar het grote aantal volksinitiatieven dat in de stroom van de massabeweging werd ondernomen – waaronder het dagenlang handhaven van de openbare orde in de stad Dhaka bij afwezigheid van de politie – toont het potentieel van de jongeren en het werkende volk van Bangladesh om openbare zaken effectief te regelen.
Revolutie betekent breuk, geen continuïteit
Dit is het moment voor alle delen van de arbeidersklasse en de onderdrukten om hun eisen en aspiraties te laten gelden.
Vrouwen, die het voortouw namen in de beweging en ook de ruggengraat vormen van de strategische textielsector, hebben hun eigen specifieke verwachtingen. Hun stemmen zullen, net als die van alle onderdrukte lagen van de samenleving, van vitaal belang zijn bij het bepalen van de richting van de beweging. Vorige week vrijdag marcheerden duizenden onder de vlag ‘Awaaz Tolo Nari’ (Verhef je stem, vrouwen) op de universiteit van Dhaka, uit solidariteit met de aanhoudende protesten tegen de verkrachting van en moord op een vrouwelijke arts in opleiding in Kolkata, India, en met verkrachtingsslachtoffers wereldwijd. Studenten hielden een “Occupy the Night”-programma en eisten een eerlijk onderzoek en gerechtigheid voor elke verkrachtingszaak in Bangladesh na de massale opstand. Deze inspirerende daad van grensoverschrijdende solidariteit onderstreept niet alleen de gedeelde strijd en de onderling verbonden onderdrukking waar de mensen in Bengalen en India mee te maken hebben; het moedigt Bengaalse vrouwen ook aan om te vechten voor veiligheid en gelijkheid, en om gendergeweld, seksisme en patriarchaat in hun eigen land aan te pakken.
De opstandige massa’s, in al hun diversiteit, moeten hun toekomst vormgeven door hun eigen collectieve actie; ze moeten ernaar streven om vanuit de beweging een revolutionair leiderschap op te bouwen en hun hoop niet vestigen op ongekozen politici die, ondanks dat ze beweren in hun naam te spreken, geen actieve rol in de opstand speelden.
Yunus mag dan wel spreken van een “tweede revolutie”, maar deze retoriek klinkt hol als je het vergelijkt met zijn beloften voor continuïteit in de kledingindustrie. “We zullen geen enkele poging tolereren om de wereldwijde kledingketen, waarin wij een belangrijke speler zijn, te verstoren”, zei hij. Dit is in feite een belofte om het systeem in stand te houden dat werkenden onderwerpt aan meedogenloze uitbuiting, zodat het lijden van de arbeiders onaangetast blijft en de winsten van multinationale merken onaangetast blijven.
Dit staat in schril contrast met de noden van de werkenden in de kledingindustrie, die van de overgangsregering een verdubbeling van het minimumloon eisen, kinderopvang voor de kinderen van de werkenden, uitbreiding van het betaalde zwangerschapsverlof tot zes maanden, klachtencommissies voor seksuele intimidatie in fabrieken, het recht om vakbonden op te richten en gerechtigheid voor degenen die gedood of gewond raakten tijdens de protesten.
Hoewel de interim-regering onder druk en uit angst voor een breder verzet misschien beperkte stappen zal zetten om de illusie van verandering te creëren, zal deze regering onvermijdelijk op ramkoers komen met de arbeidersklasse. Je kunt niet tegelijkertijd de dorst van de werkenden naar een transformatie van hun leven bevredigen en de winsten van sweatshop-eigenaren en grote bedrijven veiligstellen.
Op dezelfde manier kunnen de talloze sociale problemen van het land niet worden opgelost door vast te houden aan de besparingsdictaten van het IMF – die Yunus op geen enkele manier in twijfel heeft getrokken. Zoals de Bengaalse schrijver en politiek analist Farid Erkizia Bakht opmerkte: “Economisch beheer onder strikte IMF-besparingsbeperkingen zal hem vastzetten.”
De massa’s moeten hun eigen koers uitstippelen door middel van strijd, revolutionair initiatief en onafhankelijke politieke organisatie. Recente gebeurtenissen lieten zien dat elke toegeving of terugtrekking van de heersende klasse kwam toen ze de hete adem van de revolutie in hun nek voelden. Het was niet de rechtschapenheid van generaal Waker-Uz-Zaman die Hasina uit de macht duwde, maar het verzet van jonge officieren en soldaten die weigerden de handhavers te zijn van haar afbrokkelende bewind. De ontbinding van het parlement was geen geschenk van de president, maar een direct resultaat van de bevolking die de straten overspoelde en het eiste. Het zijn niet Yunus’ oproepen tot harmonie en eenheid die de aanvallen op de minderheden hebben beteugeld, maar de initiatieven die vanaf de basis zijn genomen door studenten en gewone Bangladeshi’s, die nachtelijke buurtwachtgroepen vormden om religieuze minderheden te beschermen en vrijwilligers opstelden voor de huizen, winkels en tempels van Hindoes.
Ondanks haar beloften kan en zal de interim-regering niet de diepgaande veranderingen doorvoeren die nodig zijn om de onderliggende oorzaken van de opstand aan te pakken. Het is de collectieve kracht van de massa’s, georganiseerd in democratische en transparante structuren, die deze revolutionaire verandering moet aandrijven. Om de toekomst waar het volk van Bangladesh voor vecht echt veilig te stellen, moet deze strijd worden uitgerust met een programma dat resoluut breekt met het kapitalisme, het systeem dat meervoudige en verergerende crises veroorzaakt en soortgelijke sociale opstanden in verschillende delen van de wereld aanwakkert.
Kapitalisme is ook de belangrijkste aanjager van klimaatverandering, waardoor extreme weersomstandigheden steeds vaker voorkomen en intenser worden. Bangladesh is een van de kwetsbaarste landen voor dit fenomeen. De aanhoudende overstromingen in het zuidoosten, waardoor 3 miljoen mensen zijn gestrand en honderdduizenden zonder elektriciteit zitten, zijn slechts de laatste in een reeks verwoestende overstromingen die het land dit jaar hebben getroffen. Deze situatie zal alleen maar verergeren zolang dit door winst gedreven systeem overeind blijft.
De hieronder beschreven eisen, waarover we graag feedback ontvangen, zijn naar onze mening essentiële stappen in de richting van de revolutionaire socialistische transformatie die nodig is om de onafgemaakte taken van de opstand in Bangladesh te vervullen:
- Onmiddellijke gerechtigheid en verantwoording voor de moorden op betogers, gepaste compensatie voor de families van de martelaren en gratis medische behandeling voor alle gewonden.
- Afschaffing en ontbinding van het moorddadige Rapid Action Battalion (RAB) en alle paramilitaire liga’s en groepen die banden hebben met de voormalige regeringspartij.
- De uitlevering van Sheikh Hasina en andere voortvluchtige leden van de Awami League eisen van India zodat ze in Bangladesh kunnen berecht worden.
- Geen vertrouwen in de interim-regering en in elke regering die gebaseerd is op kapitalisme, noch in politieke organisaties die niet onderworpen zijn aan de democratische controle van de massa’s.
- Verkiezing van een grondwetgevende vergadering via een vrij en democratisch proces met vertegenwoordiging van alle geledingen van de samenleving, met uitsluiting van degenen die betrokken zijn bij de onderdrukking en uitbuiting van het Bengalese volk.
- Doorvoeren van maatregelen van prijscontrole van onderuit om de grondstofprijzen te reguleren; invoeren van een leefbaar loon in alle sectoren en het aanpassen van alle lonen aan de kosten van levensonderhoud.
- Creatie van jobs voor werklozen door de werkweek te verkorten zonder de lonen te verlagen.
- Stop investeringen in megaprojecten met twijfelachtige voordelen voor de armen; heroriënteer middelen naar de basisbehoeften van mensen, essentiële openbare diensten zoals gezondheidszorg en onderwijs, en infrastructuurprojecten die sociaal nuttig zijn en het milieu respecteren.
- Inbeslagname van alle bezittingen van Sheikh Hasina’s familie en trawanten van de Awami League.
- Open de boeken voor inzage door arbeiders en studenten, om winstbejag en corruptie in alle openbare en particuliere instellingen openbaar te maken en uit te bannen.
- Strenge maatregelen nemen om de kapitaalvlucht en het witwassen van geld een halt toe te roepen – de enorme rijkdommen terugvorderen die in het buitenland zijn witgewassen door oligarchen die banden hadden met het vorige regime.
- Vorm comités van de opstand in alle werkplaatsen, scholen, hogescholen, universiteiten en buurten. Deze comités moeten met elkaar verbonden worden, zodat er een netwerk ontstaat dat als basis dient voor een toekomstige revolutionaire regering die trouw blijft aan de aspiraties van de opstand.
- De kledingindustrie, banken, energie, telecommunicatie en andere belangrijke sectoren van de economie onder publiek eigendom en arbeiderscontrole brengen, met het oog op een reorganisatie van de economie op basis van democratische planning.
- Communautaire verdeeldheid, vervolging en aanvallen op religieuze en etnische minderheden verwerpen; gelijke rechten voor iedereen handhaven, ook voor Bengaalse hindoes en Rohingya-vluchtelingen.
- Verzet tegen bemoeienis en inmenging van alle buitenlandse mogendheden. Weiger de woekerrentes op buitenlandse schulden en de schadelijke besparingsdeals met het IMF.
- Voor internationale solidariteit met alle werkenden en onderdrukten in strijd. Steun de opstand in Bangladesh en de beweging van dokters, vrouwen en jongeren in India tegen gendergerelateerd geweld.
- Voor wereldwijde strijd tegen het kapitalisme en het imperialisme, voor een socialistisch Bangladesh en een socialistische wereld.