In de recente parlementsverkiezingen in India kreeg de regerende Bharatiya Janata Party (BJP) en haar centrale leider en premier Narendra Modi een zware klap. Formeel won de BJP de verkiezingen en blijft het de grootste partij. Met 36,6% en 240 zetels (63 minder dan in 2019) blijft de BJP ver onder de publieke doelstelling van 400 zetels en 50% van de stemmen. De partij heeft 32 zetels te weinig voor een meerderheid in het parlement.
Het verlies van hun parlementaire meerderheid was een uitkomst die noch de BJP noch de Indiase heersende klasse had voorzien. Sterk vertekende exit polls kondigden een triomfantelijke overwinning voor de BJP aan. In de weken voor de verkiezingen voorspelden zowel Modi als minister van Binnenlandse Zaken Amit Shah een massale groei van de Indiase aandelenmarkten op 4 juni, de dag dat de verkiezingsuitslag bekend zou worden gemaakt. In plaats daarvan beleefden Indiase aandelen hun slechtste dag in meer dan vier jaar. De verwachtingen van de heersende klasse van een ‘sterk regime’ die hen grote voordelen zou geven, werden namelijk niet ingelost.
Deze verkiezingsuitslag kwam er ondanks de batterij ondemocratische maatregelen tijdens de campagne om het de oppositie zo moeilijk mogelijk te maken. Dit gebeurde op een niveau dat nooit eerder was gezien bij de Indische verkiezingen. Natuurlijk zijn verkiezingen onder het kapitalisme nooit een gelijk speelveld. Maar in dit geval nam het groteske proporties aan, in lijn met de steeds autoritairder wordende aard van Modi’s regime: de verkiezingscommissie trad feitelijk op als een instrument van de BJP, de mainstream media wrongen zich in alle bochten om Modi bij elke gelegenheid te prijzen, overheidsinstellingen en de politie werden gebruikt om politieke tegenstanders gevangen te zetten en Congress, de belangrijkste partij in de oppositie-alliantie ‘INDIA’ (Indian National Developmental Inclusive Alliance), zag haar bankrekeningen een maand voor de verkiezingen bevroren. Op videobeelden in Telengana was te zien hoe een parlementslid van de BJP moslimkiezers dwong om hun burqas uit te doen in het stemlokaal, alsof het parlementslid persoonlijk bevoegd was om identiteiten te controleren. In Surat werden letterlijk alle oppositiekandidaten geïntimideerd om zich niet verkiesbaar te stellen en in andere plaatsen zijn berichten naar buiten gekomen over kiezers die met politiestokken werden geslagen om te voorkomen dat ze hun stem zouden uitbrengen.
Ondanks een aanzienlijk betere verkiezingsuitslag dan bij de vorige nationale verkiezingen vijf jaar geleden – ondersteund door een campagne met een opmerkelijke focus op sociale rechtvaardigheid en ongelijkheid – zijn Congres en de alliantie rond Congress er nog steeds niet in geslaagd om een beslissend verschil te maken. Doordrenkt van zelfvertrouwen, spraken oppositieleiders tijdens verkiezingsbijeenkomsten vaak alsof hun alliantie op het punt stond om de volgende regering te leiden, waarmee ze benadrukten dat ze los stonden van het zeer reële scepticisme en wantrouwen als gevolg van hun neoliberale staat van dienst aan de macht, zowel in deelstaatregeringen als in het centrum. Hun samenwerking met rechtse chauvinistische krachten zoals Shiv Sena (een in Maharatshra gebaseerde, extreemrechtse Hindutva partij, die deel uitmaakt van het INDIA-blok) getuigt ook van het feit dat wanneer het aankomt op het bestrijden van communalistische krachten, de oppositiepartijen niet bereid zijn om daden bij hun woorden te voegen.
Ook de stalinistische linkerzijde staat voor een afrekening. Ondanks een moedige poging om het voorheen zo sterke West-Bengalen te heroveren, slaagde de CPI(M) er niet in om ook maar één zetel in die staat te winnen. Een gebrek aan ernst ten opzichte van de veranderde tijden en een ontkenning van fouten tijdens de periode van de regering van het Links Front zijn daar belangrijke redenen voor. Trinamool Congress (TMC) deed het goed in de staat, maar toonde ook grote beperkingen. Zo is er een gebrek aan inzicht in de houding van de kiezers tegenover de verkrachtingszaak in Sandeshkhali en tegenover de burgerschapswet CAA. Ondanks de anti-mosliminvulling die de BJP aan deze wet gaf, wordt het door veel Bengaalse vluchtelingen op het platteland van West-Bengalen als een reddingsboei gezien. Dit verklaart waarom de BJP daar zoveel zetels won. Ook Kerala begint barsten in het pantser te vertonen, aangedreven door klassen- en kastengerelateerde tegenstellingen die de BJP in de christelijke gemeenschap in Thrissur wist op te poken, waardoor het voor de derde opeenvolgende keer zijn electorale steun vergrootte en zijn eerste parlementszetel in de staat veiligstelde.
Groot economisch ongenoegen
Hoewel de in wezen pro-kapitalistische en corrupte mainstream oppositie er op zeer onvolmaakte wijze uitdrukking aan gaf, waren deze verkiezingen een markante herbevestiging van klassenkwesties, die de BJP tijdens de campagne systematisch aan de kant probeerde te schuiven. De BJP en Modi zelf voedden het anti-moslim fanatisme en het opgefokte hindoe-chauvinisme om verdeeldheid te zaaien en de breed gedragen kritiek op hun asociale agenda het zwijgen op te leggen. Het verlies van een zetel in Faizabad, het district waar Ayodhya en de prestigieuze Ram-tempel liggen, toont de grenzen van deze strategie. In het hele land waren economische problemen, vooral hoge inflatie en werkloosheid, van doorslaggevende invloed op het stemgedrag, zoals blijkt uit verschillende opiniepeilingen die voor de stemming zijn uitgevoerd.
Ondanks Modi’s triomfantelijke beweringen over de ontluikende economie van India, was de vooruitgang alleen voor de superrijke elite, terwijl de arbeidersklasse en grote delen van de middenklasse achterbleven. Het vrijgeven van de gegevens over ‘electorale obligaties’ (financiële steun aan de partijen) toonden de nauwe banden tussen de BJP en het geld van de grote bedrijven. Dit bevestigde een groeiend gevoel onder de arme Indiërs uit de werkende klasse en de meest onderdrukte kasten. Zij beseffen steeds meer dat het regime van Modi, ondanks alle retoriek, niet in hun belangen handelt en dat de tirades tegen corruptie slechts schijn zijn. Nu de jeugdwerkloosheid een historisch hoogtepunt heeft bereikt, zijn de mensen zijn loze beloften om 20 miljoen jobs per jaar te creëren niet vergeten. In Uttar Pradesh, Rajasthan en Haryana – traditionele rekruteringspolen voor het leger onder de arme bevolking – maakte de oppositie gebruik van de woede tegen het ‘Agnipath’-programma van de BJP. Dit nieuwe recruteringssysteem, dat in 2022 werd ingevoerd, ondermijnt het vooruitzicht op stabiele werkgelegenheid voor jongeren in het leger en leidde destijds tot grote protesten.
De massale ontevredenheid op het platteland, die het meest explosief naar voren kwam in de militante, maandenlange boerenprotesten in 2020-2021, was een ander belangrijk element van deze verkiezingen. Van de 344 kiesdistricten die werden gecategoriseerd als landelijk of semi-landelijk, stemde de helft voor verandering, d.w.z. voor een andere partij dan die waarop ze vijf jaar geleden hadden gestemd. In delen van Punjab en Haryana protesteerden woedende boeren tegen BJP-kandidaten toen die campagne kwamen voeren. De BJP werd verpletterd in de agrarische westelijke regio van Uttar Pradesh, waar boeren massaal hadden geprotesteerd tegen de landbouwwet van Modi. In Haryana, een staat die vaak wordt omschreven als de “broodmand” van India, werd het aantal zetels van de BJP gehalveerd: Congres veroverde vijf van de tien zetels die de BJP eerder had behaald.
Lokale dynamieken speelden ook een belangrijke rol. In de noordoostelijke deelstaat Manipur – al meer dan een jaar het toneel van etnisch geweld, waarbij de lokaal regerende BJP een aanstichtende rol speelde en waar de door de BJP geleide nationale regering een oogje dicht kneep – het Congres een volledige ommekeer en won beide zetels met aanzienlijke marges. Afgezien van Kerala waren de resultaten in Odisha, waar de BJP een grote doorbraak kende, en in Arunachal Pradesh tegengesteld aan de nationale trend. Terwijl de BJP in Punjab haar stemaandeel bijna verdubbelde (van 9,63% in de verkiezingen van 2019 naar 18,56% dit jaar), was dit grotendeels te danken aan de presentatie van meer kandidaten in de hele staat dan aan toegenomen steun aan de basis. De partij slaagde er niet in één zetel te winnen in Punjab. Over het algemeen deed de BJP het beter in gebieden waar ze werd gezien als een anti-establishment kracht en een uitdager voor dominante lokale politieke partijen, zoals de BJD in Odisha, de YSRCP in Andhra Pradesh, of het door de CPI(M) geleide Linkse Democratische Front in Kerala.
De vermeende magie van Modi is niet meer
De verkiezingsuitslag heeft het idee van de “Indiase uitzondering” – de mythe dat India, in tegenstelling tot veel andere landen, een langdurige politiek stabiele regering heeft – aan diggelen geslagen. Modi, die ooit de politieke zwaartekracht leek te trotseren door zijn populariteit te behouden ondanks een decennium aan de macht, wordt nu geconfronteerd met een andere realiteit. De ultra-gepersonaliseerde campagne rond hemzelf, waarbij hij zich zelfs op goddelijke pretenties beriep, was duidelijk niet genoeg om de diepgewortelde woede over kwesties die er echt toe doen in het dagelijks leven van mensen te doen verdwijnen. Het is veelzeggend dat in Uttar Pradesh, een belangrijk bolwerk van de BJP waar Modi het grootste aantal campagnebijeenkomsten hield, de regeringspartij enkele van haar grootste verliezen leed, met een daling van het aantal zetels van 62 naar 33. In Modi’s eigen kiesdistrict Varanasi daalde zijn overwinningsmarge van een half miljoen stemmen naar 150.000! De bulldozerpolitiek van “Yogi” Adityanath speelde een beslissende rol in de nederlaag van de BJP. De bouw van de tempel in Ayodhya en de Jagannath tempelcorridor van Varanasi lieten beide letterlijk een spoor van vernieling achter, waardoor duizenden mensen, ook conservatieve hindoes die anders BJP zouden hebben gestemd, werden verdreven. Naast Modi’s tanende populariteit leed ook een groot aantal ministers uit zijn regering een nederlaag.
Modi omschreef coalitieregeringen altijd als “zwak”. Nu is hij afhankelijk van kleinere en wankele bondgenoten, de Janata Dal (Verenigd) en de Telugu Desam Party (TDP, tot voor kort rivalen van de BJP), om een meerderheidsregering te vormen en zijn derde mandaat uit te voeren. Deze partijen hebben nu een buitenproportionele machtspositie en kunnen de regerende coalitie van de Nationale Democratische Alliantie op elk moment destabiliseren. Dit zet de deur open voor een periode van verhoogde politieke instabiliteit. Het belangrijkste is dat de perceptie van een verzwakte regering voor miljoenen duidelijk zal worden, waardoor het geloof dat de regering kan worden verslagen aanzienlijk zal toenemen.
Deze verzwakking van de BJP mag niet leiden tot zelfgenoegzaamheid. De BJP is nog steeds aan de macht en kan als een kat in het nauw agressiever en onvoorspelbaarder worden. Deze nieuwe situatie biedt echter een cruciale kans en creëert een vruchtbare voedingsbodem voor de opkomst van strijd en uitdagingen tegen de dominantie van de BJP, wat een cruciaal moment is voor echte socialistische linkse krachten om voet aan de grond te krijgen.