Op 12 december organiseert het Europees Vakverbond (EVV) een betoging in Brussel tegen een Europese top die de besparingspolitiek weer centraal wil stellen. Voor de vertegenwoordigers van de Europese Unie is het zonneklaar. Na het systeem – het kapitalisme – met massale staatstussenkomst te hebben gered tijdens de pandemie, moet nu weer “de broekriem” worden aangehaald. De eurozone balanceert op de rand van een recessie en de begrotingstekorten moeten weer naar beneden worden gehaald.
door Peter Delsing
De Europese ministers van Financiën gaan het geld weer niet zoeken bij de grote bedrijven en de rijkste 1%. Nee, de EU, het IMF en consorten willen dat de regeringen een nieuwe aanval inzetten op de levensstandaard en verworvenheden van de werkenden, gepensioneerden en mensen die afhankelijk zijn van een uitkering. Recente verkiezingsoverwinningen van rechts-populistische partijen in Nederland en Argentinië schudden het establishment dooreen. De afkeer van de politici die staan voor neoliberaal verval en koopkrachtverlies is massief. Het is dringend tijd dat de arbeidersbeweging en de jongeren een antwoord bieden op de crisis van het systeem, zodat de rechtse nepalternatieven naar de achtergrond worden geduwd.
Naar een recessie in de eurozone?
Drie jaar na de crisis van de pandemie staat het Europese kapitalisme weer voor een nieuwe recessie. Van juli tot september ging de economie met 0,1% achteruit in de eurozone. Voor het laatste kwartaal van 2023 is een nieuwe inkrimping – en daarmee een technische recessie – mogelijk. Het nieuwsagentschap Reuters citeert de analist Mike Bell van de bank JP Morgan: “De blijvende zwakte van de economische peilingen bij bedrijven in de eurozone suggereert dat er zich een perspectief van recessie aan de horizon aftekent. De industrie blijft in problemen verwikkeld, terwijl de dienstensector verder inkrimpt.”
De krapte op de arbeidsmarkt dekte een aantal onderliggende problemen toe, maar daar beginnen nu de eerste barsten in te komen. Reuters: “Bedrijven sneden voor het eerst in het personeel sinds januari 2021, toen het continent de Covid 19-restricties te verduren had. De peiling bij bedrijven over werkgelegenheid viel van 50.0 terug naar 49.4.”
Een recente peiling door Voka bij 650 Vlaamse bedrijven in de industrie bevestigt dit negatieve beeld. Bij 6 op de 10 is het orderboekje minder gevuld dan normaal. Een kwart van deze bedrijven doet nu al een beroep op tijdelijke werkloosheid en nog een kwart overweegt het. 1 op de 7 industriële bedrijven overweegt de komende maanden een herstructurering en 1 op de 3 verlaagt geplande investeringen.
De patroonsorganisaties Voka en Agoria – deze laatste uit de technologiesector – koppelen er meteen hun eisenpakket aan. Voka wil lagere patronale bijdragen voor de sociale zekerheid en lagere tarieven voor energie-intensieve bedrijven. Agoria wil de indexering van de lonen beperken, flexijobs in de industrie en meer overheidssteun voor onderzoek en ontwikkeling.
Welke eisen voor de vakbonden?
De Europese vakbonden hebben groot gelijk om op straat te komen tegen een nieuwe besparingsgolf en voor meer en dringende publieke investeringen in onderwijs, gezondheidszorg, klimaatmaatregelen, etc. Nieuwe besparingen zullen een ontwikkelende recessie nog versterken. In die context is het mogelijk dat de Europese machthebbers er niet in slagen om volledig naar de oude budgettaire normen terug te keren.
De diepte van de besparingen zal ook afhangen van onze kracht als arbeidersbeweging en de strijdbaarheid van onze klasse. Als het kapitalisme steeds sneller in crisis komt en die crisis een bijna permanent gegeven wordt – ook sociaal en politiek – dan moeten ons protest en de actiemethodes aangepast zijn aan de ernst van de situatie. Enkel een dag betogen in Brussel zal de patroons en de regeringsleiders niet fundamenteel verzwakken in hun geplande offensief op onze jobs, diensten en uitkeringen.
Een internationale betoging in Brussel is een stap vooruit en toont de gedeelde belangen van de werkende klasse in Europa. Het kapitaal en hun EU-vertegenwoordigers organiseren zich over de grenzen heen en onze klasse moet dat ook doen. In het verzet tegen nieuwe besparingen moeten we niet enkel betogen, maar ook denken aan internationale stakingsdagen om de strijd te versterken.
De burgerlijke media berichten bijna niet over vakbondsstrijd in andere Europese landen. Een gezamenlijke Europese stakingsdag tegen besparingen en voor onze koopkracht zou een krachtig signaal zijn, zeker als zo’n staking democratisch op de werkvloer wordt georganiseerd. Personeelsvergaderingen kunnen die staking voorbereiden en de eisen vanuit onze klasse verfijnen.
De vakbondsleidingen zullen geen perspectief aan het verzet van onderuit kunnen bieden als er niet wordt gebroken met het kapitalistische kader. Strijdbare syndicalisten zullen zich in strijdbare partijen en een revolutionaire partij als LSP moeten organiseren om de strijd zo effectief mogelijk te voeren. Onze potentiële kracht om de economie stil te leggen moet samenvloeien met het streven naar volledig democratische vakbonden, zelforganisatie in de bedrijven en wijken en de wil en bereidheid om een radicaal andere, socialistische maatschappij op te bouwen.