Edito Voor en na de verkiezingen: actie voeren voor een beleid dat vertrekt van de sociale noden

Nicolas Croes
door Nicolas Croes
Hoofdredacteur van Lutte Socialiste

“De PVDA heeft de macht gegrepen in Wallonië en Brussel…” schreef Demetrio Scagliola, hoofdredacteur van Sudinfo (La Meuse, La Capitale, enz.) verontrust op 17 april. Aanleiding was de stemming over de hervorming van het Franstalig hoger onderwijs, het zogenaamde ‘landschapsdecreet’ (décret Paysage). Zoals steeds overdrijft Sudinfo, maar anderzijds is het precedent historisch. De alternatieve meerderheid van PS, Ecolo en PTB luidde de doodsklok van de Franstalige regering van PS, MR en Ecolo. Meteen wordt ook het debat over de mogelijkheid van linkse regeringen nieuw leven ingeblazen.

Dit haalt het belangrijkste argument van de PS tegen de PTB onderuit. De PS herhaalt immers steevast dat de PTB weigert om “verantwoordelijkheid op te nemen”. Paul Magnette, die moeite heeft om zijn frustratie te verbergen, legde sterk de nadruk op dat argument in een debat tussen de partijvoorzitters eind maart. Hij had het zelfs over de “lafaards” van de PTB.

Kort nadien opperde een prominente PS’er voor het eerst de mogelijkheid van een coalitie met de PTB. “Laten we samen iets doen, een regering van breekpunten”, zei staatssecretaris Thomas Derminne aan Sofie Merckx, de fractievoorzitster van de PTB/PVDA in de Kamer. Niet toevallig gebeurde die uitspraak tijdens een debat in de lokalen van het ABVV in Charleroi, voor een publiek van vakbondsleden die met hun tussenkomsten de PS-vertegenwoordiger danig in de war brachten. 

De discussie opleggen

Derminne werd meteen tot de orde geroepen door Magnette en co. De voorkeur van de partijleiding is duidelijk: een olijfboomcoalitie van PS, Ecolo en de christendemocratische Engagés die stijgen in de peilingen. De kunst voor de PS is om niet te openlijk te zeggen dat ze liever met rechts regeert. De uitspraak van Derminne is vooral te verklaren door het vakbondspubliek dat zich sterk uitsprak tegen het beleid dat de PS de afgelopen decennia voerde. De vakbondsleden sloten zich aan bij de oproep tot een “links front” die ABVV-voorzitter Thierry Bodson in februari deed. Er kwamen toen weinig reacties van de betrokken partijen op die oproep.  

Deze vakbondsbijeenkomst in Charleroi toonde de cruciale rol die de arbeidersbeweging, en de vakbonden in het bijzonder, kunnen spelen tijdens een kiescampagne. Vakbondsprotest en sociale acties zetten de belangen van de werkende klasse op de agenda, niet alleen in het publieke debat maar ook om te wegen op toekomstig beleid. 

Met dit in het achterhoofd vond op 15 april een zeer interessante actie plaats in Brussel. Een coalitie van vakbondsmilitanten en activisten onder de noemer “Commune Colère” nodigde zichzelf uit naar de hoofdkwartieren van de Franstalige linkse partijen om op te roepen tot de “socialisering van het gemeengoed”. Daarmee wordt ingegaan tegen de privatisering van essentiële diensten en goederen zoals energie, huisvesting, landbouwgrond en vervoer. Tegelijk eisten het honderdtal actievoerders dat de drie partijen zich engageren om linkse coalities te vormen om deze kwesties aan te pakken. De PS, Ecolo en de PTB/PVDA stemden in om deel te nemen aan een debat van “Commune Colère” op 28 mei (18u30 in DK, St Gillis).  Een opmerkelijk detail is dat de PS de activisten twee uur in de kou liet staan vooraleer er een reactie kwam. Dat was dan nog eens nadat eerst politieversterking was gevraagd.  

Publieke discussie voeren

Soortgelijke initiatieven kunnen ook elders in het land genomen worden. Het klopt dat de situatie anders is langs Nederlandstalige kant. Een offensievere opstelling van de vakbonden en de politieke linkerzijde zou echter ook daar de ruimte voor het Vlaams Belang beperken om in te spelen op sociaal ongenoegen. Op 23 april was er een gezamenlijke vakbondsmobilisatie van het Franstalig en Nederlandstalig onderwijs. Helaas waren er niet meer van dergelijke acties. De sociale verkiezingen in mei bieden ook de kans om het belang van strijdbaar syndicalisme te verdedigen.  

Voor de lokale verkiezingen van oktober zullen de onderhandelingen voor de vorming van federale en regionale regeringen nog een cruciaal mobilisatiemoment vormen. In Wallonië kunnen de PS, Ecolo en PTB samen een meerderheid van 55% tot 60% halen en ook in Brussel is een meerderheid mogelijk. 

Onderhandelingen in achterkamers maken het mogelijk om daar andere standpunten in te nemen dan voor het oog van de camera’s. De vakbonden en de politieke linkerzijde moeten openlijke onderhandelingen eisen, met inbegrip van publieke bijeenkomsten, interprofessionele vergaderingen en discussies op de werkplaatsen waarbij vertegenwoordigers van de partijen worden uitgenodigd.

De PS heeft de gewoonte om tijdens de kiescampagne linkse standpunten in te nemen om vervolgens dat programma weer op te bergen. Een mobilisatie tijdens de onderhandelingen zou helpen om hen te dwingen om hun eigen verkiezingsbeloften na te komen. De PVDA zou tonen wat het kan realiseren. In het slechtste geval worden de partijen die weigeren om een progressief beleid te voeren meteen ontmaskerd. In dat geval zouden de mobilisaties en bijeenkomsten het terrein voorbereid hebben voor de strijd die nodig is tegen een nieuwe asociale regering. Het zou ook een springplank zijn naar de campagne voor de lokale verkiezingen om tot een front van rebelse gemeenten te komen. 

Consequent links versterken

Bij de verkiezingen is de beste optie om te stemmen voor een linkse breuk met het gevoerde beleid. LSP roept bij de parlementsverkiezingen al meer dan tien jaar stelselmatig op om voor PVDA-kandidaten te stemmen. We doen dit vanuit de overtuiging dat de positie van de werkende klasse versterkt wordt indien er meer PVDA-verkozenen zijn. Zeker langs Franstalige kant kan de PVDA een linkse coalitie steunen, of zelfs een minderheidsregering van PS en Ecolo mogelijk maken, waarbij enkel die voorstellen gesteund worden die een stap vooruit zijn voor de werkende klasse.

Natuurlijk is stemmen niet genoeg. Om verandering te bekomen, moet onze sociale klasse strijd voeren. Dat is niet alleen nodig om de eerste stappen te zetten naar een echt links beleid, maar ook om terug te vechten tegen de onvermijdelijke pogingen van de kapitalistische klasse en haar instellingen om elke aanzet tot links beleid te stoppen. De beste manier om ons hierop voor te bereiden is door vandaag het gesprek aan te gaan over welke samenleving we willen, een maatschappij van de “socialisatie van het gemeengoed” die een einde maakt aan de dictatuur van de aandeelhouders en de verwoestingen van het private winstbejag. Volgens ons is er nood aan een democratisch socialistische samenleving.

Delen:
Printen:
Voorpagina van De Linkse Socialist