Sinds 13 mei is er in Kanaky in de Stille Oceaan massale sociale onrust uit protest tegen een hervorming van de kieswet. De Franse regering bleef doof na de eerste massabetogingen in april, toen meer dan 30.000 mensen betoogden in Nouméa. Dat is een bijzonder groot aantal: de eilandengroep telt alles samen 300.000 inwoners. Een maand na de stemming over de kieswet en na het uitbreken van een volksopstand kondigde Macron een opschorting van de hervorming aan. Er is echter nog geen oplossing in zicht.
door Baptiste (Luik) uit maandblad De Linkse Socialist
Geschiedenis van koloniale onderdrukking
De complexe politieke situatie van deze eilandengroep in Oceanië, door de Franse staat Nieuw-Caledonië gedoopt, maakt deel uit van de Franse koloniale geschiedenis. Frankrijk viel het gebied in 1853 binnen om er een strafkolonie te vestigen.
Na de komst van de Franse kolonisten kwam meer dan de helft van de inheemse Kanak-bevolking om het leven door koloniaal geweld en ziekte. Het Franse regime moedigde migratie vanuit Frankrijk aan om de controle over het gebied te behouden, de eilandengroep te beheren en de Kanak-bevolking uit te buiten.
Sindsdien was er een afname van de Kanak-bevolking en een aanzienlijke toename van de witte bevolking en van migranten uit Oceanië en Azië. De oorspronkelijke Kanak-bevolking maakt vandaag nog maar 41% van de bevolking uit.
Om de huidige situatie te begrijpen, is het nodig om de erg bijzondere status van Nieuw-Caledonië te verduidelijken. Het is een territoriaal gebied met een eigen grondwettelijke positie. Het wordt bestuurd door het Franse ministerie van Overzeese Gebieden. Nieuw-Caledonië heeft dus een eigen regering, maar Frankrijk behoudt de controle over de soevereine bevoegdheden (buitenlandse betrekkingen, migratiecontrole, munteenheid, justitie, openbare diensten, politie).
Er zijn momenteel drie soorten burgers met de Caledonische nationaliteit in Kanaky. De eerste groep is de Kanak-bevolking, die al bijna 3000 jaar op de eilandengroep woont. De meerderheid van deze mensen leeft onder de armoedegrens, ze vormen 90% van de gevangenisbevolking en 46% heeft niet meer dan een diploma van de middelbare school. De tweede groep zijn de Caldoches, afstammelingen van Franse kolonisten en eigenaren van het grootste deel van de Caledonische economie. De laatste, meer heterogene groep bestaat uit recentere migranten uit Azië (Vietnam, Polynesië, enz.) en het Franse vasteland.
Repressie tegen antikoloniale strijd die aan de Algerijnse oorlog doet denken
In 1984 brak een opstand uit tegen de kolonisatie door de Franse staat. Het Front de libération nationale kanak et socialiste (FLNKS) werd opgericht in de strijd voor zelfbeschikking van het gebied, dat de activisten Kanaky noemden. Deze pro-onafhankelijkheidspartij werd geleid door Jean-Marie Djibaou. De verkiezingen werden geboycot, er werden wegversperringen opgezet, gebouwen van de rijkswacht werden bezet en paramilitaire groepen werden ontwapend. Er waren daarbij schermutselingen tussen Kanak-opstandelingen en Caldoches-groepen.
De Franse regering greep meteen in om de kant van de Caldoches-bevolking te kiezen. Gewapende troepen werden naar het gebied gestuurd om de opstanden neer te slaan. Met een krachtsverhouding die helemaal uit evenwicht was, besloot de FLNKS om van strategie te veranderen. De opstand maakte plaats voor methoden van geweldloos verzet en onderhandelingen. Toch laaiden de spanningen regelmatig opnieuw op. Zo was er in 1988 een bloedbad in de grot van Ouvéa, een incident dat een jaar later in een rapport van de Liga voor de Mensenrechten werd vergeleken met de koloniale repressie tijdens de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd.
De onderhandelingen tussen de krachten die voor onafhankelijkheid opkwamen en de Franse regering mondden uit in het akkoord van Nouméa in 1998. Dit akkoord voorzag in de bevriezing van het electoraat. Het betekende dat wie zich na 1998 op het grondgebied vestigde niet aan verkiezingen kon deelnemen.
Het wetsvoorstel dat op 14 mei 2024 door het Franse parlement werd aangenomen, maakt een einde aan die regeling en geeft stemrecht aan al wie op het grondgebied geboren is of er minstens 10 jaar verbleef. Dit zou 42.000 kiezers toevoegen, voornamelijk mensen die het Frans bewind goedgezind zijn.
Anti-wit racisme?
Dit voorstel zou een einde maken aan elke hoop op autonomie in Kanaky, wat leidde tot massaal protest. Daarbij vielen in de maand mei negen doden, waarvan zes Kanak-personen die werden gedood door de ordediensten en milities van Caldoches die zich voorstellen als ‘burgergroepen van zelfverdediging’. De ordediensten sympathiseerden openlijk met de Caldoche-zaak. Bovendien zijn er tot 100.000 wapens in omloop, voornamelijk onder de Caldoche-bevolking.
De gevestigde media stellen het voor als een strijd van de witte, angstige en beschaafde Caldoche-bevolking tegenover de afstandelijke Kanak-bevolking die bestaat uit misdadigers, alcoholisten, analfabeten, wilden en terroristen. De media brengen een racistisch beeld om de publieke opinie te sturen en gewelddadige repressie tegen het protest in Kanaky te legitimeren.
Het toont hoe diep racisme verankerd is in de sociale structuur van Kanaky en meer algemeen van Frankrijk. Racisme is veel meer dan het ‘afwijzen van de ander’. Het is een sociale constructie die voortkomt uit het Europese kolonialisme, waarbij de mensheid wordt ingedeeld in hiërarchisch geordende rassen of bevolkingsgroepen.
Deze overheersingsmethode werd tussen de 15e en de 19e eeuw geperfectioneerd door de Europese kapitalistische machten. Zo vestigden die hun overheersing over de hele wereld en werd het directe en indirecte geweld van de bezettingsmachten gelegitimeerd. Racisme maakt dat onderdrukte bevolkingsgroepen hun vermeende minderwaardigheid internaliseren. De koloniale en kapitalistische overheersing wordt op die manier als iets ‘natuurlijk’ voorgesteld.
Vandaag wordt dit concept door reactionaire verdedigers van de kapitalistische heersende klasse en het status quo op zijn kop gezet. Ze hebben het over ‘anti-wit racisme’. Deze ahistorische benadering heeft als doel om de opstanden voor te stellen als apolitiek, om de politieke tegenstanders in diskrediet te brengen en om onderdrukking te rechtvaardigen en de koloniale uitbuiting weg te moffelen door de gekoloniseerde bevolking voor te stellen als racistische onderdrukkers. Dit gaat bewust voorbij aan het feit dat er in Kanaky geen sprake is van structurele onderdrukking van de witte bevolking.
De gevestigde media weigeren te praten over een koloniale situatie en beweren dat de Kanak-bevolking minder dan de helft van de bevolking van Kanaky uitmaakt en dat zij stemrecht heeft. Ze vergeten dat deze situatie het gevolg is van de uitroeiing van het Kanakvolk en de Kanakcultuur. Dit doet overigens denken aan de kolonisatie van de Palestijnse gebieden door het Israëlische zionistische regime.
In deze context gebruikt de burgerij het concept democratie om koloniaal geweld te legitimeren. Met een retoriek van democratische waarden worden zeer abstracte principes ingeroepen om geweld te rechtvaardigen. In Kanaky wordt over democratie gesproken om het verlangen naar onafhankelijkheid het zwijgen op te leggen, in Frankrijk wordt over de ‘republikeinse orde’ gesproken.
Frankrijk, een koloniale macht
Frankrijk is nog steeds een koloniale macht die racisme nodig heeft om zijn overheersing te rechtvaardigen. Het staat voor een benadering die tot zijn conclusies werd doorgevoerd bij de Aboriginals in Australië, de First Nations in de VS en Canada, en dat momenteel wordt uitgevoerd in Palestina.
Dit project wordt gerechtvaardigd door de belangen van Frankrijk in dit gebied. Naast de geografische ligging, waardoor Frankrijk aanwezig is in de Stille Oceaan op een ogenblik dat het conflict tussen China en de VS steeds heviger wordt, biedt dit gebied Frankrijk 10% van de wereldwijde reserves aan nikkel. Dat is een cruciale grondstof voor de productie van wapens en elektrische batterijen.
Tegen de achtergrond van de nieuwe Koude Oorlog en de opkomst van het Chinese kapitalisme moest de Franse productiebasis onafhankelijk van China opnieuw worden geconfigureerd. De nikkelindustrie in Kanaky maakt momenteel echter een crisis door als gevolg van de concurrentie vanuit China en Indonesië, waar de ontginning efficiënter gebeurt.
Helaas voor de Franse burgerij is een van de twee grote nikkelmijnbedrijven in Kanaky eigendom van voorstanders van onafhankelijkheid, die zich verzetten tegen Franse inmenging in hun bedrijf die hun autonomie bedreigt. Macron wil de kieswet hervormen om de controle over de noordelijke regio van het gebied over te nemen en daarmee ook de controle over de nikkelproductie zodat deze ten dienste van de Franse industrie komt. De opstanden in Kanaky vormen echter een directe bedreiging voor de nikkelmijnbouw. Als de opstandelingen de raffinaderijen bezetten en de winning stopzetten, loopt de infrastructuur het risico beschadigd te worden. Tegelijk biedt enkel deze sector een echt onderhandelingswapen. De vakbondsleiders en de partijen zijn echter niet bereid tot een blokkade van de nikkelmijnbouw.
Deze opstand in Kanaky werpt vragen op over de te volgen strategie in een context van antikoloniale strijd. De leiders van de pro-onafhankelijkheidsbeweging riepen al heel snel op om een einde te maken aan de blokkades en het geweld. Deze leiding staat sinds enkele jaren steeds verder van de onafhankelijkheidsgezinde bevolking, tot een punt waarop het geen controle meer heeft over de grootste beweging in 40 jaar.
Enkele leiders van de historische beweging voor onafhankelijkheid werden in het productieapparaat opgenomen. Dit werd aangemoedigd door de koloniale macht. Het leidt tot belangenconflicten die een front van strijd in de weg staan. De strategie van parlementaire onderhandelingen lijkt de FLNKS in een impasse te hebben gebracht. Door deze strategische fouten heeft de pro-onafhankelijkheidsbeweging geen politieke strategie voor de lange termijn om onafhankelijkheid voor Kanaky te bereiken en het lokale productiesysteem te reorganiseren ten gunste van de bevolking.
Een consequente linkerzijde en vakbonden zouden op die behoeften moeten inspelen, naast het opleggen van herstelmaatregelen door Frankrijk als compensatie voor de rol die het speelde in de onderdrukking van Kanaky. Tegenover de repressie door het Franse regime, heeft de beweging weinig andere opties dan de weg op te gaan van een algemene staking op de eilandengroep om een krachtsverhouding op te bouwen.
Internationale solidariteit is belangrijk voor antikoloniale strijd. Werkenden in Europees Frankrijk kunnen een beslissende rol spelen door de koloniale staat in zijn kern te bestrijden en door het verzet tegen koloniale onderdrukking te integreren in hun syndicale en politieke strijd.