De Antwerpse sociaaldemocratie grijpt terug naar een traditie van de afgelopen jaren, namelijk die van een interne crisis die in de media wordt uitgevochten. Een lijsttrekker die in een interview verklaart dat ze met één been buiten de partij blijft staan en De Wever dan nog eens omschrijft als “één van de grootste politici van zijn generatie” straalt niet bepaald vertrouwen uit. Na het vertrek van Tom Meeuws kondigde Jinnih Beels nu ook aan dat ze het lijsttrekkerschap voor de gemeenteraadsverkiezingen ter beschikking stelt.
Het conflict tussen Meeuws en Beels was niet zozeer het resultaat van grote ideologische verschillen. Ze kwamen beiden uit hetzelfde milieu van managers en topfiguren. Beels kwam van bij de politie en Meeuws was directeur bij De Lijn en voordien als directeur bij de stad Antwerpen verantwoordelijk voor het invoeren van de GAS-boetes. Ze stapten beiden zonder problemen in een coalitie met de N-VA van De Wever. Ze proberen het nu voor te stellen alsof ze sociale maatregelen bekwamen, terwijl dit bestuur vooral verdere stappen zette in het commercialiseren van onder meer de zorg, opnieuw ongeveer 500 jobs schrapte in de stadsdiensten en toezag op een verdere daling van het aantal sociale woningen.
Dat zeer pover resultaat na zes jaar machtsdeelname door de sociaaldemocratie maakt dat de interne discussies en conflicten vooral over personen en imago’s gaan. Het klopt dat Beels heel welwillend is ten aanzien van de N-VA, maar ook de rest van Vooruit slaagde er niet in om een sociale agenda op te leggen en ging uiteindelijk ver mee in het neoliberale beleid. Een beleid waarbij De Wever in grote mate verder bouwde op de erfenis van de sociaaldemocratische burgemeesters die hem voorafgingen. De verdediging van Beels? “Als wij niet in dit stadsbestuur waren gestapt, was het nog veel erger geweest.” Ook dat is niet bepaald een uiting van groot vertrouwen.
In de media wordt de interne crisis mee toegeschreven aan het vertrek van Conner Rousseau als voorzitter. Zijn autoritaire opstelling deed naar verluidt iedereen in het gelid lopen. Dat was natuurlijk ingegeven door de goede peilingen die in grote mate een populariteitsstem voor Rousseau waren. Hij zette het product ‘conner’ in de markt en trok daarmee aandacht, wat winst in de peilingen opleverde en loyaliteit van al wie zich daar al van zag profiteren. Een dergelijke methode is echter een zeepbel die eerder vroeg dan laat kan barsten. Een politiek imago in de markt zetten, is namelijk iets anders dan verandering bekomen, zeker verandering in het belang van de meerderheid van de bevolking. De houdbaarheidsdatum van dergelijke public relations is beperkt. Daar trekt Vooruit geen lessen uit. Beels blijft benadrukken: “Van ideologie kun je niet eten.” Van asociaal beleid kan je zeker niet eten, of is ook dat een te ideologische conclusie?
In Humo zei Beels deze week dat haar “liefde voor Antwerpen het grootst is.” Op donderdag deed ze afstand van haar lijsttrekkerschap voor de gemeenteraadsverkiezingen en sloeg ze de bladzijde van de lokale politiek om. Ondertussen blijft ze lijsttrekker voor de parlementsverkiezingen. In de peilingen gaat het achteruit en Beels lijkt aangeschoten wild te zijn in Antwerpen. Bij Vooruit wordt ongetwijfeld gehoopt dat eensgezinde en positieve communicatie de crisis kan bezweren, maar het probleem zit dieper. Het aanvaarden en zelf voeren van een rechts beleid, waarbij er amper nog iets afgevijld wordt van de steeds scherpe asociale randjes, ligt aan de basis van de historische neergang van wat ooit de onbetwiste grootste partij van ’t stad was.
Tegenover dit beleid is er nood aan een links alternatief dat vertrekt van de noden van de werkende bevolking en hun gezinnen. Een alternatief dat betaalbaar wonen, de uitbouw van openbare diensten, massale investeringen in zorg en onderwijs … centraal stelt en niet de belangen van bevriende projectontwikkelaars. Dit betekent een stem voor PVDA gekoppeld aan een oproep om het verzet tegen het huidige beleid zo sterk en zo actief mogelijk te organiseren met het oog op een socialistische maatschappijverandering die voor eens en altijd een einde maakt aan het kapitalisme.