Op 14 en 23 mei voerde het gemeenschappelijk vakbondsfront van de Brusselse lokale en regionale besturen samen met personeel uit de zorg, de sociale diensten, de veiligheid en de lokale diensten actie om meer middelen voor de openbare diensten te eisen.
Dit soort mobilisatie staat in schril – maar positief – contrast met de meerderheidsopinie in vakbondskringen dat een verkiezingscampagne niet het moment is om met de vuist op tafel te slaan. Integendeel, het is net de beste manier om het publieke debat scherp te stellen en diegenen te ontmaskeren voor wie de belangen van de werkenden slechts een electorale gimmick zijn. Deze acties – en het programma dat ze schetsten – vormen een inspirerend voorbeeld dat elders navolging verdient in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in oktober.
De socialist Jean Jaurès, die in 1914 werd vermoord omdat hij tegen de oorlog was, zei “dat openbare diensten het erfgoed zijn van hen die er geen hebben.” Dat is mooi gezegd en het klopt nog altijd als een bus. Het gemeenschappelijk vakbondsfront verzet zich terecht tegen de aanvallen op onze sociale verworvenheden en tegen de privatisering van een aantal diensten (kinderopvang, conciërges, schoonmaak, preventie, wegenwacht, openbare netheid …).
“Het doorvoeren van nieuwe besparingen op openbare diensten zal niet alleen de bevolking zwaar treffen, maar in het bijzonder de meest kansarmen, en de werkenden van wie de arbeidsomstandigheden zullen verslechteren. Het zal ook de privatisering van deze diensten vergemakkelijken onder het voorwendsel dat dit meer efficiëntie met zich zal meebrengen,” legt het vakbondsfront uit in een persbericht. Noam Chomsky zei het zo: “Hoe vernietig je een openbare dienst? Begin met het snijden in de financiering. Het zal niet werken. Mensen zullen boos worden. Ze zullen iets anders willen. Dat is de basistechniek om een openbare dienst te privatiseren.”
De acties waren ook in het bijzonder bedoeld als reactie op de lage lonen die nog steeds gelden in de sector en op het opleggen van disfunctionele of toxische managementtechnieken, overgenomen uit de private sector, die leiden tot voortdurende onderbezetting, een toenemende mentale werkdruk en risico’s voor de gezondheid en veiligheid op het werk.
Er wordt terecht nadruk gelegd op de eis van arbeidsduurvermindering tot een vierdaagse werkweek van 30 uren, met behoud van loon en aanwerving van extra personeel. Dat zou leiden tot een eerlijkere verdeling van de welvaart, een vermindering van het aantal werklozen, een verbetering van de arbeidsomstandigheden en het welzijn, een daling van de uitgaven voor de sociale zekerheid en een vermindering van de ecologische voetafdruk: voltijdse werkenden zullen meer tijd hebben en deeltijdse werkenden zullen extra loon krijgen voor dezelfde hoeveelheid werktijd.
Deze eisen zijn gericht op al het personeel van de publieke sector. We sluiten ons aan bij de eisen van het personeel van de lokale en regionale besturen:
- Stop de besparingen!
- 10% loonsverhoging nu!
- Collectieve arbeidsduurvermindering tot 30 uur per week over 4 dagen, met behoud van loon en compenserende aanwervingen!
- Een beleid om het personeel vast te benoemen, stop de privatiseringen!
- Meer welzijn, stop het toxische management!
- Aanwerving van voldoende personeel!
Met dit soort offensieve strijd kunnen we het vertrouwen opbouwen dat nodig is om de enorme problemen die zich stellen aan te pakken, en de basis te leggen voor een maatschappij die vrij is van uitbuiting, onderdrukking en kapitalisme.