BHV-akkoord maakt geen einde aan communautaire tegenstellingen

Na 460 dagen onderhandelen zijn de acht overblijvende partijvoorzitters erin geslaagd om akkoorden over de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde (BHV) en de financieringswet te sluiten. Terwijl de communautaire partijen N-VA en FDF moord en brand schreeuwen over het verraad, hopen velen dat er nu eindelijk een regering zal komen. Is deze hoop gerechtvaardigd? En komt er nu een einde aan het communautaire geruzie?

Artikel uit de oktobereditie van ‘De Linkse Socialist’.

Nadat CD&V eerder haar banden met N-VA moest doorbreken, moest nu ook MR het FDF lossen. De druk daartoe werd enorm opgevoerd, onder meer met de aankondiging van het vertrek van Leterme. De regering van lopende zaken extra bevoegdheden geven, was hierdoor niet meer aan de orde. MR-voorzitter Charles Michel stemde uiteindelijk in met de splitsing van BHV, ook al kost dat zijn partij een pak stemmen in de Vlaamse rand rond Brussel en ook al moest hij kartelpartner FDF loslaten. Dat Michel zo’n hoge prijs wil betalen, maakt van wat van zijn partij overblijft een betrouwbare partner in een volgende regering.

De splitsing van BHV waarbij in de zes faciliteitengemeenten voor Brusselse lijsten kan worden gestemd en waarbij de andere gemeenten met het kiesdistrict Leuven worden samengevoegd, wordt langs Vlaamse kant als een ‘zuivere’ splitsing voorgesteld en langs Franstalige kant wordt de band tussen de zes faciliteitengemeenten en Brussel benadrukt. Zo wordt het een ‘Belgisch compromis’ (hoewel de Franstaligen duidelijk meer hebben ingeleverd) waarbij alle ingrediënten voor nieuwe communautaire uitbarstingen aanwezig blijven. Het akkoord zal tot nieuwe tegenstellingen leiden.

Het ziet er naar uit dat zal geprobeerd worden om effectief een regering te vormen, maar dat zal niet gemakkelijk zijn. Het grootste probleem is dat er geen financiële middelen zijn om communautaire akkoorden te smeren. Ongetwijfeld zullen de communautaire partijen daarop inspelen om de sociale kaart te spelen tegenover enerzijds de tekorten in Brussel (FDF) en anderzijds met een harde opstelling tegen besparingen in Vlaanderen (N-VA). De discussie over de begroting voor 2012 waarin 7-8 miljard euro moet worden bespaard, zal niet gemakkelijk zijn.

Met het besparingspakket dat de federale regering zal opleggen, zijn regionale besparingen onvermijdelijk. Binnen CD&V bestaat daar een meningsverschil over met Kris Peeters die zich verzet tegen Vlaamse besparingen. Ongetwijfeld zal ook N-VA zich vanuit de Vlaamse regering tegen dergelijke besparingen keren met het argument dat de Vlamingen al genoeg hebben betaald. Hierdoor kan de partij die op federaal vlak als neoliberale kampioen hardere besparingen eiste zich op Vlaams niveau profileren tegen het besparingsbeleid dat wordt opgelegd door die partijen die tegenover N-VA voor een gematigder besparingsbeleid pleitten.

In de rand zijn de problemen niet opgelost. Volgend jaar zijn er gemeenteraadsverkiezingen en zullen de communautaire partijen scoren in de rand. Zullen de met een grote meerderheid verkozen Franstalige burgemeesters in de rand dan wel meteen benoemd worden, zonder dat daar allerlei juridische procedures voor nodig zijn? De splitsing van de kieskring BHV zal bovendien niet betekenen dat er geen Frans-talige lijsten in de rand zijn. Ook bij de volgende parlementsverkiezingen, normaal gezien in 2014, kan het FDF opkomen in Vlaams- Brabant. Nu het FDF geen rekening meer moet houden met de MR, is het niet uitgesloten dat het in de rand eigen mobilisaties zal opzetten. Ook de Vlaams-nationalisten hielden al een mobilisatie in Linkebeek op 18 september, op deze communautaire hoogmis waren een paar duizend aanwezigen. De rondzendbrief-Peeters blijft bestaan, wat zal leiden tot aanhoudende juridische geschillen. In Brussel zullen er wellicht geen middelen zijn om de enorme tekorten (onder meer op vlak van tewerkstelling, huisvesting, onderwijs,…) aan te pakken.

De communautaire tegenstellingen zullen ook na het akkoord over BHV blijven bestaan. Het besparingsbeleid dat er onvermijdelijk komt, zal het ongenoegen tegenover de gevestigde partijen vergroten en ruimte bieden aan de communautaire partijen om zich te versterken op basis van een anti-establishmentgevoel. Dat biedt ook voor het FDF een mogelijkheid om te overleven, mogelijk ook na de parlementsverkiezingen van 2014 waarbij het haar drie verkozenen (en bijhorende financiële middelen) zal moeten verdedigen.

Zolang de vakbondsleidingen ons binden aan het besparingsbeleid van de ‘verantwoordelijke’ gevestigde partijen, zullen de communautaire partijen de ruimte hebben om zich valselijk als een “sociaal” alternatief op het besparingsbeleid voor te stellen. De discussie over een politiek verlengstuk voor de eisen en bekommernissen van de vakbondsleden zal sowieso op de agenda staan. Het vertrek van ACW-kopstukken als Leterme en Vervotte leidt tot discussie hierover in de christelijke arbeidersbeweging. De ‘nieuwe’ SP.a-voorzitter Tobback waarschuwde meteen het ABVV dat er niet teveel kritiek op de partij moet komen. Wellicht zal Di Rupo zijn PS blijven voorstellen als het ‘minste kwaad’ tegenover de druk van rechts, maar hoe lang zal dat verhaaltje van een ‘minder kwaad’ standhouden tegen de achtergrond van besparingen?

De arbeidersbeweging moet het politieke heft in eigen handen nemen. Dat is de enige manier om efficiënt tegen het besparingsbeleid in te gaan alsook om de ruimte voor de communautaire scherpslijpers te beperken. Op Europees en internationaal vlak wordt een besparingsbeleid opgelegd. Als we daar tegen willen ingaan, zullen we onze strijd moeten organiseren en ook een eigen politiek verlengstuk uitbouwen op basis van een consequent verzet tegen alle besparingen.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie