De genocide in Palestina kunnen we enkel stoppen met protest!
Toen begin mei de belangrijkste Belgische universiteiten werden bezet, waren er weinigen die hadden durven denken dat tot eind juni actie gevoerd zou worden op de faculteiten. Er werd gestreden en gewonnen. We brengen in dit dossier de verhalen samen van enkele bezetters, over hoe zij de voorbije weken hebben ervaren en welke lessen ze trokken. Eén ding kunnen we alvast meegeven: hun strijd blijft doorgaan. En dat is helaas nodig.
dossier door Arne Lepoutre uit maandblad De Linkse Socialist
Hoe het allemaal begon
Het is ergens half april wanneer Johnny (de ‘activistennaam’ van een bezetter) hun eerste pushmelding over studentenprotest in de VS binnen krijgt. “Tientallen Amerikaanse studenten opgepakt bij pro-Palestijnse protesten.” Sinds enkele dagen kampeerden een paar honderd studenten aan de Columbia-Universiteit in New York. Ze eisen dat hun universiteit afstand neemt van bedrijven die banden hebben met de Israëlische staat. Op dat moment staat ook een bezetting gepland in Gent. Dat die plots deel zal uitmaken van een internationale beweging komt als een positieve verrassing. De beweging in de VS toont in ieder geval het potentieel voor het plan van de ‘Gent Students for Palestine’ en ‘End Fossil’.
Op enkele dagen tijd wordt de vraag ‘hoe de genocide te stoppen’ wereldwijd het centrale nieuwsitem. Ondanks het brute politiegeweld zijn nog geen drie weken later studentenprotesten aan de gang in 45 van de 50 Amerikaanse staten. Bezettingen, tentenkampen, walkouts en sit-ins vinden plaats op 140 campussen. Ondanks de criminalisering van het protest bouwen de acties een ware krachtsverhouding uit. Er worden zelfs overwinningen geboekt. Zo kondigde de Staatsuniversiteit van Portland (PSU) op 28 april aan dat de banden met Boeing werden verbroken omwille van de connectie tussen dat bedrijf en de Israëlische staat.
Generatie Internationaal
Minstens even belangrijk als de overwinning aan de PSU is dat er eind april ook campussen buiten de VS bezet worden. Het is ondertussen een herkenbaar fenomeen. Wanneer jongeren ergens in de wereld protesteren, wordt dat elders spontaan begrepen als een uitnodiging om mee te doen. Constantin, een van de bezetters uit Luik, hoopt dat in de komende periode zoveel mogelijk bezetters, ook internationaal, met elkaar in contact komen. “Vandaag hebben we meer dan ooit internationale solidariteit nodig. Dat versterkt de strijd voor Palestijnse bevrijding, maar het is ook essentieel om ander onrecht en ellende te bestrijden.”
Constantin en andere jonge leden van LSP namen tijdens de beweging meermaals het initiatief om bezetters van verschillende universiteiten bijeen te brengen. Zo kon er gediscussieerd worden over de ontwikkelingen op elke campus, maar ook nagedacht worden over gemeenschappelijke actie, wat in deze beweging soms afwezig bleef. Tijdens een van de online bijeenkomsten hoorden ze de ervaringen van Daragh, een Ierse student aan de Queen’s University in Belfast. Hij vertelde over de acties op zijn universiteit en over de bezetting aan de Trinity Universiteit in Dublin, waar op 6 mei een overwinning werd behaald. Die universiteit besliste om investeringen in Israëlische bedrijven die opgelijst staan in de “blacklist” van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties stop te zetten. Winnen is dus mogelijk! Het zorgt meteen voor gesprekken over hoe ook in België die stap gezet kan worden.
‘Staat & revolutie’
7 mei. Op de Amsterdamse Universiteit valt de politie binnen. Het zorgt voor veel discussie op de verschillende bezettingen. “Wat doen wij wanneer de politie hier plots binnenvalt?” Jonas, een Luikse bezetter, legt uit hoe hij samen met enkele andere bezetters verdedigde dat “met hoe meer we zijn, hoe moeilijker het wordt voor de staat om haar repressieapparaat te benutten”. Nog een reden waarom de ‘outreach’ werkgroepen op elke bezetting zo essentieel zijn. Zij hebben als doel om andere studenten te overtuigen, banden te bouwen met personeel, maar ook buiten de universiteiten te bouwen aan een netwerk, dat ingezet kan worden om de krachtsverhouding groter te maken.
De repressie is een onderwerp dat vaak terugkeert op de spokescouncils. Het werkt intimiderend, net daarom zijn groepsgesprekken erover zo essentieel. “Waarom staat de politie letterlijk altijd tegenover de actievoerders?” Het politiegeweld doet sommigen denken aan wat verschillende Antwerpse bezetters enkele maanden eerder meemaakten tijdens de acties van Code Rood. Politieagenten gingen toen als wilden tekeer op vreedzame actievoerders die de luchthaven van Deurne wilden bezetten om de vervuiling door de ultrarijken en hun privéjets aan te klagen. Het zijn het soort ervaringen die je liever niet meemaakt, maar die wel je kijk op de wereld vormgeven. Milan, een van de Antwerpse bezetters, zegt: “Dat politiegeweld leidt je tot conclusies zoals die van Lenin in zijn bekende boek ‘Staat & Revolutie’. Namelijk dat de staat in laatste instantie een groep gewapende mannen is, die de heersende klasse zal beschermen tegen de onderdrukte klasse wanneer zij in opstand komt.”
Veel repressie, geen gerechtigheid
Door de grote steun in de publieke opinie gebeurt het weliswaar minder bruut dan elders, maar ook in België wordt repressie ingezet. Een Gentse bezetter vertelt: “Na de historische overwinning trok de rector met een eenzijdig verzoekschrift voor uitzetting naar de rechter. Dit werd door een vrederechter geweigerd op basis van het recht op protest van de studenten en het feit dat ze geen onderwijsactiviteiten in het Refaat AlAreer-gebouw (de nieuwe naam die de actievoerders aan het Universiteitsforum gaven) verstoren met hun protestactie. Helaas werd dit vonnis ongedaan gemaakt door het Hof van Beroep op basis van leugens. Islamofobe en racistische mythes werden gecreëerd om de bezetting te discrediteren. Zonder enige vorm van bewijs werd geclaimd dat de bezetting zorgde voor een stijging van grensoverschrijdend gedrag en diefstal.”
De universiteit en het gerecht verlaagden zich tot het gebruik van racisme en leugens, om studenten en personeel het recht op protest te ontzeggen. De rector en het management intimideren met het dreigement van sancties tegenover het personeel en de personeelsvertegenwoordiging. Emilie, bezetter en personeelslid aan de UGent, vindt dat geen toeval. “De overwinning van studenten en personeel is historisch en toont dat offensieve strijd loont. Daarom probeert de rector nu het tegenoffensief in te zetten. Om toekomstige actievoerders bang te maken om niet in de voetsporen te treden van deze historische strijd.”
Personeel en studenten: samen sterk
Dat de beweging van de voorbije weken historisch was, is het minste dat je erover kan zeggen. Het is voldoende om te kijken naar de tientallen overwinningen die werden geboekt. Op bijna elke universiteit, zoals de VUB en ULB, werden stappen richting een academische boycot gezet. Op de UAntwerpen stoppen twee faculteiten al hun samenwerkingen en investeringen in Israëlische bedrijven. Op andere faculteiten moeten samenwerkingen door een ethische commissie gaan. De ULiège kondigde aan dat het geen bilaterale partnerschappen met Israëlische universiteiten behoudt en verbond zich ertoe geen nieuwe samenwerkingen aan te gaan zolang er schendingen zijn van het internationaal recht. Ze zal ook de samenwerking opschorten met partners die bijdragen aan de Israëlische misdaden tegen de bevolking van Gaza, of die de militaire acties van de regering-Netanyahu steunen. En dan is er uiteraard nog Gent, waar een historische overwinning werd geboekt met onder andere de terugtrekking van de universiteit uit het prestigieuze Europe Horizon Project.
Universiteiten hebben het imago van progressieve instellingen te zijn, maar daar moeten we na de ervaringen van de voorbije maanden serieus wat vraagtekens bij plaatsen. In het boek ‘Towers of ivory steel’ van Maya Wind, dat vele bezetters lazen in de voorbije maanden, wordt uit de doeken gedaan hoe universiteiten een centrale rol spelen in de kennisproductie van het imperialisme en de productie van kolonialistisch gedachtegoed. Dit is ook de reden waarom actievoerders pleiten voor een volledige academische boycot en geen selectieve, zoals de rectoren liever zagen gebeuren. De bezetters zijn duidelijk: “Ons doel is om Israëlische universiteiten als instellingen te boycotten, niet gewoon specifieke onderzoekssamenwerkingen. Die universiteiten zijn als instelling medeplichtig aan de genocide, de repressie tegen Palestijnse studenten en werkenden, het doodzwijgen van Israëlische progressieve stemmen … Universiteiten zijn ideologische instrumenten van de heersende elite. Dat geldt voor de ene faculteit niet minder dan voor de andere, en dat is trouwens ook het geval voor onze eigen universiteiten.”
UGent-rector Van de Walle beweerde dat een boycot progressieve stemmen in Israël zou isoleren. Ondertussen kreeg het UGent-personeel dat meewerkte aan de boycotacties meerdere steunbetuigingen van Israëlische collega’s. In een van die brieven staat: “Vandaag zijn alle personeelsleden, op een paar na, bang om hun mening te geven, omdat we er onmiddellijk van worden beschuldigd de oorlogsinspanningen te ondermijnen. (…) Bijgevolg zijn zelfs de academici die gekant zijn tegen het regeringsbeleid uiterst voorzichtig in wat ze zeggen/schrijven, vooral omdat er net deze week een wet is voorgelegd aan het Israëlische parlement (de Knesset) om academische instellingen die “de patriottische lijn” niet volgen financieel te straffen. Onder de huidige regering, die een stevige meerderheid heeft in het parlement zonder enige kans op enig intern tegengeluid, is het enige dat het beleid zou kunnen veranderen druk van buitenaf, zoals de stap die uw universiteit heeft genomen. (…) Naarmate meer academische instellingen dergelijke stappen ondernemen, zal waarschijnlijk ook de interne druk toenemen, en hoewel het onwaarschijnlijk is dat er veel zal veranderen aan het huidige beleid van de regering, lijkt dit het enige wat gedaan kan worden.”
Het zijn inspirerende woorden, maar de brief duidt ook op beperkingen van een academische boycot alleen. Daar zijn ook de bezetters zich bewust van. In Luik waren enkele bezetters betrokken bij de acties aan het bedrijf Challenge, dat wapens transporteert voor het Israëlisch leger. Samen met journalistiek onderzoek naar de details van de wapenleveringen, zorgden hun acties voor een politiek verbod op wapentransport. De actievoerders zoals Constantin en Jonas juichen deze beslissing toe, maar hebben tegelijkertijd geen enkel vertrouwen in de overheid om de beslissing toe te passen. “We kunnen enkel op de beweging vertrouwen. Onze tactieken moeten daarom op de beweging gebaseerd zijn. We roepen op om te blijven bouwen richting een boycot van de werkende klasse op onder andere wapenleveringen aan Israël. De werkenden zijn het best geplaatst om de strijd tegen de wapenleveringen en het Israëlische regime te voeren.” Dat is volgens hen niet alleen de enige garantie op een daadwerkelijke boycot, het zou ook werkenden wereldwijd inspireren. Wanneer zo’n beweging het formaat zou aannemen van de studentenacties, zouden zelfs in Israël veel meer werkenden die zich verzetten tegen het bloedbad de moed winnen om de straten op te trekken en deel te nemen aan de internationale strijdbeweging. Zeker wanneer die ook gelinkt is aan strijd tegen het hele imperialistische systeem en de uitbuiting van de werkende klasse die ermee gepaard gaat.
Bron van inspiratie
Het leven op de bezetting is een bron van inspiratie. Er wordt dagelijks gediscussieerd. Dit staat trouwens in schril contrast tot eerdere protestbewegingen, waar vaak geen sprake was van collectieve discussie. Deze keer groeide vrij snel consensus over de nood aan spokescouncils, algemene vergaderingen, werkgroepen en andere methodes om de democratie op de bezetting te organiseren. Die ervaring zal nog lang haar vruchten afwerpen. Honderden studenten waren nu betrokken bij politieke discussies. Zelfs al liepen die niet altijd even vlot en was het ritme van de vergaderingen vaak heel hoog voor studenten met een druk examenschema, het is een ervaring die je meeneemt in elke volgende strijd.
Er werd gediscussieerd over hoe te strijden voor vrede in het hele Midden-Oosten, over de geschiedenis van Palestina en over de medeplichtigheid van de Belgische staat. De arrogante commentatoren die beweren dat de studenten niet weten waarover ze spreken, hebben duidelijk nooit een voet binnen gezet op de bezettingen. Op enkele weken transformeerden de bezettingen van kleinschalige tentenkampen naar ware politieke dorpen. Gekarakteriseerd door enorme opofferingsbereidheid en werkdiscipline werden de hele dag door taken uitgevoerd in shiften. Er werd gekookt, gestudeerd, gekuist, gewerkt aan banners en pancartes en op de Gentse Universiteit was zelfs een kappersdienst beschikbaar. Zelfs ‘s nachts bleven studenten wakker voor security shifts. Dat is geen overbodige luxe. Op verschillende universiteiten kwamen rechtse, zionistische provocateurs de bezetters uitdagen.
De discipline en toewijding van de actievoerders om hun acties wekenlang door te zetten is een enorme bron van inspiratie voor iedereen die strijdt tegen onrecht. Hun acties staan symbool voor de vastberadenheid die de hele beweging voor Palestijnse bevrijding kenmerkt.
“We will be back: You can’t stop the revolution”
De vraag is nu: what’s next? Er staan acties gepland tegen de repressie, betogingen tegen de voortdurende genocide, maar ook op andere protestacties zoals de Pride betogingen deze zomer in Gent, Luik en Antwerpen zullen de bezetters de strijd voor de Palestijnse bevrijding uitdragen.
Het samenbrengen van de bezetters op een nationale actiedag en conferentie zou een belangrijke stap kunnen zijn om het nieuwe academiejaar voor te bereiden. Milan, een van de Antwerpse bezetters, wil de pijlen van de beweging ook richten op de onderwijsfinanciering en denkt dat dat ook de Palestijnse strijd zou helpen. “Een centrale les is dat het hele systeem schuldig is. Hoe is het mogelijk dat onze universiteiten afhankelijk worden gemaakt van bebloed privaat geld? Er moet dringend een einde komen aan de private investeringen en er is nood aan massale publieke investeringen in het hoger onderwijs.” Zolang universiteiten afhankelijk zijn van kapitalistische investeerders, zullen ze kapitalistische instrumenten blijven. Mochten we zo’n strijd kunnen winnen, zou dat tonen hoe de strijd voor Palestijnse bevrijding en rechtvaardigheid in het Midden-Oosten onlosmakelijk verbonden is met de strijd tegen het kapitalisme. Het zou ons leren waarom de werkende klasse wereldwijd baat heeft bij de bevrijding van onderdrukten.
We moeten er dus niet aan twijfelen: de laatste woorden van de Gentse bezetters zullen in vervulling gebracht worden. “We komen terug. Deze revolutie kan niet gestopt worden.”