Met het nieuwe ‘Artikel 23’ wordt de nationale veiligheidswet in Hongkong verder aangescherpt. De nieuwe maatregel werd op 23 maart van kracht en is veel breder dan de nationale veiligheidswet die in 2020 door de Chinese dictatuur werd opgelegd.
Artikel vanop Chinaworker.info
De door Peking opgelegde wet had betrekking op vier soorten overtredingen: afscheiding, subversie, terroristische activiteiten en samenspanning met externe krachten. De nieuwe wet omvat ook verraad, oproer, diefstal van staatsgeheimen, sabotage van openbare infrastructuur (waaronder computersystemen) en inmenging van buitenaf in binnenlandse aangelegenheden.
Het is een nieuwe aanval op de democratische rechten, vier jaar nadat de massademocratiebeweging op bevel van Xi Jinping effectief de kop werd ingedrukt. Die stap werd sterk beïnvloed door het versnellende imperialistische conflict tussen de VS en China.
Zowel de wet van 2020 als de nieuwe versie zijn opzettelijk vaag gehouden, waardoor het regime de ruimte krijgt om te improviseren en de activiteiten in het kader van een politiestaat uit te breiden. De 212 pagina’s tellende wet werd in slechts 11 dagen door het door de CCP gecontroleerde pseudo-parlement van Hongkong gejaagd. De bepalingen ondermijnen de kansen op een eerlijk proces, schaffen het recht op een advocaat af en maken detentie zonder aanklacht mogelijk gedurende 16 dagen in plaats van twee dagen voordien. De wet “bestraft vreedzame meningsuiting en activisme van het maatschappelijk middenveld,” aldus Human Rights Watch. Het verschil tussen Hongkong en China is dus grotendeels weggevaagd.
“Hongkong is voorbij”
Stephen Roach, voormalig hoofdeconoom bij Morgan Stanley, zorgde in februari voor opschudding met een opiniestuk in de Financial Times met de stelling: “Hongkong is voorbij.” Dit leidde tot woedende reacties van de pro-CCP politieke elite van Hongkong. Roach wees er onder andere op dat de aandelenmarkt van Hongkong nu lager staat dan 27 jaar geleden, toen het gebied nog onder Brits bewind was. Roach, tot voor kort een “geboren stier” inzake China (een uitdrukkelijke optimist), betreurde het falen van het regime in Peking om de economische malaise te stimuleren en te beëindigen.
Vluchtbeweging
Sinds begin 2021 hebben ongeveer 500.000 inwoners van Hongkong het gebied verlaten om te ontsnappen aan het harde optreden van de CCP tegen democratische rechten en politieke oppositie. De diepe economische neergang van Hongkong, gekoppeld aan de neerwaartse aantrekkingskracht van China, geeft een extra impuls om te vertrekken. Dit lijkt een zustertrend van de ‘vluchtbeweging’ op het vasteland van China: een versnellende exodus gedreven door economische en politieke kwesties.
In 2022 noteerde Hongkong het grootste nettoverlies aan inwoners en het laagste geboortecijfer sinds 1991. De mediane leeftijd van de stad is nu 46,3 tegenover 31,6 toen. Jongeren trekken weg, terwijl ouderen achterblijven. Deskundigen waarschuwen voor een “onomkeerbare technische braindrain” met ernstige economische gevolgen. Goed werk, Xi Jinping!
Honderden vakbonden ontbonden
Vakbonden behoren tot de grootste slachtoffers van het meedogenloze optreden van het Chinese regime in Hongkong. Nadat Peking in juni 2020 de nationale veiligheidswet invoerde, hebben de meeste pro-democratische vakbonden hun deuren gesloten. Verschillende vakbondsfunctionarissen zitten vast in afwachting van hun proces op beschuldiging van “nationale veiligheid”. Onder hen Carol Ng, een voormalige leider van het cabinepersoneel van luchtvaartmaatschappijen, en Winnie Yu, een verpleegkundige die de Hospital Authority Employees Alliance had opgericht.
Onder de nieuwe wetten riskeren ze levenslang. De terreur die door deze repressie werd veroorzaakt, leidde tot een golf van ontbindingen. Volgens het ministerie van Arbeid werden in twee jaar tijd, 2021-2022, 176 vakbonden uitgeschreven. Het Verbond van Vakverenigingen (HKCTU), met 100 aangesloten vakbonden en 145.000 leden, stemde op 3 oktober 2021 voor ontbinding, drie decennia nadat het was opgericht. Toen ze in 2023 door een VN-commissie werden ondervraagd, verklaarden regeringsfunctionarissen van Hongkong ten onrechte dat de vakbondsrechten “sterk en intact als altijd” waren. Hun redenering is dat pro-democratische vakbonden slechts een dekmantel waren voor “subversie” tegen het regime en zelfs voor “buitenlandse krachten”.
Alleen de rabiaat pro-CCP, reactionaire en racistische Federatie van Vakverenigingen (HKFTU) is nog actief in Hongkong – als onderdeel van het kapitalistische establishment. Zij staat volledig achter de repressie.
Economie lijdt onder een “verloren half decennium”
Het BBP van Hongkong is in twee van de afgelopen vijf jaar gekrompen en is nu kleiner dan in 2018. De intensivering van de repressie onder het ijzeren bewind van Xi Jinping is samengevallen met een verergerende kapitalistische crisis, die vooral is verslechterd door de economische malaise in China. Het magazine The Economist schrijft over een “verloren half decennium” in Hongkong. De “poort naar China” was vroeger de sterkste troef van het gebied, nu is het een zwakte. Hongkong heeft het verloren van Singapore, waar steeds meer westerse multinationals naartoe trekken omwille van de ‘veiligere’ omgeving (zelfs indien ook Singapore een eenpartijdictatuur kent.) Het BBP per hoofd van de bevolking van Hongkong was in 2003 ongeveer gelijk aan dat van Singapore. Tegenwoordig is het BBP per hoofd van de bevolking van Singapore bijna 70% hoger dan dat van Hongkong. De huizenprijzen zijn 25% gedaald ten opzichte van hun piek en de aandelenmarkt van Hongkong is ingehaald door die van India als ’s werelds op drie na grootste qua marktwaarde.
De demografische crisis in Hongkong is net zo erg als elders. Tussen 2018 en 2022 kromp de beroepsbevolking met 6%. Ondanks het ultra-neoliberale beleidsklimaat, de absurd lage vennootschapsbelasting en de afwezigheid van vakbondsrechten verlaten buitenlandse bedrijven de stad in versneld tempo. Sinds 2019 is het aantal internationale bedrijven met een regionaal hoofdkantoor in Hongkong met 8,4% gekrompen en is hun personeelsbestand met 30% gedaald. De Koude Oorlog tussen de VS en China wakkert deze “ontkoppeling” verder aan. Door de welvaartskloof in de stad verdient het armste deciel van Hongkong 57,7 keer minder dan het rijkste. Eén op de vijf Hongkongers leeft in armoede.
De dood van “één land, twee systemen”
De afgelopen vier jaar werd Hongkong gekenmerkt door contrarevolutie. De massale beweging voor democratie deed het gebied op zijn grondvesten schudden, maar werd verpletterd. De repressie door Xi Jinping werd ingegeven door de angst voor revolutionaire schokgolven in China en de verzwakking van zijn regime in de wereldwijde imperialistische machtsstrijd met het Westen. In dit proces is de beperkte autonomie van Hongkong onder de formule “één land, twee systemen” effectief beëindigd.
Ongeveer tien jaar na het einde van de Britse heerschappij in 1997 kwam deze betrekkelijk afzijdige benadering tegenover het bestuur van Hongkong, waarbij de controle werd toevertrouwd aan de kapitalisten van Hongkong en aanverwante pro-CCP volgelingen, Peking goed uit. De dictatuur wilde goede en vooral winstgevende relaties met buitenlandse kapitalisten. De façade van democratische instellingen in Hongkong was een nuttig instrument om internationale kritiek op het CCP-regime te ontkrachten en de illusie te wekken dat democratische veranderingen zouden worden toegestaan, maar alleen geleidelijk en op de voorwaarden van Peking. Dat voorstel was, net als de oppervlakkige “autonomie” van de CCP, nooit echt. Democratische rechten en lokale autonomie of zelfbestuur kunnen alleen worden verworven door compromisloze massastrijd, niet als beloning voor “goed gedrag” van de kapitalisten en hun staat.
Welke toekomst voor de massale strijd?
Jarenlang voerde de bevolking van Hongkong een inspirerende massale strijd voor democratische rechten. Dit bereikte een hoogtepunt in 2019, toen bijna een op de drie Hongkongers deelnam aan betogingen. Toch werd deze gigantische beweging verslagen. Eerst door in een uitputtende impasse te geraken, waarbij herhaalde mobilisaties er niet in slaagden een doorbraak te bereiken tegen de regering en de staat. Uitputting sloeg om in wanhoop en versplintering.
De beweging van 2019 schudde de dictatuur van Xi Jinping wakker, die bang was dat de beweging zich naar China zou verspreiden. Dat zou alles hebben veranderd. Zoals we hebben uitgelegd, kon alleen een beweging om de kapitalistische CCP omver te werpen een nederlaag en een brute onderdrukking voorkomen. Een beweging in één klein gebied, geregeerd door een veel grotere staat en regime, was te beperkt om te slagen. De strijd werd ook fataal belemmerd door het gebrek aan een partij, arbeiderstradities, massaorganisaties en een sterk klassenbewustzijn dat begreep dat het kapitalisme de echte vijand was. Het idee van solidariteit met de Chinese arbeiders ontbrak helaas. Om in de toekomst te slagen, is er nood aan een democratisch socialistische strijdbenadering en leiding.