Deze zomer publiceren we elke woensdag een artikel door een van de klassieke marxistische theoretici (Marx, Engels, Lenin, Zetkin, Trotski, Luxemburg …). Het gaat om teksten die nuttig zijn voor activisten vandaag, niet enkel vanuit historisch oogpunt maar als bijdrage aan inzichten in de strijd voor verandering vandaag.
Karl Kautsky, de ‘paus van de Internationale’ voor de Eerste Wereldoorlog, haalde fors uit naar de bolsjewieken en de Russische Revolutie. Hij verweet hen een dictatoriaal beleid te voeren. Lenin antwoordde met zijn brochure ‘De proletarische revolutie en de renegaat Kautsky’. Ook Zetkin schreef een reactie, wellicht in 1919 of zelfs nog in 1918. In 1926 verscheen een Engelse vertaling die als basis diende voor de online versie op marxists.org die we voor deze uitgave vertaalden.
Noot over de vertaling. In het toenmalig taalgebruik had het woord ‘dictatuur’ de betekenis van ‘heerschappij’, zonder alle negatieve connotatie die er vandaag mee verbonden is. Wij vertalen daarom ‘dictatuur van het proletariaat’ vandaag door ‘arbeidersheerschappij’. Dat staat dichter bij de oorspronkelijke betekenis.
In een recent artikel getiteld “Democratie versus Dictatuur” heeft kameraad Kautsky zich uitgesproken tegen de heerschappij van de werkenden en de boeren zoals die in Rusland is ingesteld door de omverwerping van het staatsgezag door de bolsjewieken. Hij sprak zijn afkeuring uit over de opvattingen van socialisten die beweren dat deze heerschappij/dictatuur onder de huidige omstandigheden historisch gerechtvaardigd is. In wezen zijn de opvattingen van Kautsky dezelfde als die van de mensjewistische kameraad Martov in zijn recente publicatie ‘Marx en het probleem van de arbeidersheerschappij’. Hierbij mijn antwoord op Kautsky’s kritieken op de bolsjewieken.
Bolsjewisme en de sterke hand
Het gebruik van de sterke hand is het wezenlijke kenmerk van de bolsjewistische activiteit. Dit is niet ideaal, maar onvermijdelijk. Het kan in strijd zijn met de voorschriften van de democratie, en toch dient het de belangen van de democratie. Wil de democratie voor allen die in Rusland leven een socialistische werkelijkheid worden die energie geeft, dan kunnen de bolsjewieken niet ontkomen aan de noodzaak om, bij wijze van voorbijgaande maatregel, de rechten van bepaalde individuen en van bepaalde maatschappelijke groepen op te offeren. Dat dit moet gebeuren is een onvermijdelijk kenmerk van de historische evolutie. Democratie is van tweeërlei aard, zij is tegelijkertijd middel en doel van de historische evolutie. Als einde of doel van de historische evolutie kan zij in conflict komen met zichzelf als middel van de historische evolutie. De heerschappij van de werkende klasse en de boerenstand in Rusland draagt de insignes van deze tegenstrijdigheid. Klagende stemmen uit Rusland, de kritiek van de tegenstanders van het bolsjewisme in andere landen, verzekeren ons dat de bolsjewieken, sinds zij aan de macht zijn gekomen, overal de democratische beginselen hebben geschonden en opgeofferd. De democratie, zo zegt men ons, is herhaaldelijk buitenspel gezet: bij de ontbinding van de grondwetgevende vergadering; bij de in de sovjet-grondwet aangekondigde beknotting van de burgerrechten; en bij de afkondiging van de massaterreur. Ongetwijfeld! Maar had de revolutie zonder dergelijke inbreuken gered kunnen worden, had zij een etappe verder kunnen gaan, hadden de revolutionairen verder kunnen werken aan het socialisme, dat de enige waarborg is van democratie voor allen? Dit is de cruciale vraag, en voor mij is het antwoord vanzelfsprekend, gezien de omstandigheden waarin de Russische revolutie zich heeft afgespeeld.
Ontbinding van de grondwetgevende vergadering
Ik ben van mening dat de ontbinding van de grondwetgevende vergadering, verre van een opoffering van de democratie was maar de democratie juist doeltreffender heeft gemaakt. Ongetwijfeld was deze vergadering gekozen op basis van een democratisch kiesrecht, maar de verkiezingen hadden plaats voordat de burgerlijke woorden en het burgerlijk-socialistisch compromisprogramma hun aantrekkingskracht op brede lagen van de werkenden hadden verloren. Ze vonden plaats voor het beslissende historische moment waarop de oktoberrevolutie en de aanvaarding van de sovjet-regering door de georganiseerde arbeiders, boeren en soldaten, in de feiten de programma’s van de eerste fasen van de revolutie en van de partijen die deze programma’s naar voren brachten hadden veroordeeld als onvolledig en onaangepast. Hieraan moet worden toegevoegd dat tijdens de beginperiode de economische en sociale macht van de bezittende klassen nog voldoende was om aanzienlijke invloed uit te oefenen op de verkiezingsresultaten. De grondwetgevende vergadering kon onmogelijk worden beschouwd als een niet-vervalste uiting van de meningen en de wil van de arbeiders. Voor zover er in Rusland sprake kan zijn van een volkswil, was die wil ontegenzeggelijk vervat in de besluiten van de sovjets. Moest de sovjet-regering afstand doen van haar werkelijke macht ten gunste van de wilsdemocratie van de grondwetgevende vergadering? Moest de sovjet-regering het werk van de revolutie toevertrouwen aan handen van de burgerij, aan handen die stonden te popelen om deze weerbarstige indringer vast te binden, ja zelfs te wurgen? Of moest de macht worden overgedragen aan de sociaal-revolutionairen, die te zwak waren gebleken om de revolutie te beschermen? Zo’n stap zou niet minder dwaas dan misdadig zijn geweest.
Revolutionaire wijn en parlementaire flessen
Er is nog een ander punt te overwegen. De revolutie had haar voortgang niet tot stilstand gebracht bij het doel van een burgerlijke revolutie. Zij was dat doel ontstegen en had de titanische gestalte van een arbeidersrevolutie onthuld, van een revolutie die gericht was op socialistische reorganisatie. Hadden zij het parlementarisme aanvaard, dan hadden de bolsjewieken een instelling aanvaard, die, hoe belangrijk ook, van zeer beperkte waarde is. Het gaat om een instelling die zelfs in tijden van vreedzame ontwikkeling duidelijk ontoereikend is gebleken voor de behoeften van de arbeidersstrijd voor emancipatie. Het is een instelling die, aangepast aan de eisen van de kapitalistische orde, noodzakelijkerwijs tekortschiet in de behoeften van hen die deze orde willen omverwerpen. Het valt niet te ontkennen dat de arbeidersklasse alle voordelen moet ontlenen die aan parlementaire instellingen te ontlenen zijn. Maar het parlement is één van die staatsinstellingen die een overwinnende arbeidersklasse niet zomaar kan overnemen en voor zijn eigen doeleinden gebruiken. De nieuwe revolutionaire wijn mag niet in oude flessen worden gegoten. Vanuit dit gezichtspunt was het bolsjewisme zeker gerechtvaardigd om de grondwetgevende vergadering te vervangen door de sovjets, om de activiteit van een beslissende en wetgevende vergadering te vervangen door de activiteit van organisaties op de breedst mogelijke democratische basis en tegelijkertijd wetgevend, bestuurlijk en uitvoerend zijn.
Voorlopige arbeidersheerschappij
Het valt niet te ontkennen dat de door de sovjet-grondwet geschapen democratie onvolledig is; het is onbetwistbaar dat daardoor grote groepen personen van het kiesrecht zijn uitgesloten. Maar de critici schijnen te vergeten dat deze uitsluitingen slechts voorlopig zijn, dat zij slechts gehandhaafd zullen worden gedurende de periode waarin de heerschappij van de arbeiders en boeren voortduurt en moet voortduren. De grondwet laat hierover geen twijfel bestaan. De ontbinding van het oude Rusland en de komst van het nieuwe Rusland zijn nog niet zo ver gevorderd dat de sovjet-regering met één pennenstreek of met één machtige slag het particuliere bezit van de productiemiddelen kan afschaffen. In Rusland heeft de noodklok van het privé-eigendom nog niet geluid, het uur van de onteigening van alle onteigenaars heeft nog niet geslagen. Minderheden bezitten nog steeds economische macht en sociale macht, kunnen deze macht nog steeds gebruiken en misbruiken tegen de overweldigende meerderheid van de arbeiders. Moet daar nog politieke macht aan worden toegevoegd, om hen in staat te stellen hun egoïstische doelen na te streven in weerwil van de belangen van de gemeenschap als geheel? Laten we onze geest zuiveren van formuleringen; laten we ophouden formaliteiten te herhalen; laten we ophouden te herhalen dat “de massa’s het recht en de macht hebben” om de asociale machinaties van de bezittende minderheden tegen te gaan. Is het niet duidelijk dat de zaken er in werkelijkheid heel anders voor staan, totdat de economische vrijheid en de economische gelijkheid het gehele volk geestelijke vrijheid en rijpheid zullen hebben geschonken? Wie zou niet lachen om een militair bevelhebber die zo onverstandig is om artillerie en granaten als geschenk naar het vijandige leger te sturen? Maar de bolsjewieken zouden een doodzonde hebben begaan door te weigeren de reactionaire minderheden te bewapenen en uit te rusten voor de strijd tegen de revolutie? En dat juist op het moment dat revolutie en contrarevolutie elkaar op leven en dood bevechten; op het moment dat de contrarevolutie niet alleen gesteund werd door alle reactionaire krachten van Rusland, maar ook door de geallieerde regeringen van troepen, geld en morele steun werd voorzien.
Maatregelen van militaire noodzaak
De ontbinding van de grondwetgevende vergadering, het gebruik van geweld tegen de tegenstanders, de afkondiging van de massaterreur – dit zijn de bittere vruchten van de heerschappij van de werkenden en de boeren. Zij moeten beschouwd worden als maatregelen van militaire noodzaak. “A la guerre comme à la guerre.” (vrije vertaling: ‘je moet het nemen zoals het is’.) De bolsjewistische leiders van het revolutionaire Rusland zijn verwikkeld in een oorlog van ongekende betekenis. Hier schieten de morele en politieke normen van het dagelijks leven tekort. Op dit kolossale toneel verdwijnen individuele maatregelen en individuele fenomenen in het niet. Het drama is er één van overweldigend historisch belang, en het moet in zijn geheel worden aanvaard of verworpen. Wie het doel wil, moet niet terugdeinzen voor de middelen. Een arbeidersrevolutie die gericht is op het socialisme kan niet tot stand komen zonder heerschappij. Dit is vooral waar onder de huidige omstandigheden in Rusland.
Het beroep op Marx
De onhoffelijke critici van onze Russische vrienden wijzen de heerschappij inderdaad niet principieel af. Wat zij verkeerd opvatten is het karakter van de heerschappij in Rusland. Karl Kautsky tracht te bewijzen dat heerschappij en democratie hand in hand moeten gaan. De heerschappij mag de democratische beginselen niet opofferen, maar moet ze verwezenlijken. De heerschappij moet een uitvloeisel van de democratie zijn. Zij moet de wil van de meerderheid en de belangen van de meerderheid dienen. Volgens de critici is in Rusland aan geen van beide voorwaarden voldaan. De kleine bolsjewistische minderheid, zo wordt ons verteld, dwingt met brute en gewelddadige maatregelen de overweldigende meerderheid van de Russen het bolsjewistische beleid te aanvaarden. Dit beleid, verre van de revolutie te beschermen, brengt de revolutie in gevaar; verre van het socialisme te bevorderen, brengt het socialisme in gevaar. Dit is de kern van de kritische aanvallen, die gericht zijn op een punt dat verder gaat dan het bekritiseren van het bolsjewisme en eigenlijk de theorie van de arbeidersheerschappij herzien.
We krijgen reeksen logische gevolgtrekkingen, pogingen tot een nieuwe schets van het begrip heerschappij, in tegenstelling tot de oude theorie, die als ‘blanquistisch’ of ‘jakobijns’ wordt verworpen. De argumenten zijn natuurlijk doorspekt met een beroep op Marx en Engels, en met citaten uit de werken van deze auteurs. Ik heb de uiteenzettingen aandachtig gelezen, maar mijn algemene visie op de kwestie, op de toepassing van de doctrine op het speciale geval van de Russische revolutie, en op de rol die de bolsjewieken in die revolutie hebben gespeeld, blijft ongewijzigd. Wat de omstreden vragen van onze tijd betreft, doet het er niet toe welke historische verschijnselen Marx tijdens zijn leven meemaakte en als basis gebruikte voor zijn opvatting over de arbeidersheerschappij. De critici beweren dat Marx aanvankelijk geneigd was tot een ‘jakobijns’ standpunt maar nadien eerder een “evolutionair” of “parlementaristisch” standpunt innam. Met alle respect voor de grote kennis die Martov heeft van de marxistische theorie en de onbetwistbare scherpzinnigheid waarmee hij die toepast, zijn wij toch geneigd zijn conclusies en de manier waarop hij zijn interpretatie van Marx tegenover de arbeidersheerschappij van de bolsjewieken stelt, in twijfel te trekken. Zelfs indien we ervan zouden uitgaan dat Martov gelijk had inzake de opvattingen van Marx en de toepasbaarheid ervan op de Russische situatie, dan nog is er één eenvoudig feit dat niet vergeten mag worden en dat is dat de historische evolutie niet gestopt is toen Marx zijn pen moest loslaten.
Het nieuwe kapitalisme
Sinds die dag is de kapitalistische economie niet alleen gegroeid, maar heeft zij ook geheel nieuwe verschijnselen laten zien, verschijnselen van opmerkelijk belang. Om er enkele op te sommen: de vorming van monopolies, samenwerkingen en trusts; de overname van de eerste plaats in de industrie door ijzer- en staalproducten in plaats van textiel; de revolutionaire transformatie door verbeteringen in de elektrotechniek; de samenvoeging van industrieel kapitaal, handelskapitaal en bankkapitaal tot financieel kapitaal, en de wereldwijde dominantie van dit laatste, enz. In het binnenlands beleid en het buitenlands beleid van alle meer ontwikkelde staten kan de invloed van een verder ontwikkeld en gerijpt kapitalisme worden teruggevonden. Hoewel aan de oppervlakte de voorzieningen van het leven nu lijken te zijn verbeterd, is de klassenstrijd tussen de arbeidersklasse en de burgerij in werkelijkheid verhevigd. Onder de strijdende klassen zien we een mengelmoes en een verwarring van impulsen tot verregaande regelingen en vrees voor zulke regelingen, van grote plannen en kleine daden. De overheersende klassen zijn steeds meer geneigd zich vast te klampen aan het vluchtige politieke verleden. Wij constateren het verval van het burgerlijk parlementarisme, en zijn steeds duidelijker onvermogen om de vrijheidsstrijd van de werkenden naar beslissende kwesties te begeleiden. Bovenal zijn wij onder de indruk van de machtige expansie van het imperialisme, met zijn onverzadigbare zucht naar wereldheerschappij, met zijn uit de kluiten gewassen bewapening, zijn koloniale ondernemingen en zijn oorlogen, zijn extremistische politiek van uitbuiting en onderdrukking, zowel in eigen land als daarbuiten.
Het marxisme als progressieve doctrine
Wie durft te beweren dat Marx, een revolutionair denker bij uitstek, met het oog op de ontwikkelingen van de laatste decennia zijn opvatting over de arbeidersheerschappij niet zou hebben aangepast in overeenstemming met de enorme veranderingen? Zelfs indien we aannemen dat kameraad Martov gelijk heeft met betrekking tot de theorie die Marx meer dan veertig jaar geleden huldigde, kunnen we er niet zeker van zijn dat Marx die theorie zou hebben herzien als hij nu nog had geleefd? Voor Marx was de theorie iets groters dan een middel om de wereld te verhelderen; het was een middel om de wereld te veranderen. Maar juist daarom beschouwde hij zijn theorieën nooit als eeuwige en onveranderlijke waarheden waaraan de werkelijkheid zich moet conformeren; voor hem bleef de werkelijkheid altijd het voorwerp van onderzoek, het ding dat gewetensvol onderzocht moest worden, het ding waaruit zijn theorieën voortvloeiden, en in overeenstemming waarmee zijn theorieën in geval van nood gewijzigd moesten worden. Ik ben ervan overtuigd dat Marx’ opvatting van de arbeidersheerschappij op dit moment opvallend weinig gelijkenis zou vertonen met het zachtmoedige en nederige ideaal, het ideaal van hen die slechts streven naar harmonie en samenwerking van alle mensen van ‘goede wil’, het ideaal dat ons angstvallig toeschreeuwt in de uiteenzettingen van de tegenstanders van het bolsjewisme. Marx’ revolutionaire intelligentie was zo scherp als een zwaard; zijn hart gloeide van revolutionair vuur; zijn revolutionaire wil was hard als staal. Marx was altijd een revolutionair strijder, een man van actie, en ik kan niet geloven dat hij vandaag onder de critici van het bolsjewisme te vinden zou zijn.
Op papier kunnen “de arbeidersheerschappij” en “het ideaal van de volledige democratie” met elkaar worden verbonden door een eenvoudige koppeling. In de wereld van de werkelijkheid is het anders. De historische essentie is er één van grimmige en dwingende heerschappij. Zonder inbreuk te maken op de rechten en belangen van minderheden is zij even onmogelijk als de kwadratuur van de cirkel. De historische rechtvaardiging van de arbeidersheerschappij ligt hierin, dat de heerschappij wordt uitgeoefend in het belang van de enorme meerderheid van de bevolking, en dat zij niet meer is dan een overgangsmiddel, want zij beoogt zichzelf op te schorten, zichzelf onmogelijk te maken, het ideaal van de democratie te verwezenlijken – een vrij volk, in een vrij land, dat leeft van vrije arbeid.
De duurzaamheid van het bolsjewisme
Onze anti-bolsjewieken ontkennen dat de huidige heerschappij in Rusland deze rechtvaardigingen bezit. Zij verklaren dat de bolsjewistische heerschappij het werk is van een onaanzienlijke minderheid van dogmatici en fanatici die, in het belang van bekrompen partijdige opvattingen en een bekrompen partijdige politiek, door de brute uitoefening van geweld de enorme meerderheid van het Russische volk willen dwingen de bolsjewistische voorschriften nu en voor de toekomst te slikken. Waaraan ontlenen zij, die er zulke opvattingen op na houden, de zekerheid, dat de bolsjewistische politiek die is van een onaanzienlijke minderheid van Russische arbeiders en boeren? Ik ben van mening dat het aantal, de luidheid en de hartstocht van de aanvallen op het dwingende bewind van de bolsjewieken er niet toe mogen leiden dat we de omvang of het belang van ernstige vijandigheid tegen het beleid van de sovjet-regering overschatten. Het is een oude ervaring, en een gemakkelijk verklaarbare, dat minderheden die sterk in de minderheid zijn, geneigd zijn een eigenaardig geweld te vertonen. Het is voor hen een natuurlijke behoefte om de wereld ervan te overtuigen dat zij, ondanks hun nederlaag, de macht hebben en gelijk hebben.
Wie zal ontkennen dat een groot deel van de arbeiders, een groot deel van de boeren en vooral het grootste deel van de intelligentsia noch de opvattingen, noch de politiek van de bolsjewieken delen? Niettemin steunt een zeer groot deel, zoniet de meerderheid, van de arbeiders en boeren die zich actief voor politieke zaken interesseren, de bolsjewieken, en hetzelfde geldt voor de linkse sociaal-revolutionairen. Deze mening wordt bevestigd door het feit dat diegenen die, naar men zegt, tot een oneindig kleine minderheid behoren, hoewel ze fouten, gewelddaden, beginselbreuken, enzovoorts ten laste worden gelegd, de macht aanzienlijk langer in handen houden dan de voorlopige regeringen van de eerste fasen van de revolutie. Bovendien is dit gebeurd onder omstandigheden van bijna ongekende moeilijkheden, gedurende de hele verschrikkelijke beproeving van de vrede van Brest-Litovsk, en de altijd aanwezige dreiging van hongersnood. De anti-bolsjewieken mogen zeggen wat zij willen, maar het gebruik van geweld alleen kan geen verklaring zijn voor de duurzaamheid van de sovjet-regering – die veel langer heeft geduurd dan gebruikelijk is in tijden van revolutie. Geen minderheid waarvan de macht alleen op geweld berustte, zou in zulke omstandigheden en voor zo’n lange tijd op bajonetten kunnen blijven zitten.
Van heerschappij naar democratie
Het voortduren van de sovjet-regering, die, zo verzekerden de vastberaden profeten ons, onmogelijk langer dan een paar weken kon duren, stelt ons in staat met zekerheid af te leiden dat deze regering wordt gesteund door de brede massa’s van het Russische volk. De bolsjewieken en de linkse sociaal-revolutionairen die met hen samenwerken, vormen het hechte geraamte van het Russische revolutionaire leger. Door hun actiebereidheid, door hun capaciteit, wekken zij vertrouwen bij de massa’s en brengen zij de massa’s tot hun steun. De noodzaak van de heerschappij toont inderdaad aan dat het aantal en het belang van de tegenstanders van de sovjet-regering geenszins onderschat mogen worden. Macht moet worden gebruikt om macht te onderdrukken. Onze hoop is dat de heerschappij van de arbeiders en de boeren zich lang genoeg zal handhaven om zichzelf op te heffen wanneer zij haar functie heeft vervuld en haar doel heeft bereikt. Want waar in de beginperiode van de revolutie de weg van de regeringen leidde van het mooie ideaal van democratie naar de harde en wrede werkelijkheid van dictatuur, zal de weg van de sovjetheerschappij leiden van de harde en wrede werkelijkheid van heerschappij naar de mooie en verwezenlijkte droom van democratie.